‘Het is werk van de lange adem’
Br. H. Bor legt na 32 jaar evangelisatiewerk in Gent neer
Broeder Henk Bor was 32 jaar evangelist in het Belgische Gent. Onlangs nam hij afscheid. „Het is werk van de lange adem”, zegt hij. „Bij het afscheid merk je echter dat je toch heel veel mensen hebt leren kennen. Dan komen ze naar je toe en zeggen: ‘Gaat ge weg? Das toch jammer.’”
Op 13 augustus 1978 belegde Henk Bor voor het eerst een kerkdienst in Gent. Een wasserette in de Rabotwijk van Gent was voor dat doel omgebouwd tot kerk. Recht tegenover het gebouw stond de enorme rooms-katholieke St. Jozefkerk, waar toen nog elke zondag een paar honderd mensen de mis bijwoonden. Bor had die bewuste zondag maar een handjevol mensen onder zijn gehoor.
„Nu komt er nog maar een handjevol mensen op de mis in de Sint Jozef af”, zegt Bor in een restaurant in Elspeet, waar hij die avond een lezing hoopt te verzorgen. „Ik vraag me zelfs af of de kerk nog een eigen pastoor heeft. Toen ik in Gent kwam ging nog zo’n zeven procent van de inwoners naar de kerk, maar ik schat in dat het nu onder de procent ligt.” De evangelist tekent erbij aan dat de bevolkingssamenstelling van de stad ook drastisch is veranderd. „Toen ik in de Rabotwijk kwam wonen, was het een typisch Vlaamse volkswijk. Nu wonen er mensen van 127 verschillende nationaliteiten.”
Congolezen
De veranderde populatie van de wijk ging ook aan Evangelisch Centrum Rehoboth aan de Achter Sint Jozef niet voorbij. Een tijd lang woonde een groep Congolezen de zondagse diensten bij. Bor: „De preek werd voor hen simultaan vertaald in het Frans. Iemand zat in een glazen hokje te vertalen.” Hij lacht: „Dat ging keurig. Als ik mijn stem verhief, zag ik dat de vertaler ook doen.” De Congolezen kerkten enkele jaren in de Rehobothgemeente, totdat er een eigen Congolese gemeente in Ronse kwam.
Rehoboth bood ook enkele jaren gastvrij onderdak aan een groep Roma, die in de wijk was neergestreken. Aanvankelijk leidde Bor zelf een dienst voor deze mensen, totdat een eigen voorganger deze taak op zich nam. De evangelisatiepost wilde van de Roma niets voor het gebruik van het kerkgebouw hebben, maar later bleek dat de voorganger de kerkgangers had wijsgemaakt dat er elke zondag honderd euro betaald moest worden. Dat verdween vervolgens in zijn eigen zak. „Ja”, verzucht Bor, „je maakt van alles mee.”
Op reguliere zondagen weet een diverse groep van tussen de 35 en 50, soms zelfs 70 kerkgangers de post in Gent te vinden, geeft Bor aan. Onder hen zijn vanouds veel schippers, die met hun schip de zondag over in Gent liggen. „Elke zaterdagmiddag ging ik de schepen langs om de mensen uit te nodigen voor de diensten. Op den duur raakte ik zo behoorlijk thuis in het schipperswereldje. Ik heb daarom ook twaalf jaar in het deputaatschap Geestelijke verzorging varenden gezeten.”
Mieremet
Het viel vaak niet mee toegang te vinden tot de harten van de Gentenaren, aldus Bor. „Er wordt wel eens gezegd: zo dik als de muren van het stadskasteel in Gent zijn, zo gesloten zijn de harten van de Gentenaren. Vanouds staat de bevolking bekend als koppig. De Gentenaren hebben een geschiedenis van opstand en rebellie. Ze zijn wel gemoedelijk, maar het is moeilijk ze echt te winnen.”
Niet alle Belgische betrokkenen bleven langdurig bij de post actief. „Mensen liepen soms een periode zeer enthousiast mee, wilden van alles opzetten, maar waren dan opeens weer weg. Ik hoor het ook van andere evangelisten in België dat het vaak zo gaat. Ik weet echter ook van mensen hier uit de stad die God echt heeft stilgezet. Ik heb mensen begraven die konden getuigen van genade in hun leven.”
Bor geeft aan dat het hem verbaasde hoe vaak gewone Gentenaren hem toch wisten te vinden. „Mensen zochten soms in de gids naar iemand om hun begrafenis te leiden en kwamen dan bij mij terecht. Of ik kende ze uit het ziekenhuis. Op den duur word je toch een beetje een gezicht in de stad. Als er nood was, wist men je vaak wel te vinden.”
Bor vertelt dat hij op dag van het interview nog een kaartje kreeg van een vrouw uit Gent die had gehoord dat hij vertrokken was. „Ik hoop dat het blaadje voortgezet wordt”, schreef ze, doelend op het krantje ‘De Evangelist’, dat vanuit de evangelisatiepost regelmatig in Gent en omgeving verspreid werd. Bor: „Ik weet van mensen die altijd naar het krantje uitkeken en het zelfs aan elkaar voorlazen. Wij hebben gezaaid, maar je weet niet altijd wat het uitwerkt.”
Werk dat Bor bijzonder graag deed en ook blijft doen, is het bezoeken van de gevangenen in Gent. „Ik heb de hele onderwereld van Gent aardig leren kennen”, lacht Bor. „Ook met veel van deze mensen heb ik het Woord van de Heere mogen delen. Zelfs de beruchte crimineel John Mieremet uit Amsterdam heb ik nog eens bezocht. “Hé, uit Mokum?”, vroeg ik. Dat brak het ijs. Hij was in de gevangenis overigens een modelgevangene. Dat hij bijzonder veel macht had, merkte ik echter wel bij de andere gedetineerden. Hij was wel in voor een praatje, maar van God wilde hij niets te weten.”
Poederoijen
Waarom is het eigenlijk ooit Gent geworden? Bor: „Het werk is ontstaan vanuit de gemeente van Zaamslag, waar toentertijd dominee Van Vuuren stond. Een gemeentelid uit Zaamslag had veel contacten in Gent en voelde de nood van de situatie daar. Toen hij die met Van Vuuren besprak, gaf deze aan dat daar iets moest komen. Ik ben toen onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad van Zaamslag en een aantal andere gemeenten met het werk in Gent begonnen.”
Hoewel de constructie altijd zo is gebleven, en het werk dus vanuit een aantal gemeenten en niet vanuit de landelijke Christelijke Gereformeerde Kerken ondersteund werd, kreeg Bor wel iedere jaar bezoek van de landelijke deputaten Evangelisatie. „Ik wil toch wel eens zeggen dat ik die bezoeken als erg opbouwend heb ervaren. De deputaten luisterden naar mijn verhaal en eisten niets. Ik heb die bezoeken erg gewaardeerd.”
Bor, die momenteel in Werkendam is neergestreken in het huis van een schipper, beseft dat hij Gent zal gaan missen. „Het is een mooie en historische stad, die ook steeds meer voor me begon te leven omdat ik bezoekers vaak rondleidde en hen dan iets over de geschiedenis vertelde. Uiteraard is het ook moeilijk gemeenteleden, die ik soms wel dertig jaar heb begeleid, los te moeten laten.”
Inmiddels is Bor bevestigd als ouderling in de kleine Christelijke Gereformeerde Kerk van Poederoijen, waar hij, als de classis toestemming geeft, in de herfst bevestigd zal worden als lerend ouderling. „Ik heb me vrij radicaal uit Gent teruggetrokken, omdat ik vind dat je je opvolger niet voor de voeten moet lopen”, geeft Bor aan. „De eerste zondag dat ik in Poederoijen in de kerk zat, was ik met mijn gedachten echter nog vooral in Gent. Toen ik hoorde dat het goed ging onder mijn opvolger, br. Van Luttikhuizen, kon ik het echter ook loslaten.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010
De Wekker | 20 Pagina's