Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God troont op lofzangen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God troont op lofzangen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Muziek is zo oud als de mensheid. Op de eerste bladzijden van de Bijbel treffen we onder Adams nakomelingen Jubal aan, die de vader wordt genoemd van allen die harp (of citer) en fluit bespelen. Hoe wordt die muziek in de Bijbel gewaardeerd? En specifiek: hoe wordt muziek in dienst genomen van God, om zijn lof groter te maken? Daar wil ik met u naar luisteren.

Niet speciaal godsdienstig
We horen van muziek op tal van gewone momenten uit het leven. In veel gevallen is muziek helemaal niet religieus beladen. Zo kunnen fluiten, tamboerijnen en citer klinken bij een feestelijke gebeurtenis, bij een welkom of een afscheid van iemand (Gen. 31: 27, Richt. 11: 34, 1 Sam. 18: 6). De muziek markeert het moment en draagt bij aan het beleven daarvan. Vooral bij feestelijke gebeurtenissen, zoals bij een overwinning, lezen we vaak van muziek en zang. Maar ook bij rouw helpen muziek en zang om het gevoel te onderstrepen, te beleven en wellicht ook te kanaliseren. Een voorbeeld is de aangrijpende klaagzang van David na de dood van Saul en Jonathan (2 Sam. 1: 19-27).
Het is te begrijpen dat naarmate de gevoelens die in een lied een rol spelen heftiger worden, de muzikale verklanking ervan al snel een godsdienstige dimensie kan krijgen. Waar gaat de dichter van een klaagzang of een lofzang met zijn gevoel van verdriet of blijdschap naartoe? Juist in het zingen wordt het gevoel in een bepaalde richting geleid. Een gelovige kan op zulke momenten zijn of haar gevoel niet losmaken van de band met God. De klacht wordt bij Hem gebracht en Hij krijgt de lof. Muziek kan dan helpen het gevoel de goede kant op te laten gaan. Zelfs zonder woorden. Dat beseften de knechten van Saul bijvoorbeeld, toen deze steeds meer last kreeg van angstaanvallen. Zij zochten iemand die voor hem op de harp kon spelen. En telkens als David op zijn harp tokkelde, vond Saul daar verlichting bij en week de boze geest van hem (1 Sam. 16: 23).

Muziek in de tempel
Op zich hoeft muziek dus geen religieuze lading te hebben. Toch blijkt muziek in de Bijbel wel vaak nauw verweven te zijn met het leven in het geloof en helpt muziek om dichter bij God te komen.
Op een bijzondere manier komt dit tot uitdrukking in de dienst aan God in de tempel. Bij de inwijding van de tempel – na de periode van de tabernakel dus – en in de dagelijkse tempeldienst, blijken muziekinstrumenten een grote rol te spelen. Met name David wordt enkele malen genoemd als iemand die veel muziekinstrumenten heeft gebouwd (1 Kron. 23: 5, Neh. 12: 36, Am. 6: 5). Als de ark naar Jeruzalem gebracht wordt, klinken in Jeruzalem allerlei instrumenten van cipressenhout, citers, harpen, luiten, tamboerijnen, bellen en cimbalen (2 Sam. 6: 5).
In de tempeldienst krijgen drie families uit de Levieten in het bijzonder de taak om deze muzikaal te begeleiden. Kennelijk was het niet zo, dat iemand die muzikaal was binnen het volk Israël zich kon aanmelden om in de tempeldienst te kunnen spelen. Dit was een specifiek ambtelijke taak die van vader op zoon werd overgedragen in de families van Heman, Asaf en Etan of Jedutun (2 Kon. 5: 12, 1 Kron. 6: 33 e.v., 15: 17-19, 25: 1).

Voor de dagelijkse dienst in de tempel worden drie muziekinstrumenten genoemd. Een cimbaal, die bestaat uit twee koperen platen, klinkt als een luide gong wanneer deze platen tegen elkaar aan geslagen worden (1 Kron. 15: 19). Cimbalen geven het ritme aan van de zang. Verder worden twee soorten tokkelinstrumenten genoemd, die vooral de toon aangeven. Zij worden vertaald als ‘luit’, ‘harp’, ‘citer’ of ‘lier’. Eén ervan heeft twaalf snaren. Daarvan waren er volgens de latere overlevering zo’n twee tot zes aanwezig in de tempel. En het allergrootste deel van de spelers had een zogenaamde kinnoor (harp of citer), een instrument met tien snaren, dat door David met de hand bespeeld werd, maar later vooral met een plectrum. De vertalingen verschillen omdat we niet meer exact kunnen nagaan hoe deze instrumenten eruitzagen. Ze hebben een houten klankkast, waaraan snaren verbonden zijn. Deze worden aan een lange houten staak, dan wel aan een dwarsverbinding tussen twee staken bevestigd.

De muziekinstrumenten dienen in de tempel voortdurend om de zang te begeleiden. Hoeveel zangers en instrumenten er precies waren verschilt per gelegenheid, maar dat konden er duizenden zijn (1 Kron. 23: 5). Het geluid van deze muziek moet dus overweldigend hebben geklonken.
Het apocriefe boek Jezus Sirach laat zien hoe het volk zich tijdens de offerdienst neerboog in aanbidding. Twee priesters moesten de trompet blazen bij het spijsen plengoffer. Precies bij die klank knielde het volk neer en zetten de zangers hun psalmen en liederen in, terwijl het volk in gebed was (Sir. 50: 18-23). Hetzelfde gebeurde bij het brandoffer: op het moment dat het brandoffer werd aangestoken klonken de trompetten, en werd een lied aangeheven, begeleid door de cimbalen, citers en harpen; dat zingen ging door tot het hele brandoffer was verteerd (2 Kron. 29: 27-29).
Zo luisteren we even mee bij een dienst in de tempel. Er was orde, afwisseling, de muziek gaf de maat aan en verhoogde de schoonheid van deze dienst aan de heilige God.

Instrumenten als signalen
Terwijl alle muziekinstrumenten door de Levieten bespeeld werden, mochten de twee zilveren trompetten alleen door de priesters worden geblazen. Deze trompetten waren eigenlijk geen muziekinstrumenten, ze krijgen een signaalfunctie. De trompetten bepalen het moment dat het volk moet buigen, zegt Jezus Sirach. Maar dat niet alleen. Het trompetgeschal onderstreept vooral wat God tegen zijn volk gezegd heeft, dat Hij op dat moment aan zijn volk zal denken (Sir. 50: 18). Zo staat het al in Numeri 10. De trompet is er niet alleen voor Israël, om de gedachten naar God toe te leiden in de eredienst. In feite is het andersom, zegt God: bij het klinken van de trompetten wordt u in gedachtenis gebracht bij de Here (Num. 10: 9,10). Het trompetgeschal verzekert je ervan dat Hij aan zijn volk denkt. Déze muziek onderstreept het diepste geheim van de eredienst.

Iets vergelijkbaars geldt van de gouden belletjes die aan het overkleed van de hogepriester zijn bevestigd. Als hij voorbijloopt, hoor je hoog gerinkel. Het is de bedoeling dat je de hogepriester hóórt, terwijl hij aan het werk is in het heilige waar het volk niet binnen mag komen. De belletjes geven een muzikale onderstreping van de afstand én de nabijheid tijdens de eredienst (Ex. 28: 33-35). Mozes legt uit dat de belletjes de ontzagwekkende heiligheid van God onderstrepen en tegelijk verwijzen naar de offerdienst waar de priester dan mee bezig is: ze moeten gehoord worden ‘opdat hij niet sterve’ (Ex. 28: 35).
Zowel het luide geschal als het zachte getingel vertellen muzikaal dat er een manier is om met God te leven. Doordat Hij aan zijn volk denkt, en doordat Hij de priester geeft die verzoening doet voor de zonden van zijn volk.

Nieuwe Testament
Bij de samenkomsten van de nieuwtestamentische gemeente wordt niet specifiek over muziekinstrumenten gesproken. Wel lezen we van psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, die de toon van de eredienst aan God zullen bepalen. We vernemen hoe Paulus en Silas zelfs in de gevangenis kunnen zingen om hun hart bij God te brengen. In het boek Openbaring krijgen we een glimp van de hemelse eredienst, waar de oudtestamentische instrumenten weer tevoorschijn komen. Dat is niet vreemd, want de tempeldienst was bedoeld als afbeelding van die hemelse dienst, waar Mozes iets van had mogen zien. Voor Gods troon ziet Johannes citerspelers staan, die een nieuw gezang zingen (Openb. 14: 3). Het is nieuw, want het past bij die nieuwe werkelijkheid die daar, bij God, geopenbaard zal worden. En tegelijk zijn het de oude instrumenten: er is ook een doorgaande lijn. Wie hier zingt, krijgt al een voorproefje van wat daar volledig werkelijkheid zal worden. Zo troont God op de lofzangen van zijn volk, nu en eeuwig (Ps. 22: 4, Openb. 19: 5).

M.C. Mulder
Dr. M.C. Mulder is o.a. docent Judaïca aan de TUA en de CHE

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 2014

De Wekker | 24 Pagina's

God troont op lofzangen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juni 2014

De Wekker | 24 Pagina's