Getrouwd met een christelijk-gereformeerd predikant
De rubriek Mensen in de Kerk zet kerkgangers met een eigen verhaal in de schijnwerpers. Telkens komen mensen aan het woord met min of meer dezelfde achtergrond. Deze keer doen twee predikantsvrouwen hun verhaal.
Er was al jong een verlangen in het hart van zuster Coby van Sorge-Elzinga om de Heere te dienen. De echtgenote van de christelijk-gereformeerde emerituspredikant ds. W. van Sorge had het grote verlangen om later te mogen dienen in Zijn koninkrijk. Van jongs af aan was dat haar gebed.
“Ik was grootgebracht in een dorp en studeerde aan de Bijbelschool in Doorn. Mijn vader was ouderling en mijn moeder was presidente van de vrouwenvereniging. Ik wilde, net zoals zij, mij dienstbaar stellen voor de Heere en Zijn dienst. Ik bad daarom altijd of ik een dominee of iemand anders die werkzaam is in Gods kerk mocht trouwen, maar dacht dat dit te groot voor mij was. Toch heeft de Heere alles wonderlijk geleid.
Idealistisch
In het begin was ik best idealistisch ingesteld. Ik wilde iedereen helpen en aan iedereen laten zien wie de Heere is. Toch was de praktijk vaak wat anders. Dit is wel eens moeilijk, maar ik weet waar ik mijn toevlucht moet zoeken. Ik weet dat de Heere altijd bij mij is. Ik weet dat ik zonder de Heere niets kan. Ik bad vaak: ‘Heere, wijst U mij de weg. Ik pleitte op Psalm 81: 12.
Ik zie het als een opdracht dat het werk van mijn man goed gaat. Het is een grote taak om volledig achter mijn man te staan bij alles wat van hem verwacht werd, met name toen hij nog niet met emeritaat was. Ik wilde beschikbaar zijn, zodat de uitvoering van zijn werk niet door mij verhinderd zou worden. Ik steun hem helemaal en hij mij. Daar zijn wij dankbaar voor. Toch moet je veel keuzes maken als predikantsvrouw. Je moet soms dingen opzij zetten. Mijn eigen familie uit Friesland heb ik vaak gemist omdat ik te ver weg woonde. Gelukkig kreeg ik veel liefde terug uit de gemeenten. En dan is het weer jammer dat je dat een aantal keren moet loslaten.
Ik wilde er zijn voor de gemeente en ook voor mijn kinderen. Zij moesten in dat ‘glazen huis’ geen schade oplopen. Mijn kinderen moesten veel verwerken. Ze moesten van de ene gemeente naar de andere gemeente. En ik moet eerlijk zeggen dat ik daar niet altijd bij stil heb gestaan. Het is wel altijd zo geweest dat gezin en gemeente de meeste prioriteit kregen.
Koffie
Ik ben in mijn gemeenten ‘gewoon’ lid geweest, maar tegelijkertijd ben ik ook predikantsvrouw geweest. Ik heb nooit tegenstellingen ervaren tussen die twee. Je moet als lid voorzichtig en oprecht zijn, in openheid naar andere mensen staan. Als vrouw van de dominee had ik ook mijn verantwoordelijkheid. Ik wilde zorgen voor een open pastorie waar jong en oud konden komen. Voor de jongeren eindigde ik vaak met de patatpan en voor de ouderen met koffie. Ik ging ook graag bezoekjes afleggen aan de zieken en ouderen van de gemeente.
Het is belangrijk om als predikantsvrouw hartelijk te zijn voor heel de gemeente in haar verscheidenheid. Het is ook belangrijk een open hart en een luisterend oor te hebben en zoveel mogelijk een open pastorie te zijn. Het water in de kraan loopt door en de koffie is zo klaar, daarmee creëer je een vertrouwelijke sfeer. Zelf ontvang je graag liefde en respect, geef dat terug en gun dat aan een ieder die God op je weg plaatst. Immers, we zijn samen op weg als mensen die met al hun gebreken het mogen verwachten van een God die vol liefde en barmhartigheid is.”
Wat Anneke den Hertog nooit had gedacht, werd toch werkelijkheid voor haar. Hoewel het predikantsleven haar als predikantsdochter niet onbekend is, wilde ze geen dominee trouwen. Toch werd haar weg anders geleid. Ze trouwde met ds. Niels den Hertog, predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerk van Surhuisterveen.
“Ik heb altijd gezegd dat ik nooit met iemand een relatie wilde die later predikant zou willen worden, maar ja, dan ontmoet je zo’n leuke jongen. Dus dan is een dergelijke eis opeens van ondergeschikt belang geworden.
Mevrouw
Ik heb psychologie gestudeerd in Utrecht. In 2002 ben ik afgestudeerd en gaan solliciteren. Daarna heb ik bewust gekozen om het werk op een laag pitje te zetten vanwege de komst van onze drie kinderen en het werk van mijn man Niels. Ik vond het erg lastig om de stap naar predikantsvrouw te maken. Ik werd opeens aangesproken met ‘mevrouw’! Dat is best een overstap na een studentenleven. Ik ben daarom ook blij dat wij, voordat we samen de pastorie in gingen, eerst nog in Hilversum gewoond hebben. Je bent dan samen ook nog wat meer in de schaduw lid van een gemeente.
Ik vond de eerste jaren in de pastorie pittig, omdat ik ook nog bezig was met afstuderen. Het was even zoeken naar het innemen van een juiste positie, waar ik mijzelf ook prettig bij voelde. Als student sta je wat meer op afstand van het maatschappelijke leven en binnen een pastorie sta je daar middenin. Ik heb binnen de gemeente echter nooit verplichtingen gevoeld die gekoppeld waren aan mijn rol als vrouw van Niels. Wel heb ik mij binnen de gemeente ingezet voor die dingen die ik als gemeentelid ook gekozen zou hebben als mijn man geen dominee zou zijn.
Op een gegeven moment merkte ik dat ik wel weer meer wilde werken. Ik ben met onze verhuizing naar Surhuisterveen in een baan gerold waar een vervolgopleiding aan gekoppeld was, de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog. Deze opleiding heb ik gedaan, wat zeker een belasting was voor alle gezinsleden. Als ik binnenkwam, ging mijn man ’s avonds de deur uit.
Een dergelijke combinatie van werk en opleiding moet niet te lang duren en je moet als gezin goed op elkaar ingespeeld zijn. Je moet een vangnet hebben voor onvoorziene omstandigheden. Ik heb het geluk dat ik een man heb die niet alleen volledig achter mij staat, maar ook erg goed is in koken. Zijn werk is gelukkig zo verweven in ons gezinsleven, dat het er helemaal ongemerkt deel van uitmaakt. De kinderen vragen vaak waar papa ’s avonds heengaat, veelal is dat naar de kerk. Voor hen is dat iets heel vertrouwds, want daar komen zij zelf op zondag. Dat is voor hen niet direct gekoppeld aan werk.
Achtergrond
In onze huidige gemeente sta ik voor mijn gevoel wat meer op de achtergrond, maar ik ben wel op de hoogte van de belangrijkste dingen die in de gemeente spelen, zowel op beleidsniveau als op pastoraal gebied. Ik vind het belangrijk om te weten wat er bij mensen speelt en hoe het met ze gaat. Eigenlijk zie ik mijzelf niet zo als predikantsvrouw. Ik sta achter en naast het werk van mijn man. Dat is mooi om te doen, maar dat geldt voor alle vrouwen die achter het werk van hun man staan. Ik zie daarin mijzelf niet in een bijzondere positie.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 september 2011
De Wekker | 20 Pagina's