Omgaan met geld (3)

Zijn we rijk in God?
Als we leven als kinderen van God, als onze wandel in de hemel is, dan wordt dat zichtbaar. Dat kan niet anders. In het bijzonder in de manier waarop wij met deze aarde omgaan. Leven we met het oog op het hier en nu, egoïstisch? Of leven we bewogen, zijn we barmhartig, zoals onze Vader die in de hemelen is, barmhartig is?
De vraag waar het op aankomt, is: zijn we rijk in God of verzamelen we alleen schatten voor het hier en nu? Jezus heeft erop gehamerd om eerst het Koninkrijk van God te zoeken en Zijn gerechtigheid. Als dat andere eerst komt, dan worden we door de Heere Jezus scherp gewaarschuwd door de gelijkenis van de rijke dwaas, die man die alles maar oppotte, zonder ervan aan anderen te willen delen. Hij meende aan alles gedacht te hebben. Hij kon met pensioen. Alles dik voor elkaar. Maar hij had buiten God gerekend. En daar kom je voor eeuwig bedrogen mee uit. God zegt namelijk: ‘Dwaas! In deze nacht zal men uw ziel van u opeisen; en wat u gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zo is het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God’.

Richtlijnen
Op basis van wat we gezien hebben volgen nu enkele richtlijnen in willekeurige volgorde.
1. We zijn rijk hier in het westen. Als je € 35.000 op jaarbasis binnenkrijgt, dan verdien je meer dan 99% van de wereldbevolking. Natuurlijk, onze vaste lasten zijn wellicht ook hoog, maar desniettemin is het een feit dat wij zeer bevoorrecht zijn. Ik denk dat de Bijbel ons als eerste aanreikt om daar dankbaar voor te zijn, om God daarvoor te erkennen en om dat ook aan Hem te laten zien in ons leven.
2. Rijk zijn is niet per se erg. Wel als je je hart erop zet. En helemaal als je met veel begeren leeft. Dan ben je niet tevreden, niet dankbaar. Het gaat erom hoe wij met onze rijkdom omgaan: gebruiken we het alleen voor onszelf, of dienen we de Heere en Zijn dienst? Als richtlijn geeft de Bijbel 10%. En we hebben gezien: God geeft er Zijn rijke beloften bij (Mal. 3). De Heere heeft een blijmoedige gever lief.
3. Kijk met barmhartige ogen naar deze wereld. God heeft ons erin geplaatst om te dienen. Dat begint dicht bij huis. Laat er geen armen zijn bij u in de gemeente!
4. Al ons bezit is Gods geschenk. Ga ermee om als een rentmeester, niet als een pachter. Een pachter denkt: het is niet van mij, ik heb er huur voor betaald, het maakt niet uit wat ik ermee doe. Een rentmeester draagt verantwoordelijkheid en legt verantwoording af. Dat zal God ook van ons vragen. Van hoe wij omgaan met ons geld. Maar ook met de schepping: met het milieu, met de bio-industrie, met de grondstoffen van deze aarde.
5. Wees niet gierig. Deel uit aan mensen in nood. Deel aan uw kinderen wat zij nu al nodig hebben, in plaats van alles op te potten voor een eventuele erfenis. Ik herinner me dat eens, toen ik bij de groenteboer werkte, een ouder iemand de groentekar inkwam en zuinigjes bestelde. Toen hij wegging zei mijn baas: ‘… en die kan zijn geld nooit meer opmaken’. Wat erg als je nooit van het goede dat God je geeft kunt genieten (zie Pred. 9: 9).
6. Verwacht het niet van de pensioenfondsen e.d. U heeft immers een Vader in de hemel, van wie alles is? Vertrouw maar op Hem. U kunt niet met bezorgd te zijn één el aan uw lengte toevoegen, nietwaar.
7. Leef niet in overdaad, maar eenvoudig.
Bij de vrucht van de Geest behoort matigheid. Dat geldt ook in geldbesteding. Hebben we het allemaal nodig? Drie vakanties per jaar? Nog een groter huis met een duurdere hypotheek? Laten we tevreden zijn met weinig. Leven van ‘genoeg’. Het gebed van Agur is hoogst actueel: ‘Geef mij geen armoede of rijkdom, voorzie mij van mijn toegewezen deel aan brood. Anders zou ik, verzadigd, U verloochenen en zeggen: Wie is de Heere? Of anders zou ik, arm geworden, stelen, en de Naam van mijn God aantasten.’ Als we besparen, kunnen we meer weggeven aan anderen.
8. Leef met de hoop op het eeuwige leven. Word niet aan de wereld gelijkvormig. Doe niet mee met iedereen, want dan val je zomaar ten prooi aan de mammon. We leven in de wereld – en dat mogen we al genietend van Gods gaven doen! – maar we zijn niet van de wereld.
9. Werkelijk rijk zijn, werkelijk gelukkig zijn, werkelijk zalig zijn, is deel hebben aan het Koninkrijk van God, om daar je hart, je hele leven op te richten, inclusief je portemonnee. Want ‘waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn’.

P.W.J. van der Toorn
Ds. P.W.J. van der Toorn is predikant te Heerde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen