De Bergrede Matteüs 6: 19-34 (De Bergrede 5)
God of Mammon. De vraag is in wie je je vastigheid vindt. Aardse schatten of hemelse? Jezus peilt opnieuw de gerichtheid van onze harten. We verzamelen heel wat af. En Jezus vraagt: maar wat is het dan dat je bijeen aan het brengen bent (Matt. 6: 19-24). Daaraan gekoppeld gaat Hij in Matteüs 6: 25-34 in op de vraag waar we nou eigenlijk zo druk mee bezig zijn? Heb je oog voor wat God in je leven doet of regel je het liefst onafhankelijk van Hem je zaakjes?
Samengevat gaat de Here Jezus in op twee belangrijke thema’s: de bedreiging van rijkdom en – samenhangend daarmee – de zorgen om het leven van alledag. Het gaat hier om ‘hebben’ en ‘houden’. De Here Jezus houdt te midden van ons jagen en jachten het leven als een kind van Gods Koninkrijk voor.
Schatten
Mijn jongste dochter kan soms enorm wegdromen. Ze heeft het dan over een prachtige villa met een zwembad. En ze ziet een prachtige auto daarbij geparkeerd staan. Mooie kleding zal ze in die omstandigheden dragen. Prachtig. Voor veel mensen is die droom meer dan een droom. Het is een doel, ja het doel van hun leven geworden. Alle energie en aandacht zijn gericht op de realisatie daarvan. Het plakboek van het leven moet vol komen te staan met afbeeldingen van geld en goed. En daar klinkt de stem van de Here Jezus: Verzamelt u geen schatten op aarde, (…) maar verzamelt u schatten in de hemel. Zou Jezus niets hebben met mooie huizen of een gevulde portemonnee? Zou Hij het ‘aardse’ verachten (haten) en voluit gaan voor het geestelijke? Waarbij het geestelijke bestaat in losgekomen zijn van al het aardse. Dat zal de strekking van zijn woorden niet zijn. Het gaat Hem om wat wij verzámelen.
Verzamel je zaken die tijdelijk zijn. Zaken die uiteindelijk verroesten, kapot gaan, verdwijnen. Dat zijn misschien wel mooie zaken maar ze zijn wel zo tijdelijk als wat. En – zo vraagt Jezus – wil jij daar het mandje mee vullen? Als je bij de eindstreep komt dan blijkt dat mandje leeg te zijn. Alles is dan helemaal afgeschreven! Vul je mandje met schatten in de hemel. En wat zijn die schatten dan? Die hebben alles te maken met Gods Koninkrijk. Daar heeft Jezus het over gehad, eerder in de Bergrede. Een schat is bijvoorbeeld dat je je vijanden lief hebt. Of: dat het jou niet gaat om de eer van mensen. Of: dat je zorgt voor iemand die het moeilijk heeft. Dat je investeert in je huwelijk, in jouw relaties. Een hemelse schat is je bidden en danken. En als je die allemaal in je mandje legt dan draag je zaken met je mee die de grens van de dood passeren kunnen! Over weinig ben je getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer (Matt. 25: 21b). Twee heren kun je niet dienen. Haten moet je overigens niet gevoelsmatig invullen. Haten heeft de betekenis van tegen iemand kiezen (op de tweede plaats zetten) en liefhebben is voor iemand kiezen. Dat je leven is: God komt en blijft voor mij op de eerste plaats. Hem heb ik lief!
Zorgen
Schatten verzamelen en je zorgen maken. Dat zijn feitelijk twee kanten van dezelfde medaille. Wie zijn mandje wil vullen met aardse goederen die zal zich ook druk maken tijdens het vullen ervan. Valt er niets uit? Kan ik wat er in die mand zit vervangen door iets mooiers en beters? Wat als mijn inkomen terugvalt? Kortom je maakt je dan telkens flink zorgen. Je kunt met het woord van Jezus om je geen zorgen te maken gemakkelijk de verkeerde kant uitgaan. Namelijk dat je die woorden opvat als een opdracht om de boel de boel te laten. Dat je dan bijvoorbeeld geen verzekering hoeft af te sluiten. Of dat je bepaalde medische handelingen niet laat verrichten. Vraag maar eens aan een boer of die veel opbrengsten van zijn land zal hebben als hij op een stoel gaat zitten en zich vervolgens ‘geen zorgen’ maakt.
Nee, het gaat hier om iets anders. De handen moeten zeker uit de mouwen maar niet zo dat de relatie met God zelf het onderspit delft! Sterker nog die relatie is bepálend voor je handel en wandel. Niet de kramp van op alles grip te willen hebben. Niet de zelfoverschatting dat het allemaal van jou afhankelijk is. Niet de (onbewuste) hoogmoed dat je het allemaal zelf moet doen en dat ‘niemand’ je helpt. Dat zijn allemaal uitingen van als-God-willenzijn. Laat nou – waar jij geen grip op hebt – over aan God! Kun je el aan je lengte toevoegen? Dat wil zeggen: kun jij je leven verlengen? Jouw leven ligt toch in de trouwe handen van God. Laat het dan ook in zijn handen en leer van de vogels en de lelies. Zoek eerst zijn koninkrijk. Laat Hem de Koning van je leven zijn.
Gespreksvragen
1. Welke aardse schatten ben jij aan het verzamelen? Lees daarbij ook 1 Timotheüs 6: 7-10 en 17-19 en Lucas 12: 13-21. Schatten in de hemel. Hierboven worden er een aantal genoemd. Bedenk nog eens meer van die schatten.
2. Een zuiver oog kijkt één kant uit. Een slecht oog alle kanten tegelijk. (Matt. 6: 22-23) Hoe is met jouw oog? Welke ‘bril’ reikt de Here Jezus aan?
3. Zorgen en bezorgd zijn. Waar gaat zorgen over in bezorgd zijn? Ga na wanneer je de grens overschrijdt. En hoe kan het dat je die grens over gaat? En wat adviseert de Here Jezus ons nu precies met betrekking tot die grensoverschrijding?
4. Wat wordt bedoeld met ‘elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad’ (Matt. 6: 34, slot)?
N. Vennik
Ds. N. Vennik is predikant te Groningen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 2012
De Wekker | 20 Pagina's