Sterven en opstaan met Christus
Pasen wordt wel de hoogtijdag van de kerk genoemd. Daar valt niets op af te dingen. Met Pasen vieren we immers de overwinning van Jezus Christus op zonde, dood en duivel? Het rijk van de duisternis is van zijn kracht beroofd. Satan heeft het verloren. De stekende angel is uit het sterven gehaald. Zelfs de dood kan ons niet scheiden van de liefde van God in Christus Jezus. En voor de zonde is betaald. Het kan ons niet meer aanklagen bij God.
Daarmee lijken Goede Vrijdag en Pasen niet alleen heilsfeiten te zijn, maar ook voldongen feiten. Op Golgotha stierf de Heiland en op Paasmorgen vonden vrouwen en discipelen een leeg graf. De kerk viert deze feiten met ontzag en dankbaarheid.
Wanneer we de Bijbel er echter op naslaan, blijkt hoe allesveranderend het sterven en opstaan van Christus is. Niet alleen betekent Christus’ sterven rechtvaardiging voor de gelovige en de verwachting van de wederopstanding van de doden. Goede Vrijdag en Pasen worden ook in verband gebracht met onze heiliging.
In dit artikel wil ik enkele Bijbelteksten langs gaan die dit verband leggen. Daaruit zal blijken dat Christus’ sterven en opstanding in de gelovige ook sterven en opstanding teweegbrengt.
Het gaat om de heiliging!
Van prof. dr. A.A. van Ruler is de uitspraak, dat het in de Bijbel draait om de rechtvaardiging, maar dat het gáát om de heiliging. Hij bedoelde daarmee aan te geven, dat de kern van de Bijbelse boodschap de rechtvaardiging van de goddeloze is door het volbrachte werk van Christus. Die rechtvaardiging heeft echter een doel. Dat doel is dat we zullen gaan beantwoorden aan het doel waartoe de Schepper het leven geeft: het leven tot Gods eer. Het dubbele liefdegebod als samenvatting van de wet is Gods wil voor een ieders leven. Aan dat gebod komen we niet toe, tenzij we opnieuw geboren worden uit de Heilige Geest.
Rechtvaardiging en heiliging zijn daarom niet van elkaar te scheiden. Het zijn aspecten van het ene werk van de Heilige Geest in de gelovige. Wanneer we echter de rode draad van de Bijbel in het oog houden, is er wat te zeggen voor de uitspraak van professor Van Ruler. Nu heel de schepping in zonde is gevallen, is Christus gekomen en zendt Hij de Geest uit als de Herschepper. Hij schept opnieuw, maakt alle dingen nieuw en werkt toe naar de wederkomst. Dan zal er herstel zijn van de glorie en heerlijkheid die ooit volmaakt was in de schepping.
Dat gaat niet zonder dat er aan Gods geschonden recht wordt voldaan. Er loopt geen rechte lijn van de kribbe naar hemelvaart en wederkomst. Die lijn buigt eerst de diepte in. Christus sterft onze dood aan het kruis. ‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden’ (Jes. 53: 5). Alleen door het sterven heen komt heerlijkheid.
Catechismus
Die ‘beweging’ geldt niet alleen voor het herstel van Gods schepping. Het geldt ook voor het werk van de Geest in de gelovige. De Heidelbergse Catechismus brengt dit in zondag 33 kernachtig onder woorden. De bekering bestaat uit twee delen: het afsterven van de oude mens en het opstaan van de nieuwe mens. Goede Vrijdag en Pasen bij je vanbinnen dus!
De catechismus beroept zich hierbij onder andere op Romeinen 6: 4. ‘Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.’ Paulus herinnert zijn lezers aan hun doop.
Toen ze werden gedoopt, werd hun oude leven begraven. Bij de onderdompeling in het doopwater stierven ze aan hun oude heidenbestaan. Zoals Christus echter is opgewekt uit de dood, werden ook zij toen opgewekt. Met als doel te wandelen in een nieuw leven. Het gaat dus om de heiliging!
Afsterven
Wat betekent het om ‘af te sterven’ aan je oude mens? Sommige planten sterven ook af. Wat in een seizoen is gegroeid, verwelkt. De bladeren worden bruin; de sapstromen trekken zich terug en het sterft af. Biologisch gezien trekt zo’n plant zijn kracht terug in de stronk of de bol. Hij raakt als het ware ‘in zichzelf gekeerd’.
Afsterven aan je oude mens betekent hetzelfde. Het is inkeren in jezelf en je bewust worden wie je bent voor het aangezicht van God. Goede Vrijdag en het evangelie van Christus’ sterven stelt ons voor de vraag waarom Hij moest lijden en sterven. Christus sterft daar in onze plaats. Hij sterft onze dood. In het lijden van Christus wordt daarmee duidelijk wie je zelf bent: een zondaar, die niet aan het oordeel ontkomt, zoals bijvoorbeeld Psalm 14 dat velt: ‘er is niemand rechtvaardig, ook niet één.’
Berouw
Christus’ dood leert ons het faillissement van ons eigen bestaan. Het laat je zien, dat ‘wij God door onze zonden vertoornd hebben’. Deze woorden uit de Catechismus volgen op het woord ‘berouw’. Afsterven aan je oude mens betekent berouw hebben. Berouw is nog iets anders dan spijt. Spijt zit gevoelsmatig dicht tegen het aanbieden van excuses aan. Wanneer je je gedrongen voelt je excuses aan te bieden, dan besef je dat je iets gezegd of gedaan hebt wat niet in orde was. Je beseft dat je een ander benadeeld hebt. Berouw gaat echter dieper. Het betekent verdriet over wie je zelf bent en wat er uit je hart voortkomt aan ongerechtigheid. Het gaat dan dus niet slechts om onze gevoelens. Ons hele bestaan is in het geding.
Goede Vrijdag is bij uitstek de dag waarop het evangelie ons roept in te keren tot onszelf en onszelf te leren kennen als schuldige voor God. Ons oude bestaan, de keuzes die we vanuit onszelf maken, dat wat voortkomt uit onszelf, het schiet te kort om daarmee aan het doel te beantwoorden waarvoor de Heere ons elke dag opnieuw het leven geeft.
Kruismeditatie
Goede Vrijdag nodigt dan ook uit dit werkelijk tot ons door te laten dringen. Galaten 2: 20 legt getuigenis af dat Paulus dit gedaan heeft. Hij is gaan zien, dat niet alleen Christus stierf aan het kruis. Hij werd met Christus gekruisigd! ‘Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.’ Hier komen Goede Vrijdag en Pasen bij elkaar. Paulus’ oude bestaan is met Christus gekruisigd. Dat wil zeggen: hijzelf is met Christus gekruisigd. Zijn oude bestaan is immers wie hij is in zichzelf. Maar er is ook sprake van nieuw leven. Dat is niet zozeer zijn eigen leven. Christus leeft in hem.
Sinclair B. Ferguson schrijft in zijn prachtige boek over de levensheiliging van een christen ‘Devoted to God’ dat Galaten 2: 20 één van de Bijbelteksten was, die in vroeger tijden uit het hoofd werd geleerd. En terecht! Deze tekst laat immers zien, dat de betekenis van het lijden en sterven van Christus pas dan op volle waarde wordt geschat, wanneer je ontdekt dat jijzelf mét Hem gekruisigd wordt. Deze eenheid met Christus is de dragende grond voor onze heiliging. Zonder afsterven aan jezelf is er geen opstanding in Christus.
Het vraagt stilte, gebed en meditatie bij een open Bijbel om in de gekruisigde Christus jezelf te zien. Christus sterft niet alleen voor ons (tot ons voordeel). Hij sterft ook niet alleen in onze plaats (plaatsvervangend). Hij sterft aan het kruis daadwerkelijk onze dood. Die dood waarin Hij nederdaalt in de hel en geheel van God verlaten wordt. Wat Hij heeft doorgemaakt aan het kruis, heeft voor Hem niemand zo ervaren en zal na Hem door niemand worden ervaren. Wie buiten Christus sterft zal ook moeten ervaren van God verlaten te zijn en neer te dalen in de hel. Christus heeft dat echter niet voor zichzelf moeten dragen. Hij heeft het gedragen voor al de Zijnen. De schuld en zonde die op Zijn schouders werd geladen, was de optelsom van al hun ongerechtigheid. Dat maakt Zijn sterven zoveel dieper dan dat van hen die buiten Christus sterven en hun eigen ongerechtigheid moeten dragen.
De daden van het lichaam doden
Afsterven aan ons oude bestaan houdt niet alleen berouw en inkeer tot onszelf in, het betekent ook ‘het steeds meer haten en mijden van de zonde’ (Catechismus Zondag 33). Romeinen 8: 13 is hierbij een kerntekst. ‘Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven.’
John Owen, een Engelse puritein uit de 17e eeuw, noemde deze tekst het uitgangspunt van de kruisiging van de zonde (John Owen, Als zonde mij omringt, Utrecht 2012). Hij benadrukt dat het de Geest zelf is, die in ons het oude bestaan kruisigt en het nieuwe bestaan levend maakt. Gelovigen zijn echter gehouden om de zonde in hen te doden. We doden de zonde in de Geest, wanneer we ons afkeren van zondig gedrag en tegelijk ook in ons hart afstand nemen van zondige verlangens. We ontvangen daarvoor de kracht, wanneer we ons de liefde en genade van God herinneren, die Hij ons laat zien in Christus’ sterven. Zijn kruisiging is de voedingsbron, van waaruit we de kracht ontvangen om de zonden in ons leven te doden en ons dagelijks te bekeren. Langs die weg staan wij al meer op in een nieuw leven, waarin Christus zichtbaar wordt.
Opstandingsleven
Met Christus begraven worden en je oude bestaan kruisigen heeft een doel. ‘Opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen’ (Rom. 6: 4). Wie in Christus gelooft, zal in een nieuw leven gaan leven. Je wordt uit genade gerechtvaardigd. Maar die genade kan niet zonder levensheiliging. Het verlies van je oude bestaan vraagt om de komst van een nieuw bestaan. Jezelf identificeren met de gekruisigde Christus betekent ook dat je je identificeert met de opgestane Christus. In Romeinen 6: 8 staat: ‘Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven.’
Tim Keller schrijft daarover: ‘Als een niet-christen zondigt, gedraagt hij zich in overeenstemming met wie hij is. Waarom zou hij niet zondigen? Maar voor iemand die één is met Christus verandert alles, omdat hij zelf is veranderd. Er is een ‘nieuw zelf’, een ‘nieuwe mens’. Als een christen zondigt, gaat hij dus tegen zijn eigen identiteit in. Waarom zou hij zondigen? Dus, als ik zondig, besef ik niet wie ik ben; ik ben vergeten wat er in Christus voor mij gedaan is’ (T. Keller, Romeinen 1-7, Franeker 2016 p.173).
Het gaat hier om geloof: wij geloven dat wij ook met Hem zullen leven. Daar zit iets van voorlopigheid in. Het nieuwe bestaan dat we door de Geest ontvangen breekt zich baan in het leven van iedere gelovige. Als dat niet te zien is, is er reden vraagtekens te plaatsen of je wel gestorven bent aan je oude bestaan. Het nieuwe wordt echter pas volkomen wanneer aan de aardse strijd van het geloof een einde is gekomen.
Heiliging is dan ook dagelijkse bekering op weg naar Christus’ wederkomst. Wanneer zonde wordt overwonnen en je groeit in je toewijding aan Christus, zijn het als het ware eerste lichtstralen van het nieuwe Jeruzalem, dat eenmaal het thuis zal zijn voor alle gelovigen.
F.W. van der Rhee
Ds. F.W. van der Rhee is predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Rotterdam – Oost / Capelle a.d. IJssel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 2018
De Wekker | 24 Pagina's