Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe betrouwbaar is de Bijbel?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe betrouwbaar is de Bijbel?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vragen over de betrouwbaarheid van de Bijbel zijn van alle tijden. Toch lijkt het erop dat die vragen in onze tijd verhevigd zijn. Oeroude geschriften van net na het begin van onze jaartelling zijn breed toegankelijk geworden en vooral de voor het grote publiek aantrekkelijke gedachte dat de christelijke kerk in de loop van de tijden geschriften bewust ‘onder de pet’ heeft gehouden, heeft voeding gegeven aan vragen over de betrouwbaarheid van de Bijbel en over de ontstaansgeschiedenis van de canon. De belijdenis dat de Heilige Schrift het Woord van God is en dat de Bijbelschrijvers door de Heilige Geest zijn geleid, heeft van oude tijden af de toon waarop christenen over de Bijbel spraken, bepaald en genormeerd. Is er meer te zeggen over hoe de erkenning van die geschriften als Woord van God heeft plaatsgevonden?

In 2003 verscheen van de hand van Dan Brown een intrigerend boek: The Da Vinci Code. Het werd een bestseller: Het boek werd maar liefst in 44 talen vertaald en tientallen miljoenen exemplaren zijn over de hele wereld verkocht. Kern van deze roman is dat de kerk in de loop van de eeuwen een groot geheim verborgen heeft gehouden: Jezus was getrouwd met Maria Magdalena. Uiteraard geeft Brown niet prijs welke onderdelen van zijn roman hij als feit beschouwd en welke als fictie, maar de toon is gezet: de werkelijkheid zou er wel eens heel anders uitgezien kunnen hebben dan het Nieuwe Testament ons voorspiegelt. Wat de kerk belijdt over Jezus Christus is niet meer dan een bepaalde interpretatie van de werkelijkheid, waarbij de leer van de kerk model stond en maatgevend was. Wat Brown suggereert, is niet iets nieuws. Met name de vondst net na de Tweede Wereldoorlog van een flink aantal in het Koptisch geschreven teksten uit de begintijd van het christendom heeft deze discussie opnieuw flink aangewakkerd. In deze zogenaamde Nag Hammadigeschriften wordt een heel ander beeld van Jezus Christus geschetst dan in het Nieuwe Testament. Brown heeft elementen uit die traditie in zijn roman verwerkt. Intussen lijkt het pleit beslecht: de Bijbel is vooral document dat onder strenge regie van de kerk tot stand is gekomen en op verschillende internetfora wordt uitvoerig uit de doeken gedaan hoe de werkelijkheid er dan wel uitgezien heeft.

Paasbrief
Hoe komen wij aan de Bijbel in zijn huidige vorm? De Bijbel die de Heere Jezus en de apostelen lazen en citeerden, was het Oude Testament. De kerk heeft het Oude Testament overgenomen van de Joden. In het Nieuwe Testament en in de oudste geschriften van de kerkvaders wordt het Oude Testament aangeduid met ‘de Schriften’. Die Schriften waren veelal in de vorm van de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta. Kortom, de Septuaginta was dé Bijbel van de apostelen en van de apostolische vaders, de christelijke schrijvers uit de tijd onmiddellijk na de apostelen. Uiteraard valt er over de wordingsgeschiedenis van het Oude Testament veel te zeggen, maar daarvoor ontbreekt mij hier de ruimte. Frappant is dat de complete lijst van de 27 boeken, zoals wij het Nieuwe testament kennen, pas dateert uit 367. De ons bekende reeks van 27 boeken staat opgesomd in de zogenaamde Paasbrief van Athanasius, de bisschop van Alexandrië. Bovendien zijn de eerste kerkvergaderingen die de canonieke boeken formeel wilden rangschikken pas gehouden in 393 (Hippo Regius) en in 397 (Carthago).

Beproefd
Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er niet eerder is nagedacht over de betrouwbaarheid van de geschriften die ons Nieuwe Testament vormen. Integendeel. Van meet af hebben binnen de christelijke gemeente naast het Oude Testament in het bijzonder de woorden van Jezus Christus, de leer van de apostelen en het getuigenis van de andere oog- en oorgetuigen onomstotelijk gezag. Met het verstrijken van de tijd en de verschillen binnen de mondelinge tradities (Lukas 1: 1) werd de opschriftstelling urgenter en was het in toenemende mate nodig om de geschreven bronnen te waarderen. Welke geschriften er naast het Oude Testament in de christelijke gemeente werden gelezen en in het onderwijs van de kerk gebruikt werden en als gezaghebbend golden, werd bepaald door verschillende factoren. Die geschriften die door de tijd heen het meest beproefd bleken en die het meest bruikbaar waren binnen de christelijke gemeente werden het hoogst gewaardeerd en genoten bijzondere autoriteit.

Gezag
Dit leidde al in de tweede helft van de eerste eeuw tot een verzameling van verschillende boeken. Zo zijn de hoorders van 2 Petrus (2 Petrus 3: 15) kennelijk al bekend met een verzameling van ten minste een aantal brieven van Paulus. Het blijkt dat ook de vier evangeliën al heel vroeg bij elkaar gevoegd zijn. Ignatius, uit het begin van de tweede eeuw, spreekt van ‘Euangelion’ als een gezaghebbend geschrift en doelt hier hoogst waarschijnlijk op de vier verzamelde evangeliën. Dezelfde Ignatius blijkt namelijk ook de brieven van Paulus te kennen, die hij in zijn brieven aanduidt met het ene woord ‘Apostolos’. Dat al deze boeken in de vroege christelijke kerk groot gezag genoten, blijkt uit de toespelingen en de citaten bij de apostolische vaders. In bijvoorbeeld de Didache, dat de leer van de twaalf apostelen weergeeft en de brief die Clemens als bisschop van Rome aan de gemeente van Korinthe stuurde, zijn vrij duidelijke citaten uit de Evangeliën en de brieven van Paulus te vinden.

Marcion en Montanus
Het proces van verzameling en waardering van verschillende geschriften kwam halverwege de tweede eeuw in ander vaarwater door het optreden van Marcion in Rome. Van zijn hand is de oudste lijst van nieuwtestamentische boeken uit omstreeks 140. Alleen die ziet er totaal anders uit dan onze huidige 27 boeken! Heel stellig was hij in zijn afwijzing van het Oude Testament. Grote delen van het Nieuwe Testament waren naar zijn overtuiging besmet met Judaïsme. Uiteindelijk houdt hij alleen een gezuiverde versie van het Lukasevangelie over, samen met tien van de brieven van Paulus. Daarnaast deed aan de oostkant van de wereldkerk een andere beweging opgeld: het montanisme. Montanus en zijn profetessen beriepen zich op het boek Openbaring om hun apocalyptische boodschap kracht bij te zetten. Dit leidde ertoe dat met name in het oosten vraagtekens werden gezet bij het gezag en de betrouwbaarheid van dit Bijbelboek. Daardoor groeide de behoefte binnen de kerk om tot een nadere verantwoording te komen welke geschriften werkelijk betrouwbaar en gezaghebbend waren en welke niet.

Grondpatroon
Genoemde bewegingen staan weliswaar niet aan de wieg van de canonvorming, maar brachten dit proces wel in een stroomversnelling: de christelijke kerk erkende het gezag van de woorden van de Heere Jezus Zelf en het gezag en de betrouwbaarheid van de eerste apostelen en ooggetuigen. Die geschriften hadden een sleutelfunctie in de verkondiging en in het onderwijs van de kerk. En alleen die boeken die in overeenstemming waren met de leer van Jezus Christus en Zijn apostelen, kregen dat gezag. Tegelijk waren enkele boeken, zoals bijvoorbeeld de brieven van Johannes, in sommige gebieden nauwelijks bekend. Acceptatie ging daarom niet zonder slag of stoot en bij de algehele aanvaarding van sommige boeken is het oordeel van gerespecteerde theologen van invloed geweest. Het getuigenis van de apostelen en van de ooggetuigen werd al heel vroeg volop aangevochten en bedreigd. Telkens wilden allerlei stromingen binnen en buiten de kerk hun eigen stempel zetten op bepaalde, gerespecteerde geschriften of wilde men nieuwe geschriften inbrengen. Dat de christelijke kerk zich hier tegen verzet heeft, is primair omdat zij er bovengenoemd criterium onvoldoende in herkende.

Pogingen om andere en anders getoonzette geschriften als authentieker te presenteren dan de boeken die ons Nieuwe Testament vormen, zijn speculatief en missen elke grond. De uiteindelijke bepaling welke geschriften gezaghebbend zijn binnen de gemeente is eerder een zaak van regulering van zaken die allang gemeengoed waren. Daarin klopt bovendien voor de christelijke kerk het hart. Uiteindelijk heeft de kerk niet voor de Schrift gezorgd, maar behoren de Schriften tot de vooronderstelling van de christelijke gemeente en ontvangt de gemeente die Schriften uit de hand van God. Een collectie boeken die de eeuwen doorstaan heeft. En die zich qua betrouwbaarheid absoluut kan meten met welk antiek boek dan ook!

L.B.C. Boot
Ds. L.B.C. Boot is emerituspredikant en woont in Veenendaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 2011

De Wekker | 20 Pagina's

Hoe betrouwbaar is de Bijbel?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 2011

De Wekker | 20 Pagina's