De eerste synodeweek (Generale synode 2013 3)
Van 1 tot 4 oktober werd de eerste zittingsweek van de generale synode gehouden. Tussen dinsdagochtend 10.00 uur en vrijdagmiddag 16.00 uur vergaderden we bijna 32 uren. Het waren goede, broederlijke uren. Tal van onderwerpen vroegen de aandacht, veel besluiten zijn genomen. In dit verslag een greep uit de eerste synodeweek.
Aanpak
Eerst nog maar even over de manier van vergaderen. Hoe gaat dat in z’n werk? Als een rapport van een deputaatschap samen met het rapport van de synodecommissie besproken wordt, wordt geïnventariseerd wie het woord wil voeren. Zij zorgen dat ze bij het spreekgestoelte staan als ze aan de beurt zijn, en stellen hun vragen aan de synodecommissie of aan de deputaten. Na deze eerste ronde krijgt eerst de rapporteur van de commissie de gelegenheid op de vragen in te gaan. Daarna de voorzitter van het deputaatschap.
Als daarmee de lucht nog niet helemaal geklaard is, volgt een tweede ronde, die net als de eerste ronde verloopt. Er wordt op de synode dus niet gedebatteerd. Ook niet gediscussieerd. Dat zou wellicht ook oeverloos worden. Na de vragenrondes is het mogelijk voorstellen in te dienen. Dan gaan we door de (eventueel gewijzigde) voorstellen van de commissie heen.
Nieuwe voorstellen worden door ds. A.J. van der Toorn digitaal verwerkt, en verschijnen op het grote scherm, zodat de hele synode helder heeft hoe het voorstel precies geformuleerd is. Dat is een mooi stukje vernieuwing.
Eenheid
Op de eerste synodedag kwam het rapport van deputaten ‘eenheid gereformeerde belijders’ aan de orde. De bespreking van dit rapport gebeurde niet in één keer. De synodecommissie schreef er daarom een heel stapeltje rapporten over, waarvan er eerst een paar aan de orde kwamen.
Voorafgaand aan de bespreking van het rapport over de Gereformeerde Bond sprak ds. A.J. Mensink (voorzitter hoofdbestuur GB) de synode woorden van broederlijke verbondenheid toe. Ds. D. Quant beantwoordde de toespraak en gaf vervolgens de rapporten in bespreking. Besloten werd de kansels ook open te stellen voor predikanten in de PKN die zich van harte verbonden weten met de gereformeerde belijdenis. Plaatselijke kerkenraden zullen zich ervan verzekeren dat dit het geval is alvorens een predikant uit te nodigen.
Bij de bespreking van de contacten met de HHK (Hersteld Hervormde Kerk) voerde ds. D. Heemskerk het woord. Verder werd gesproken over het COGG (Contactorgaan Gereformeerde Gezindte) en over de Raad van Kerken.
Naast de concrete besprekingen over kerkmuren heen, kwam ook de bezinning van het deputaatschap op kerkelijke eenheid aan de orde. Deze bespreking krijgt nog een vervolg in de volgende synodeweek. Een belangrijk punt daarbij is de verhouding tussen het zoeken naar eenheid over de kerkmuren heen, en het bewaren van de eenheid binnen onze kerken.
Jongeren
Traditiegetrouw stonden de jongeren van onze kerken hoog op de agenda: op de avond van de eerste synodedag. De bespreking van het rapport van ‘kerkjeugd en onderwijs’ werd ingeleid door de jeugdwerkorganisaties. Reinier Sanders (CGJO) en Kees van Vianen (LCJ) hielden gezamenlijk een presentatie waarin met klem hartelijke aandacht en gebed voor onze jongeren werd gevraagd.
Dovenpastor
Bij de bespreking van het rapport deputaten pastoraat in de gezondheidszorg werd in het bijzonder aandacht besteed aan de opvolging van ds. A. Dingemanse, onze dovenpastor. Wat is het belangrijk dat als hij met emeritaat gaat (in 2015) er een opvolger is die de taal en de cultuur van doven en slechthorenden kent. De financiële kant hiervan moet nog nader besproken worden, maar het belang van goede opvolging is wel ingezien en onder woorden gebracht.
Israël
Bij de bespreking van het rapport van deputaten ‘kerk en Israël’ is vooral doorgesproken over het onderwerp ‘verkondiging’, en dan vooral over de wijze waarop dat zou moeten plaats hebben richting het volk Israël. Moet wegens de vele zwarte bladzijden in de kerkgeschiedenis de kerk niet vooral voorzichtig en bescheiden zijn en moeten we daarom liever niet spreken van het ‘gesprek’ met Israël? Maar in hoeverre zal dat gesprek van de kerk uit een getuigend gesprek zijn?
Voorstellen worden gedaan over formulering van de opdracht voor deputaten kerk en Israël in de kerkorde. Ook maakt de samenwerking met de CIS (Centrum voor Israël Studies) nodig dat we wat dingen in de kerkorde wijzigen.
Financiën
Regelmatig vragen de financiën de aandacht. Aan het begin van de synode werd al gesteld dat alle beslissingen die financiële consequenties hebben, gemaakt worden onder voorbehoud. Aan het einde van de synode gaat commissie 6 (financiën) er nog eens goed doorheen om de besluiten op hun financiële haalbaarheid te beoordelen. Uiteindelijk zullen we als kerken via de omslag per kerklid de financiën bij elkaar moeten brengen om alle kerkelijke taken uit te kunnen voeren.
Bij deputaten onderlinge bijstand en advies komen financiële zaken aan de orde. Ook bij deputaten studie- en stimuleringsfonds. Eveneens bij deputaten emeritikas. Wat de laatste betreft zijn er in verband met de overgang naar het pensioenfonds heel wat vragen gesteld aan deputaten. Br. Loonstra beantwoordde de vragen met geduld en grote kundigheid. Er is veel werk verzet!
TUA
Op donderdag was het TUA-dag. De rapporten van het curatorium en deputaten toezicht TUA kwamen aan de orde. Aan de TUA wijzigt het een en ander. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kerkelijke docenten en niet-kerkelijke docenten. De kerkelijke docenten worden benoemd door de synode.
Ook wordt het mogelijk hoogleraren van buiten onze kerken een benoeming te geven: een bijzonder hoogleraarschap. Een dergelijke benoeming is dan wel iets dat boven het reguliere lesrooster. De kernvakken vragen om een kerkelijke, door de synode benoemde, docent.
Het is de bedoeling dat toekomstige (door de generale synode benoemde) hoogleraren niet in één keer vanuit de pastorie hoogleraar worden. In aansluiting met wat gebruikelijk is in de wetenschappelijke wereld, moet er eerst een traject gevolgd worden waarin bekwaamheid bewezen wordt. De technische term daarvoor is ‘tenure track’. Daarbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan onderwijsbekwaamheid en publicaties op het specifieke vakgebied. Bij een goed verloop van de ‘tenure track’ kan de universitair hoofddocent benoemd worden tot hoogleraar.
Emeritaat
Aan prof. dr. A. Baars werd op de meest eervolle wijze emeritaat verleend. Op donderdagmiddag was prof. Baars met zijn vrouw en verschillenden van hun kinderen aanwezig. De emeritaatsverklaring werd voorgelezen, en er volgden toespraken van ds. Quant als preses van de synode, van ds. Buijs als voorzitter van het curatorium en van prof. Den Hertog als rector. Er klonken hartelijke en lovende woorden.
Nadat prof. Baars de toespraken beantwoord had, kregen we als synodeleden de gelegenheid hem en zijn vrouw de hand te drukken.
Benoemingen
Op voordracht van het curatorium werden twee broeders benoemd tot UHD: universitair hoofddocent. Dr. M. J. Kater werd benoemd tot UHD in de gereformeerde praktische theologie. Dit is overigens ook een nieuwe naam. De oude naam was diaconiologische vakken, maar die naam vindt niet veel aansluiting meer bij de naamgeving van dit vakgebied op andere theologische universiteiten. Daar heet het praktische theologie.
Dr. Kater is dus benoemd als opvolger van prof. Baars, en zal na bewezen bekwaamheid op dit vakgebied voorgedragen kunnen worden als hoogleraar.
Dr. A. Huijgen werd benoemd tot UHD in de systematische theologie. Ook hij gaat een ‘bekwaamheidstraject’ in, en wordt wellicht ook over een tijdje (met een mooi woord) ‘professorabel’ verklaard.
Dr. Kater en dr. Huijgen werden toegesproken vanuit synode, curatorium en TUA, en met een handdruk hartelijk gelukgewenst door de synodeleden.
Eerder in de synodeweek was al besloten de benoeming van dr. M.C. Mulder, die tot op heden gastdocent was, om te zetten in een vaste benoeming tot universitair docent judaïca/kerk en Israël.
Evangelisatie
Op donderdagavond waren deputaten evangelisatie aanwezig om bij monde van hun voorzitter vragen te beantwoorden en de bespreking en besluitvorming mee te maken. Er werd vooral doorgesproken over de blijvende aansluiting van de zendingsgemeenten bij de kerken. De zendingsgemeenten zijn ook christelijk-gereformeerd, hoewel tegelijk ook anders christelijk-gereformeerd. De vraag daarbij is hoe de rijkdom van onze gereformeerde belijdenis vruchtbaar doorvertaald kan worden naar de praktijk van gemeentestichting.
De deputaten hebben veel opdrachten meegekregen, waaronder de opdracht zendingsgemeenten en moedergemeenten, en classes, te dienen met schriftelijke handreikingen over onderwerpen als de (kinder)doop en de praktijk van avondmaalsbediening in een missionaire context.
Impressies
Er zullen er best zijn die de bespreking van een of ‘hun’ deputaatschap gemist hebben in dit verslag. Ik heb niet alles in dit verslag willen benoemen. Dat kan ook niet. Ik wil u oproepen via de website www.cgk. nl de ‘impressies’ van ds. Bikker onder ‘synodenieuws’ te lezen. Hij heeft van elke afzonderlijke synodedag een verslag ingestuurd. Zo kunt u ook in de tweede synodeweek van dag tot dag op de hoogte zijn. Het Reformatorisch Dagblad heeft op zijn site een ‘live-blog’ over de synode waarbij het zelfs mogelijk is per onderwerp ‘bij te zijn’. Van harte aanbevolen.
A.Th. van Olst
Ds. A.Th. van Olst is predikant van Utrecht-West
De synode besloot op 1 oktober, de eerste inhoudelijke zittingsdag, om voorafgaand aan de inhoudelijke bespreking van het rapport over homoseksualiteit een open gesprek te houden binnen de vergadering, waarin ieder die daar behoefte aan heeft iets zou kunnen zeggen over zijn betrokkenheid bij het onderwerp. Dat kan bijvoorbeeld een persoonlijke betrokkenheid zijn, of een kerkelijke, of een maatschappelijke.
Nadrukkelijk was het niet de bedoeling dat er alvast opmerkingen over het ter tafel liggende rapport zouden worden gemaakt. Het zou gaan om persoonlijke woorden, waarbij de broeders echt uit hun hart zouden kunnen spreken. De synode koesterde de hoop op een persoonlijk ‘geloofsgesprek’. Dat zou de inhoudelijke bespreking naar wij hopen ten goede komen. De inhoudelijke bespreking is in eerste instantie voorzien is voor de tweede vergaderweek, vanaf 29 oktober.
Dit gesprek hebben we op vrijdagmiddag 4 oktober samen gehouden. Het werd een bijzondere geestelijke ontmoeting, waarin we elkaar als broeders heel nabij zijn gekomen. We mochten in elkaars hart kijken, we konden eigen persoonlijke ervaringen met elkaar delen. Er viel daarbij een diepe stilte in de zaal, anderhalf uur lang. Onze ziel was stil tot God, we ontvingen deze kostbare middag uit zijn genadige hand. Iedereen kon zich veilig voelen. Zonder aarzeling: het was diep ontroerend. Om de vertrouwelijkheid en veiligheid te bevorderen vergaderden we in beslotenheid. Maar wat zou het goed zijn geweest als de kerken dit hadden kunnen meemaken en in het bijzonder onze broeders en zusters met een homoseksuele gerichtheid.
Aan het eind hebben we elkaar, elkaars geliefden en elkaars gemeenten én de bespreking van in het bijzonder dit thema aan de Here opgedragen, en we zijn ervan overtuigd dat velen dat met ons zullen blijven doen.
Namens de synode,
ds. D. Quant, preses
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 2013
De Wekker | 20 Pagina's