Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hebreeën 11: 17-21 (Hebreeën 11 4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hebreeën 11: 17-21 (Hebreeën 11 4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geloven als het je goed gaat, dat levert velen schijnbaar geen moeite op. Maar geloven als de dood zich aandient, dat is iets anders. Dan houvast hebben aan Gods onveranderlijke trouw en belofte over dood en graf heen, dat is pure genade. Daarvan spreken de geloofsgetuigenissen van de aartsvaders.

Nadat de schrijver van de Hebreeënbrief ons het een en ander verteld heeft over Abrahams vertrek uit Ur, zijn vreemdelingschap in Kanaän en zijn uitzicht op het nieuwe Jeruzalem, wijst hij ons op Abrahams offer van Izak als een geloofsdaad. Maar ook Izak en Jakob staan in de rij van de geloofsgetuigen. Zij geven de erfzegen door aan hun nageslacht. En dat alles als aansporing van de Hebreeën en ons om te volharden in dat geloof.

Abrahams geloofsoffer
Het was een geweldige geloofsbeproeving voor Abraham om op Gods bevel zijn zoon Izak te offeren. Hoe heeft hij dit kunnen opbrengen? Immers, Izak was niet alleen zijn enig geliefd kind, aan dit kind had God ook Zijn belofte verbonden. Aan het leven van Izak hing de vervulling van Zijn belofte van een talrijk nageslacht en van de beloofde Messias als de Zaligmaker van de wereld. En als hij nu dit kind moet doden dan wordt toch door deze belofte een streep gehaald? Dat betekent dat er geen toekomst, geen zegen, geen heil, geen genade meer is voor wie ook. De komst van Christus wordt definitief geblokkeerd en dus moet heel de mensheid verloren gaan. Abraham heeft dat geweten, hij zal daarmee geworsteld hebben.
Hoe heeft hij deze tegenstrijdigheid van belofte en bevel kunnen overwinnen? Alleen door het geloof. Door de overgave van zijn hart aan de belovende God. Gelouterd, door de beproeving heen, is hij gaan overleggen en toen wist hij het met volle zekerheid: God houdt Zich aan Zijn belofte. Hij, Die in het verleden machtig was om uit een verstorven moederschoot nieuw leven te wekken, is ook nu bij machte Izak uit de doden op te wekken. In dit vertrouwen op zijn God is hij niet beschaamd geworden. Want hij kreeg hem als het ware uit de dood terug. Hij had hem in het geloof al geofferd, maar toen God zei: doe de jongen niets, gaf God hem als zijnde geofferd weer aan Abraham terug. Het ware geloof wordt ook nu nog altijd beproefd. We zullen alles moeten opofferen wat tegen Gods wil ingaat. Maar de Heere geeft er alles voor terug: Zijn eigen lieve Zoon, geofferd aan het kruis.

Izaks geloofszegening
Dat ook Izak in rij van geloofsgetuigen staat, moet ons bevreemden. Immers, hij zegent zijn zonen Jakob en Ezau, maar spreekt alles rondom die zegening niet van ongeloof en ongehoorzaamheid? Als zijn vrijwillige overgave op het altaar van zijn vader daar de oorzaak van zou zijn, dan hadden we het wel kunnen begrijpen. Hij was het met Gods wil eens. Maar nu, aan het einde van zijn leven, gaat hij, door de eerstgeboortezegen aan Ezau te willen geven lijnrecht tegen Gods wil in. De Heere had immers al voor de geboorte van Ezau en Jakob gezegd: die zegen komt Jakob, de jongste, toe. De meerdere zal de mindere dienen. Maar Izak had zijn hart verpand aan Ezau, de jager, van wie hij ook wist dat hij bezig was de God van het verbond vaarwel te zeggen. En toch: door het geloof heeft Izak zijn zonen gezegend. Zijn geloofsdaad is dat hij, dwars door bedrog heen, Jakob de beloofde zegen geeft en Ezau de ‘mindere’ zegen. En dat hij, toen hij dat tot zijn schrik ontdekte, deze zegen niet meer terug wilde draaien. ‘Ik heb hem, Jakob, gezegend en hij zal gezegend zijn’, sprak hij. Zijn ingezonken geloof vlamde weer op. Geleid door de Heilige Geest profeteert hij van de toekomst van zijn beide zonen, waarbij hij aan Jakob de tijdelijke en eeuwige zegen belooft: het ontelbare nageslacht, de komst van de Messias, de uitbreiding van Gods koninkrijk. Terwijl voor Ezau een hard bestaan in het verschiet ligt van strijd en verlies. Hij zal zijn broer moeten dienen, al wringt hij zich daar telkens weer onder vandaan. Gods kinderen krijgen door het geloof in Gods belofte ook profetisch zicht op de toekomende dingen: eeuwig bij en met de Heere zijn als Christus terugkomt.

Jakobs geloofsaanbidding
Jakob is de derde stamvader van Israël van wiens geloof getuigenis wordt gegeven. Hij zegent de beide zonen van Jozef, Manasse en Efraïm op zijn sterfbed. Jakob, de bedrieger, die Ezau listig de eerstgeboortezegen ontfutselde, die met God worstelde en dat levenslang bleef doen, is door Gods herhaaldelijk en pijnlijk ingrijpen uitgeworsteld, zodat hij op zijn sterfbed in volstrekte overgave belijdt: ‘Op Uw zaligheid wacht ik, Heere.’ Maar dan zien we Hem ook die machtige geloofsdaad verrichten: hij zegent de zonen van Jozef. Niet zoals Jozef het wilde, die Manasse als de oudste aan zijn rechterhand plaatste, zodat hij de grootste zegen zou ontvangen, en Efraïm aan zijn linkerhand. Nee, Jakob kruiste zijn armen en legde zo die zegen op het hoofd van Efraïm. Zo wilde God het.
Zo leidde de Heilige Geest hem. En dan – leunend op zijn staf – knielt hij in aanbidding voor de Heere neer. De zwaar beproefde en strijdende Jakob eindigt zijn leven niet in een klacht, maar in zijn God. In geloofsaanbidding voor Zijn onwankelbare trouw aan Zijn beloften.


Gespreksvragen
1. Waarom is de geloofsbeproeving om Izak te offeren zo zwaar voor Abraham? Waarom kon hij dit offer toch brengen?
2. Vraagt de Heere ook nu nog offers? Welk offer zou u en jij moeten brengen en lukt dat?
3. Waarom wilde Izak de eerstgeboortezegen aan Ezau geven? (zie Gen. 25: 28). Is het juist dat ouders één van hun kinderen voortrekken?
4. Welke bemoediging kun je uit het leven van Jakob putten? (zie Psalm 146).
5. Wat is aanbidding en kent u deze gestalte ook?

G. van de Groep
Ds. G. van de Groep is emerituspredikant te Heerde.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 2012

De Wekker | 20 Pagina's

Hebreeën 11: 17-21 (Hebreeën 11 4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 2012

De Wekker | 20 Pagina's