Hoe betrouwbaar is een Bijbelvertaling?
Drs. L.B.C. Boot
Wie thuis een aantal verschillende Nederlandse Bijbelvertalingen naast elkaar in de boekenkast heeft staan, herkent ze ongetwijfeld als Bijbel. Op elk boek staat ‘Bijbel’ en sla je ze open, dan merk je dat elke Bijbel bij Genesis begint en dat het laatste boek Openbaring heet. Tegelijk lijkt daar alles mee gezegd, want als je verschillende Bijbelvertalingen met elkaar vergelijkt, vallen vooral de (soms forse) verschillen op. Is dat een kwestie van een goede of slechte vertaling? Zeggen de verschillen iets over de betrouwbaarheid van een vertaling?
Voordat in 2004 de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) verscheen, was het sommige critici van deze vertaling op voorhand al volstrekt duidelijk: ‘Het is helemaal niets’. En aan de hand van een aantal op het eerste gezicht treffende voorbeelden werd dat geïllustreerd en werd de betrouwbaarheid van deze Bijbelvertaling in twijfel getrokken. Als 6 jaar later de Herziene Statenvertaling (HSV) verschijnt, tekent zich eenzelfde patroon af. Ook hier zijn sommige reacties ongekend fel en worden soms grote woorden gebruikt om de betrouwbaarheid van deze Bijbelvertaling in twijfel te trekken. Bijbelvertalingen vragen blijkbaar om reacties en roepen elke keer indringende reacties op. Dat er meer dan één manier is om de Bijbel te vertalen, weten we al eeuwenlang. Alle Bijbelvertalingen van deze wereld bevinden zich ergens op de as die twee polen kent. Het ene uiterste is een vertaling die strikt letterlijk de brontaal weergeeft. Het andere uiterste is een vertaling die in alle opzichten aan de regels en kenmerken van de doeltaal voldoet. Dat elke vertaling bovendien een keuze is en dat je in heel veel gevallen ook met iets anders kunt vertalen, is eveneens een besef dat al eeuwenlang onderkend is. Het Italiaanse gezegde Tradure è tradire – vertalen is verraden – is niet voor niets een gevleugelde uitspraak geworden als het om vertalen gaat. Dat elke Bijbelvertaling min of meer zijn eigen doelgroep kent en dat dit consequenties heeft binnen een vertaling, is ten slotte een gegeven waar al eeuwenlang rekening mee gehouden wordt. Opvallend is dat op de vraag wat een goede en betrouwbare vertaling is heel verschillende antwoorden worden gegeven. De één vindt dat bij het vertalen van de Bijbel als het Woord van de levende God primair gekeken moet worden naar de vertaler: Is hij of zij vroom, deskundig, of allebei? De ander vindt dat vooral gekeken moet worden naar de vertaling op zich: zit de vertaling wat techniek betreft goed in elkaar? Intussen lopen bij de beoordeling van een vertaling allerlei zaken door elkaar heen. Wat is een goede vertaling en hoe herken je die? Is een goede vertaling ook een betrouwbare vertaling?
Een ‘goede’ vertaling
Om iets te kunnen zeggen of een vertaling betrouwbaar is, is het goed om eerst vast te stellen wat een ‘goede’ vertaling van de Bijbel is. Voor veel Bijbellezers ligt dat eenvoudig: je legt drie of vier Nederlandstalige Bijbelvertalingen naast elkaar en aan de hand daarvan zie je snel genoeg wat een ‘goede’ vertaling is. Uiteraard is het een gegeven dat juist de onderlinge verschillen een verrassend licht kunnen werpen op de Bijbeltekst. Een iets andere formulering, een net iets andere zinsbouw: het verwoordt soms net de diepte van de tekst. Toch kun je niet zomaar een paar vertalingen naast elkaar leggen en aan de hand daarvan bepalen wat een goede vertaling is. Laat staan de beste vertaling! Nee, om te bepalen wat een goede vertaling is zul je eerst een stapje terug, of zo je wilt vérder, moeten doen. Als je namelijk een oordeel wilt geven over een vertaling, moet je altijd eerst naar de uitgangspunten van die vertaling kijken. Een vertaling is alleen goed als de uitgangspunten consequent in de praktijk zijn gebracht. Zo bezien zijn er altijd meer ‘goede’ vertalingen dan we misschien in eerste instantie zouden denken. Zo kunnen de Naardense Bijbel (NaB) en de NBV goede vertalingen zijn, terwijl beide vertalingen vanuit een duidelijk verschillende methode te werk zijn gegaan. Ze zijn goed, omdat en voor zover ze hun eigen vertaalprincipes volgen en in de vertaling tot uitdrukking laten komen.
Een ‘goede’ vertaalmethode
Dat betekent dat het beoordelingspunt van een vertaling verschuift. Niet in de vertaling zelf, maar in de gevolgde vertaalmethodiek vallen de eigenlijke beslissingen. En die beslissingen hebben uiteraard grote consequenties voor de vertaling zelf. Dat betreft beslissingen van vertaaltechnische aard. Zo is de Statenvertaling (Een ‘goede’ vertaalmethode Dat betekent dat het beoordelingspunt van een vertaling verschuift. Niet in de vertaling zelf, maar in de gevolgde vertaalmethodiek vallen de eigenlijke beslissingen. En die beslissingen hebben uiteraard grote consequenties voor de vertaling zelf. Dat betreft beslissingen van vertaaltechnische aard. Zo is de Statenvertaling (SV) een brontaalgerichte vertaling. De SV wil de grondtekst zo letterlijk mogelijk volgen voor zover dit geen onbegrijpelijk Nederlands oplevert. Dat is een ander uitgangspunt dan de NaB die zo strikt letterlijk is dat de feitelijke betekenis van de oorspronkelijke tekst soms volstrekt onduidelijk blijft. De methode van vertalen omvat ook theologische uitgangspunten. Het maakt immers uit of je de Bijbel beziet als een losse verzameling boeken of dat je uitgaat van de eenheid van het Bijbels getuigenis. Dan zul je de eenheid in de verscheidenheid in de vertaling willen weergeven. Hoe ga je om met onderlinge citaten? Soms zijn die niet altijd direct even zichtbaar. Laat je in de vertaling het Messiaans verstaan van bepaalde teksten en passages uit het Oude Testament doorklinken? Mag je harmoniseren (teksten in overeenstemming met elkaar brengen), zoals de SV een enkele keer doet?
Een ‘gereformeerde’ vertaalmethode
Wie daarom de Bijbel vertaalt, doet er goed aan zich rekenschap te geven hoe je de Bijbel ziet. Dat is eerlijk naar jezelf, en nog eerlijker naar de Bijbellezer toe. Eén van de grondprincipes van een gereformeerde visie op de Bijbel is die van de duidelijkheid. Niet in die zin dat alles wat in de Bijbel staat meteen inzichtelijk is, maar wij belijden dat de Bijbel het Woord van God is en als Woord van God een lamp voor onze voet en een licht op ons pad is. Dat betekent dat een vertaling zo adequaat mogelijk moet proberen de – geïnspireerde – grondtekst weer te geven. Bovendien dat een vertaler van zijn dienende instelling doordrongen moet zijn. Dienend in die zin dat waar de brontekst meerdere vertaalmogelijkheden geeft een vertaler die openheid van de grondtaal ook in de vertaling zoveel mogelijk tot uitdrukking laat komen. Dienend ook in die zin dat in een Bijbelvertaling aansluiting wordt gezocht bij het vroegchristelijke principe dat de kerk door de Heilige Geest geleid is in wat altijd, overal en door iedereen geloofd is. Dat voorkomt dat een vertaling een Bijbellezer in een keurslijf dwingt of dat dogmatiek heerst over een vertaling. Maar ook dat een Bijbellezer een omschrijvende uitleg leest, een parafrase in plaats van een vertaling.
Betrouwbaarheid
Het Hebreeuws en het Grieks staan bekend om de soms heel compacte zinsconstructies. In enkele woorden wordt soms een hele gedachtewereld verwoord die in een andere taal om veel meer woorden vraagt. Hoe doeltaalgerichter een vertaling is, hoe vaker een uitgesproken keus gemaakt moet worden die een betrouwbare vertaling oplevert. Betrouwbaarheid is dat met inachtneming van de vertaalprincipes een Bijbellezer aankan op de juistheid van de vertaling. Een sprekend voorbeeld is de in 2008 verschenen revisie van Het Boek. Lezers van Het Boek vroegen om een gecorrigeerde en daarmee betrouwbaarder weergave van de Bijbeltekst, omdat de oorspronkelijke weergave in Het Boek in veel gevallen te ver verwijderd was van de oorspronkelijke betekenis en bedoeling van de grondtekst. Of dat helemaal gelukt is, is moeilijk te zeggen. De vertaalmethode van Het Boek – de bedoeling van de tekst weergeven – is de grootste valkuil. In het Hebreeuws wordt in Psalm 103: 5 jong en vitaal zijn verbonden met een arend. In het Nederlands gebeurt dit nooit. Laat je het beeld dan vallen? De vogel is in Het Boek wel gevlogen! Ten slotte nog een ander voorbeeld. In Spreuken 9: 4 (zie kader) worden in het Hebreeuws onverstandige mensen opgeroepen ergens van af te wijken, oftewel, een bepaalde kant op te komen. Het Boek geeft dat als volgt weer: Wie slecht is, moet er zeker heen. Als je dan sterk doeltaal- en bedoelinggericht wil vertalen, doe het dan op de manier van de NBV! Kortom, een doeltaalgerichte vertaling is betrouwbaar, mits de betekenis en de bedoeling van de grondtekst goed doorklinkt. En een brontaalgerichte vertaling is betrouwbaar, mits de feitelijke betekenis van de grondtekst niet ondersneeuwt.
Vertaling Spreuken 9: 4
SV
Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts!
NBG ‘51
Wie onverstandig is, kere zich hierheen;
Het Boek
Wie slecht is moet er zeker heen.
Naardense Bijbel
Wie nog te simpel is neme hierheen de wijk,
NBV
Onnozele mensen, kom toch deze kant op.
HSV
Wie is er onverstandig? Laat hij hierheen afwijken.
Die ‘slechten’ van Het Boek komen uit de SV. Hebben de makers en reviseurs van Het Boek het oud-Nederlandse woordje ‘slecht’ (onnozel, eenvoudig; denk aan de berijming van Psalm 19) wellicht niet begrepen en de grondtekst niet geraadpleegd?
L.B.C. Boot
Ds. L.B.C. Boot is emerituspredikant en woont in Veenendaal
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2011
De Wekker | 20 Pagina's