Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee plaatjes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee plaatjes

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Matteüs 9: 36-38

Toen Hij de scharen zag, werd Hij met ontferming over hen bewogen, daar zij voortgejaagd en afgemat waren, als schapen die geen herder hebben. Toen zeide Hij tot zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst.

In deze tekst krijgen we twee ‘plaatjes’ te zien. De eerste is vol beweging: schapen die verwilderd alle kanten uit rennen. Het is meer een kort filmpje, zoals je dat kunt maken met een digitale fotocamera. De tweede is een foto, die misschien wel aan de muur van je vakantiehuis hangt. Er is een eindeloos veld met koren te zien, klaar om geoogst te worden. Het beeld ademt een en al rust.
Wat zeggen deze beelden? Wat hebben ze met elkaar te maken?

Voortgejaagd en afgemat
Als Jezus na een periode van rondgaan door Galilea de balans opmaakt, dan ziet Hij schapen die met schuim om de bek hardlopen, alsof ze door een roofdier op de hielen worden gezeten. Bij voorbaat kansloos zijn ze, tegen welk wild dier dan ook. Het woord ‘voortgejaagd’ duidt erop dat hele stukken van de huid al door doornen en rotsen zijn afgereten.
Volstrekt aan het eind zijn ze, ‘afgemat’. Dat woord wil zeggen: ze liggen op de grond. In de meeste gevallen betekent het dat het dier de dood nabij is. Ze hebben gelopen tot ze erbij neervielen.

Waarom doen ze dat? Ze hebben geen herder, zegt Jezus. Ze hebben niemand die voor hen zorgt, die zijn leven voor hen inzet. Zijn ze niet geweldig vrij? Tja, het is maar wat je vrij noemt. ‘Voortgejaagd’, zegt Jezus. Wie zit daar achter? Zij zelf? Is het hun eigen ambitie, eerzucht, geluksverlangen? Zeker, maar onder en achter dat alles is er de leugenaar en mensenmoorder van het begin af aan.

Wit om te oogsten
Dan is er ineens een totaal ander, onverwacht beeld. De schapen maken plaats voor korenaren. Jezus spreekt van oogst. Het is een vreemde overgang. We wrijven onze ogen uit. Is er niet iets tussenuit gevallen? Hoe kan nu een aantal schapen – het is geen kudde meer te noemen – een veld met wuivende halmen koren worden?

Toch staat het er zo. Het is geen vergissing. De onrust maakt plaats voor rust. Het voortjagen naar de dood gaat over in een beeld van léven. De oogst is klaar. Er kan niets meer misgaan. Het graan moet alleen nog worden binnengehaald
We zien het graan daar op het veld staan. Het holt niet. Het loopt niet weg. Het is niet afgemat. Het staat te wuiven in de wind. De heuvels steken hun toppen met geel goud omhoog. Een en al rust ademt het.

Het geheim
Wat is het geheim van deze overgang? Het geheim is Jezus. Als Hij al die mensen ziet, zieken, bezetenen, armen, rijken – dan brengt hij al die verschillen op één noemer: zonder herder. En dan geeft Hij zichzelf, als Goede Herder. Hij geeft zijn leven voor de zijnen. Dan zegt Hij: ‘Het is volbracht’.
Zijn al die mensen dan ineens niet meer voortgejaagd en afgemat? Jawel. We hoeven maar om ons heen te kijken. De jacht naar succes, roem, eer, geld. Ambitie. We hoeven alleen maar bij onszelf naar binnen te kijken ...
Jezus ziet ons zoals we zijn. Dat is dat beeld van de schapen. Dan zégt Hij: ‘de velden zijn wit om te oogsten’. Dat krijgen we dus te horen. Het wordt ons gezegd. Het is een belofte. En die belofte ademt rust. We dienen te rusten van onze werken en God door zijn Geest in ons te láten werken, zegt de Heidelbergse Catechismus. De verandering van beeld werpt ons niet op onszelf terug, maar op Christus.

Innerlijke ontferming
Jezus heeft al heel wat van de onderkant van het leven in deze wereld gezien, als we in Matteüs 9 zijn. We hoeven Hem niets te vertellen. Wat Hij ziet zijn geen zielige mensen, maar dwaze zondaars. In volle vaart de dood tegemoet.
Wonderlijk, Jezus keert zich niet af, maar wordt – staat er in de tekst – ‘met ontferming bewogen’. Dat woord duidt op iets dat diep in een mens omgaat. Het wordt gebruikt voor het samenkrimpen van de baarmoeder. Die weeën doen pijn. Maar er komt leven uit voort. Die ontferming is de brug tussen de twee beelden: de liefde van Jezus, tot het einde, met een kracht die hopeloos verloren mensen herschept tot oogst voor zijn Koninkrijk.
Het komt nu op bidden aan. Bidden om arbeiders die de oogst binnenhalen. Het is dus geen onbegonnen werk. Bidden is naar onszelf en anderen leren kijken, door de ogen van Jezus. En dan jezelf geven, in zijn dienst. ‘Hier ben ik, zend mij.’

G.C. den Hertog
Ds. G.C. den Hertog is hoogleraar systematische vakken aan de Theologische Universiteit Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 2012

De Wekker | 20 Pagina's

Twee plaatjes

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 2012

De Wekker | 20 Pagina's