Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Samen ken je meer van God dan alleen’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Samen ken je meer van God dan alleen’

Emerituspredikant ds. K.T. de Jonge:

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij is al even met emeritaat, vanaf februari jl. De laatste gemeente die ds. K.T. de Jonge diende was de CGK/NGK-samenwerkingsgemeente Het Anker in Nieuwegein. In gesprek met een emerituspredikant die ‘pionierde’ in de kerken. “Ik kijk dankbaar terug op mijn bediening in het ambt van dominee.”

Kort na de Tweede Wereldoorlog kwam Rijn de Jonge (nu 65) ter wereld. Hij groeide op in Zierikzee. Als kleine jongen van zes maakte hij ook de watersnoodramp van 1953 mee.
Nog steeds voelt hij zich een echte Zeeuw, vertelt hij. “Ik kerkte vroeger in de Christelijke Gereformeerde Kerk van Zierikzee. Mijn ouders hebben mij het geloof voorgeleefd. Ons hele sociale leven speelde zich af in die gemeente, met anderen uit de gemeente. Er was altijd veel jeugd en ik had veel vrienden. In deze kerk heb ik God leren kennen, om nooit meer door Hem te worden losgelaten.”

Diaconaal werk
In zijn jonge tienerjaren wilde De Jonge nog geen dominee worden. Rond zijn achttiende verjaardag kwam dat verlangen, vertelt hij. “Ik was betrokken bij jeugdwerk in de kerk en wilde altijd wel met dat werk in Gods koninkrijk bezig zijn. Ik werd direct aangenomen in Apeldoorn, via het admissie-examen. Maar ik moest nog wel een fiks aantal studiejaren aan de bak.”
“Ik voel mij rijk gezegend in mijn leven als gemeentepredikant. Ik heb niet veel beroepen gehad, maar die ik kreeg brachten mij op mooie wegen. In Steenwijk mocht ik het ambt in de praktijk leren. In Almere mocht ik een gemeente van de grond af opbouwen en in Nieuwegein mocht ik een gemeente verder uitbouwen. Ook werd ik door de kerken gevraagd voor diaconaal werk, om te beginnen in de classis Zwolle voor de Lindeboomstichting.
Dat diaconale werk past bij mij en heeft mijn leven gestempeld. Ik werd door dezelfde classis benoemd om te werken voor de redactie van het ‘Kerkblad voor het Noorden’. Ik ben daar jaren zowel eind- als hoofdredacteur geweest. Ik heb er het nodige schrijfwerk gedaan, voornamelijk columns met commentaar op allerlei kerkelijk nieuws. Ook ben ik ruim dertig jaar van mijn predikantschap predikant geweest in samenwerkingsgemeenten, zowel in Almere als in Nieuwegein. Als ik ergens ‘gepast trots’ op ben, dan is het daar op.”

Samenwerkingsgemeenten
‘Waarom?’, luidt de vraag. Ds. De Jonge: “Werken in een samenwerkingsgemeente betekent pionieren. Uitgestippelde lijnen zijn er niet, zeker niet als de samenwerking nog goeddeels opgezet moet worden. Je bent met samenwerking tussen kerken bezig omdat je gelooft dat God die weg voor je opent. En als je op die weg wandelt, krijg je veel.”

“Lelystad was destijds de eerste gemeente waarbij de Christelijke Gereformeerde Kerk en Nederlands Gereformeerde Kerk alles samen gingen doen. Men heeft daarvoor moeten pionieren en alles zelf gelovig moeten uitvinden. In Almere hebben we hun ervaringen indertijd dankbaar overgenomen. Ik mocht de samenwerking instappen. Wie mij kent, weet dat ik dat met volle overgave heb gedaan. We waren bezig met Gods wil gezamenlijk kerk te zijn. Toen ik na twintig jaar opnieuw een beroep uit de samenwerkingsgemeente van Nieuwegein kreeg, dacht ik: Moet ik opnieuw en steeds daarmee bezig zijn? Maar ik ben er met volle overtuiging mee doorgegaan.”

Ds. De Jonge vertelt als ‘samenwerkingspredikant’ veel geleerd te hebben, bijvoorbeeld ‘inclusief denken’. “Ik heb ontdekt als christenen, maar ook als kerken zoveel van elkaar te kunnen leren. God geeft zijn kinderen aan elkaar om verrijkt te worden. Samen ken je meer van God dan alleen. Het is ook een goed getuigenis naar de samenleving toe. God is één, dus Zijn volk ook. Zo fundamenteel is samenwerking tussen kerken. Ik heb mij bevoorrecht gevoeld al die jaren in samenwerkingsgemeenten te mogen werken.”

Zegenrijk
In de breedte van de Christelijke Gereformeerde Kerken is samenwerken met de NGK tot op de dag van vandaag een enigszins gevoelig punt. Dat herkent ds. De Jonge ook, zegt hij. “Natuurlijk vraagt het samenwerkingsproces aangaan tact en wijsheid, ook richting medekerkleden die samenwerking met bijvoorbeeld de NGK afkeuren. Werken in de samenwerking met andere kerken kost je wat en heeft mij ook wat gekost. Ik besefte voor ik naar Almere ging dat dit mij de acceptatie in bepaalde delen van de CGK kostte. Dat heb ik helaas ook ruimschoots meegemaakt. In de classis Zwolle waren kansels voor mij gesloten, in de classis Utrecht ook. Dit was niet mijn meest gelukkige kerkelijke ervaring, maar het is wel de realiteit van het kerkelijke leven.

Zelf heb ik mogen ervaren hoe zegenrijk het is samen gemeente te zijn met broeders en zusters van een ander kerkgenootschap, in ons geval de NGK. Ik ben de laatste jaren ook positiever over de toekomst van de samenwerking dan vroeger. In de jaren tachtig was het een teer plantje. Maar nu is daar niets voorlopigs meer aan. We willen en kunnen niet meer uit elkaar.”

Ds. Rijn de Jonge omschrijft zichzelf graag als ‘pionier’. Hij ‘pionierde’ als predikant in twee samenwerkingsgemeenten. En, vertelt hij, pionierde ook met het betrekken van kinderen bij de kerkdiensten. “Ik werd daarin gestimuleerd door gemeenteleden van de gemeente in Almere, die heel veel kinderen telde.
Elke week riep ik de kinderen naar voren voor een gesprekje over het thema van de dienst. Op kinderniveau, vaak met iets visueels. Ik deed dat ook in andere kerken waar ik voorging, en merkte dat dit iets unieks was. Laatst ontmoette ik in een gemeente nog iemand die me daar aan herinnerde. Zo kende hij mij. Inmiddels is dit in de kerken meer gemeengoed geworden. Ook andere gemeenten zijn die specifieke aandacht gaan geven. Tegenwoordig doen ook vaak andere gemeenteleden dat in de kerkdienst, dat vind ik prima. Kinderen zijn er niet voor de bankvulling, als kinderen van het verbond verdienen ze de volle aandacht.”

Toekomst
Hoe bevalt ds. De Jonge het emeritaat? “Ik was rond mijn emeritaat in februari jl. erg dankbaar dat ik dit in gezondheid mocht meemaken. Ook was ik er dankbaar voor dat ik in goede verhoudingen met de gemeente afscheid mocht nemen. Want daar heeft het niet altijd naar uitgezien. Ik heb de hulp van een coach gehad om mijn werk als gemeentepredikant weer goed op de rails te krijgen. Ik kan, God zij gedankt, met goede herinneringen verder.”

Hij richt zich inmiddels op andere dingen, vertelt hij. “Wat een vrijheid krijg je als je met emeritaat gaat. Je kunt allerlei dingen zelf beslissen. Ik geniet daar erg van. Ik heb meer tijd voor mijn vrouw, de kinderen en de kleinkinderen. Ik hoop dat God mij de gezondheid en het leven geeft om samen met mijn vrouw Thea en hen op te kunnen trekken. Ik hoop met Thea nog een aantal fiets-kampeervakanties in Europa te hebben. Daar genieten we allebei erg van. En verder doe ik wat klusjes hier en daar. Ik hoop nog wat te publiceren over diaconale onderwerpen. Ik heb in de jaren ‘90 veel columns voor het Kerkblad voor het Noorden geschreven. Door mijn vertrek uit Almere moest ik daarmee ophouden. Dat was goed, maar ik heb het ook erg gemist.”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 2011

De Wekker | 20 Pagina's

'Samen ken je meer van God dan alleen’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 2011

De Wekker | 20 Pagina's