Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Er is maar één eenheid …

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Er is maar één eenheid …

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Een kritische blik in de spiegel’, zo hebben we als redactie de overkoepelende gedachte van dit blad geformuleerd. Het ging ons om een blad met wat zelfreflectie na de laatste generale synode. En dan vooral toegespitst op één punt dat veelvuldig een plek tijdens de synodebesprekingen innam: dat van de kerkelijke eenheid.

Het onderwerp kwam niet alleen veel voor op de agenda, maar ook deze synode weer bleek hoezeer het onderwerp ‘eenheid’ misschien wel het moeilijkste punt van alle synodebesprekingen was, het punt ook waarbij de gevoelens het hoogst opliepen en waarop er na sluiting van de synode verdriet overbleef, bij afgevaardigden en kerkleden. En daarom is het goed om onszelf eerlijk aan te kijken en te vragen: hoe komt het toch dat wij als christelijke gereformeerden het gesprek daarover zó moeilijk vinden?

Kostbare gave
Eenheid … in onze belijdenis noemen we het samen met de heiligheid, de katholiciteit en de apostoliciteit als één van de gaven die de Here Christus aan zijn kerk gegeven heeft. Als één van de gaven die Hij door zijn offer aan het kruis, met zijn eigen bloed, voor Zijn kerk verworven heeft. We belijden het daarmee als iets kostbaars en als iets moois dat ons geschonken wordt. En op sommige momenten proeven we ook iets van de vreugde over dat geschenk. Ook op deze synode waren die momenten er, waarop heel sterk de onderlinge eenheid in Christus ervaren is, waarop de liefde als broeders uit één Vaderhuis gevoeld is, en waarop de dankbaarheid daarover met elkaar gedeeld is.

En dan toch … juist in de gesprekken over kerkelijke eenheid ook dat andere: verharding, verwijdering en verdriet. Hoe kan dat? Misschien heeft het hiermee te maken, dat meer en meer de Christelijke Gereformeerde Kerken de kerken zijn geworden waarin eenheid naar binnen en eenheid naar buiten elkaar lijken uit te sluiten. Doe je het ene, dan gaat dat ten koste van het andere; zoek je eenheid naar buiten, dan komt de interne eenheid onder druk te staan, en wil de je de eenheid naar binnen bewaren, dan gaat dat ten koste van de opdracht naar buiten.

Botsende principes
Zo is het ook wel gezegd tijdens deze synode: het ene principe (het zoeken van eenheid naar buiten) botst nou eenmaal op een ander principe (het bewaren van interne eenheid), en daarmee zitten we in een patstelling. Door te spreken over botsende principes komt de ene eenheid (de interne eenheid) tegenover de andere eenheid (de eenheid naar buiten) te staan. Maar ... hoe aannemelijk het ook mag klinken, en hoezeer het met de ervaring overeen lijkt te komen, klopt dit eigenlijk wel?

Is het echt zo dat je meerdere ‘eenheden’ kunt onderscheiden die dan ook nog eens tegenover elkaar kunnen komen te staan? Meer en meer denk ik dat er een gevaar in dit spreken ligt, omdat de tegenstelling die gemaakt wordt ten diepste een valse tegenstelling is. In de kerk kennen we maar één eenheid, dat is de eenheid in Christus, de eenheid in het ware geloof. En dat is dezelfde eenheid, naar binnen én naar buiten.

Eenheid in Christus
Om dat iets meer in te kleuren moet ik nog even terug naar het begin van dit artikel, naar de eenheid als gave van Christus. Ik zei al, samen met de heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit wordt de eenheid van de kerk in de geloofsbelijdenis van Nicea genoemd als één van de eigenschappen van de kerk, één van de dingen die de kerk tot kerk maakt. Het is aan de kerk wezenlijk eigen om één, heilig, katholiek en apostolisch te zijn. En dat geldt niet alleen voor de kerk zoals zij voor Gods aangezicht bestaat, de kerk van alle uitverkorenen, maar dat heeft ook betrekking op de ‘zichtbare kerk’, de kerk zoals die concreet voor onze ogen bestaat.

De belijdenis zegt wat er in geloof van de kerk gezegd kan en moet worden op grond van Gods Woord. En het eerste is dan niet dat de kerk één behoort te zijn, maar dat zij één ís. Zij is dat in Christus, Die het Hoofd is van zijn kerk. Wie Hem toebehoren, horen bij elkaar. Ef. 4: 4-6 zegt: het is één lichaam en één Geest, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen. De eenheid is uit genade in Christus gegeven.

En vervolgens, omdat de eenheid aan de gemeente van Christus gegeven is, wordt zij er toe geroepen. Er is één lichaam, één Geest, één Here, één God en Vader van allen, daarom zijn de gelovigen geroepen zich te beijveren de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede (Ef. 4: 3). De belijdenis spreekt ook dat element na, bijvoorbeeld in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, waar staat dat terwijl de kerk één is door de Geest, tegelijk iedere gelovige zich bij haar hoort te voegen en zich met haar moet verenigen om de eenheid van de kerk te bewaren (art. 27 en 28).

Met de Heidelbergse Catechismus belijden we dat Christus zijn gemeente vergadert door zijn Geest en Woord in de eenheid van het ware geloof (zondag 21). Dát is de basis waarop wij in de kerk aan elkaar gegeven zijn, en dát is de eenheid waarover we het in de kerk hebben. Er is maar één eenheid: eenheid in het ware geloof, eenheid in Christus. En dat is dezelfde eenheid, naar binnen en naar buiten.

Naar binnen
Want, wat is de band die ons als Christelijke Gereformeerde Kerken uiteindelijk samenhoudt? Is dat het dragen van de ene naam ‘Christelijk Gereformeerd’? Zit het ‘m in een herkenning van ‘geestelijke ligging’? In gemeenschappelijke geschiedenis of gewoonten? Als díe dingen, hoe mooi ook, de band vormen, dan zal die band het niet houden op het moment dat het moeilijk wordt. De enige band die het houdt, ook als de liefde op de proef gesteld wordt, is de band van de eenheid zoals hierboven geschetst. De eenheid op grond van Schrift en belijdenis, de eenheid van het ware geloof, de eenheid in Christus.

Al bij de eerste kerkordening van de Gereformeerde Kerken in Nederland was de gemeenschappelijke belijdenis teken van de onderlinge verbintenis en van de eenheid van de kerken. Instemming met haar was voorwaarde voor het aangaan en de handhaving van dat verband. En het is nog steeds de grond onder ons kerkelijk samenleven, ook als Christelijke Gereformeerde Kerken: geen ‘geestelijke ligging’ of iets dergelijks, maar eenheid in belijden, die leidt tot een hartelijk aanvaarden van elkaar als broeders en zusters in Christus.

En als we dan toch in de spiegel kijken, laten we dan ook op dat punt onszelf maar eerlijk aankijken en vragen: ís dat er inderdaad onder ons …? Een hartelijk aanvaarden van elkaar als broeders en zusters in Christus, zonder slagen om de arm? En zo niet, hoe zit het dan met die eenheid in belijden? Nog zo’n oude regel, waarin we de kerk van de Reformatie volgen, is dat we in de kerk afgaan op wat iemand met de mond belijdt, en met zijn leven niet tegenspreekt … als wij hetzelfde zéggen te belijden, vertrouwen we elkaar dan genoeg om het met die mondelinge belijdenis te doen?

Naar buiten
En eigenlijk gelden diezelfde vragen bij het zoeken van eenheid ‘naar buiten’. Het gaat in dat zoeken om precies dezelfde eenheid die we ook binnenkerkelijk belijden en beleven: de eenheid in Christus, de eenheid in het ware geloof. Het is déze eenheid in belijden die de grond is onder de toestemming die samenwerkingsgemeenten kregen om plaatselijk nauwer te gaan samenleven, het is ook déze eenheid in belijden die dringt om verder zichtbare eenheid te zoeken met kerken van gemeenschappelijke belijdenis. Want, waar eenheid ís, daar moet die eenheid ook zichtbaar gestalte krijgen – vanwege de eer van de Koning van de kerk, en vanwege de wereld die Hem nog niet kent (Joh. 17: 23).

Er is maar één eenheid: de eenheid in Christus. En die ene eenheid is gave en roeping tegelijk, zowel naar binnen als naar buiten.

Miranda Renkema
Mevr. M. Renkema-Hoffman is theologe en lid van de redactie

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 2014

De Wekker | 24 Pagina's

Er is maar één eenheid …

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 2014

De Wekker | 24 Pagina's