Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dementie in Bijbel en pastoraat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dementie in Bijbel en pastoraat

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Als ik mijn verstand maar houd’. Die woorden hoorde ik keer op keer toen ik als jonge dominee op kennismakingsbezoek ging bij de ouderen in mijn eerste gemeente. Natuurlijk hoorde ik meer: over hun leven, over hun huwelijk als ze getrouwd waren (geweest), over hun kinderen als ze die hadden, en over hun wederwaardigheden in de Ramp van 1 februari 1953, die op Schouwen Duiveland – waar mijn vrouw en ik begonnen – zulke ingrijpende gevolgen had gehad. Maar dat zinnetje waarmee ik mijn artikel begon, klinkt me nog in de oren.

De generatie waar ik over schreef, is inmiddels gestorven. Het onderwerp ‘dementie’ is echter veel actueler geworden. Een veel groter percentage ouderen krijgt in meer of mindere mate met dementie te maken. En in onze Nederlandse samenleving speelt de discussie over de vraag wanneer er sprake is van een voltooid leven een steeds grotere rol.
Wanneer wij bij het licht van Gods Woord geloven dat ons leven en onze tijden in Gods hand liggen en dat Hij ons levensbegin en ons levenseinde bepaalt, zal dat consequenties hebben voor onze omgang met dementie en met dementerenden. Zolang ons leven waarde heeft voor God, zijn wij tegenover Hem en tegenover elkaar verplicht dat leven ook als waardevol te zien en er zo mee te handelen.

Wat zegt Gods Woord?
Het woord ‘dementie’ komt in de Bijbel niet voor. Wat met dat woord wordt aangeduid, lezen we heel duidelijk in Prediker 12:1: ‘Gedenk aan uw Schepper in de dagen van uw jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan gij zeggen zult: ik heb geen lust in dezelve’. In vers 5 staat dan nog iets over het vergaan van die lust. Daar staat een woord dat ook zoiets kan betekenen als ‘daar helpt geen opwekkend middel aan’.
Duidelijk is in dat hoofdstuk dat die kwade dagen onomkeerbaar zijn. Daar komt geen verbetering meer in. Wat in deze woorden heel duidelijk van levensbelang, ja van eeuwigheidsbelang is, is dat we de Heere zullen zoeken eer die kwade dagen komen. Wat de Heilige Geest kan doen in het hart van een dementerend mens, gaat ons begrip te boven. Maar wat Prediker bedoelt te zeggen is duidelijk. Wanneer die kwade dagen van dementie komen, is het menselijk gesproken te laat om de Heere te zoeken. En die kwade dagen komen soms eerder dan we denken en verwachten. Ik zou daar verdrietige voorbeelden van kunnen geven. Dan is de genadetijd voorbij. Laat het daar dus niet op aan komen. Eer de kwade dagen komen – dat kan ook anders dan door dementie – moet de mens die onderweg is naar zijn eeuwig huis, de Heere Jezus hebben leren kennen Die DE Weg is en de Zijnen belooft dat Hij hen brengen zal in het Vaderhuis. Zonder Jezus leven betekent eeuwige ondergang.

Daarmee zeggen we tegelijk iets heel belangrijks van die gelovige die dement wordt. Het is altijd aangrijpend zo’n proces mee te maken in het leven van een geliefde. Het is pijnlijk wanneer iemand die we kennen als een ware gelovige, zo verandert door het syndroom dat dementie heet. Ze gedragen zich soms op een manier waar we van schrikken. Ze zeggen en doen soms dingen die we van hen nooit zouden verwacht hebben. Maar de Schrift is er heel duidelijk over dat die dingen geen afbreuk doen aan het werk dat de Heere in hen begonnen is. Ik vind het in heel veel opzichten maar zeker ook in dit opzicht zo vertroostend wat we als kerk elke zondag uitspreken in het votum aan het begin van de eredienst: ‘…Die nooit laat varen enig werk dat Zijn hand begon’. Ooit zei een jonge vrouw die ernstig ziek was en wist dat ze niet beter zou worden, tegen mij: ‘Dominee, zeg tegen uw collega’s dat ze die laatste woorden nooit weglaten. Er ligt zo’n troost in!’ Dat geldt zeker ook wanneer we denken aan onze demente broeders en zusters.
Vooral in de Psalmen lezen we dat de Heere Zijn verbond gedenkt tot in der eeuwigheid. Hoe vaak zongen we dat al bij de bediening van de doop met Psalm 105:5 berijmd. Voor hen die de Heere vrezen mag dat een grote troost zijn. Dat houdt niet op waar Alzheimer binnendringt. Wat in de goede dagen begon, wordt dwars door de kwade dagen heen door de Heere voleindigd (Fil. 1:6).
Heel bijzonder spreken in dit verband de woorden in Romeinen 8:26-27: ‘Desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. En Die de harten doorzoekt, weet welke de mening des Geestes is, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt’. Dat houdt niet op bij dementie; het gaat juist des te sterker door. En leest u dan de volgende drie verzen van Romeinen 8 er maar bij over alle dingen die medewerken ten goede voor hen die naar Gods voornemen geroepen zijn.
Er zou meer te noemen zijn. Maar ik volsta in dit verband door tenslotte nog te noemen de doorgaande voorbede van Christus, de grote Hogepriester, Die niet ophoudt om voor de Zijnen te bidden.
De dementerende zelf beseft het bovenstaande vaak nauwelijks of niet meer. Voor degenen die aan hen verbonden zijn met banden van geloof, hoop en liefde, ligt er een grote troost in, een heerlijk houvast. En het geeft inhoud aan het gebed dat wij bidden voor hen die zelf niet meer kunnen bidden. De Heere kent de Zijnen en weet wie we bedoelen als we voor hen bidden: ‘Laat niet varen de werken Uwer handen’ (Ps. 138:8).

Pastoraat aan dementerenden
Ik heb de indruk dat er de laatste jaren steeds meer aandacht komt voor dit bijzondere pastoraat. Dat zal te maken hebben met de toename van het aantal dementerenden en het feit dat voor een steeds groter percentage van hen geldt, dat ze niet langer in de kring van hun gezin verzorgd kunnen worden, zodat opname in een zorgcentrum en vervolgens in een verpleeghuis noodzakelijk wordt. Het kan ook te maken hebben met wat ik in het begin van dit artikel al noemde: de discussie over het ‘voltooide leven’ en de aandacht die in dat verband gevraagd wordt voor de Bijbelse visie op de waarde van het leven. Als het leven van de dementerende mens waarde heeft – en dat heeft het in Bijbels licht – dan staat het daarmee vast, dat die mens ook pastorale zorg moet krijgen, meer dan in het verleden wel gegeven is. Maar hoe bereiken we hen?
Het kan in het kader van dit artikel niet de bedoeling zijn een wetenschappelijke verhandeling te geven van verschillende soorten dementie en verschillende stadia waarin een proces van dementie verloopt. Voor een pastor zijn er wel studies en mogelijkheden om daarvan kennis te nemen. In dit artikel wil ik proberen een aantal praktische aanwijzingen te geven.
Gelet op allerlei verhalen en eigen pastorale ervaringen ga ik ervan uit dat algemeen bekend is dat we met het zingen van bekende liederen, vooral bekende Psalmen, iemand kunnen bereiken. Ik herinner mij een zuster die niemand meer kende en geen woord meer sprak. Maar wanneer de pastor een bekende Psalm ging zingen, viel ze na drie lettergrepen in en zong ze vervolgens het hele lied uit. Daarna zweeg ze weer. Maar tijdens haar zingen zag je haar ogen oplichten. Een ander viel in wanneer ik bijvoorbeeld Psalm 84 met haar zong. Ik begon met het tweede vers: ‘Zelfs vindt de mus een huis, o Heer’. Zij zong vervolgens zonder haperen door tot en met het laatste vers en zei vervolgens met stralende ogen: ‘mooi hè?!’ Vijf minuten later wist ze niet meer dat ik geweest was. Maar tijdens dat zingen ontmoette ze de Heere, Die door genade haar God en Vader was geworden in Christus. Dat was de bedoeling van het bezoek.
Ik ben me bewust dat ik schrijf over mensen uit een generatie die Psalmen kende, geleerd op school en zondagschool en gezongen thuis en in de kerk. Ik maak me weleens zorgen over een komende generatie die niet of nauwelijks meer Psalmen kent en voor wie er geen bekende liederen meer zijn. Wat zijn de gevolgen op dit gebied wanneer mensen van die generatie gaan dementeren? Wordt het niet hoog tijd om ons daarop te bezinnen? Met onze beamers, onze diverse berijmingen en steeds weer nieuwe liedbundels: zijn er straks nog bekende liederen die een aanknopingspunt zijn voor contact met hen die dementeren? Uiteraard nemen we als pastor of ouderling op pastoraal bezoek ons Bijbeltje mee. Dat zullen we ook doen wanneer we bij een demente broeder of zuster op pastoraal bezoek gaan. Ook dan speelt bekendheid een belangrijke rol in het krijgen van contact. Dat betekent dat we moeten weten welke vertaling de man of vrouw die we bezoeken, gebruikte. Als hij/ zij vertrouwd was met de SV, is het wijs dat de pastor die bij zich heeft en gebruikt, ook al is hijzelf met een andere vertaling vertrouwd. Eigen voorkeuren moet je dan op zij zetten. Het gaat immers om die ander. Onlangs las ik in een verpleeghuis een gedeelte van Psalm 25. Ik had het nummer van de Psalm niet genoemd, maar bij het lezen werd ik onderbroken: ‘Dat is mijn trouwtekst’. En tegen een verzorgende die binnenkwam, zei ze: ‘Dit is mijn eigen dominee en hij leest Psalm 25’. U begrijpt: er was een opening voor een geestelijk gesprek.
Bekendheid is ook belangrijk als het om de persoon van de pastor of ouderling gaat. Een onbekende brengt onzekerheid of zelfs iets van dreiging mee: Wie is dat en wat wil die man? In Utrecht maakte ik kennis met een zuster van de gemeente. Ze keek me een beetje argwanend aan en vroeg me wie ik was. Ik zei: ‘de dominee’. Zij reageerde met een gevatheid waarvan je soms versteld staat bij dementerenden: ‘Die zijn er zoveel’. Ik probeerde de naam van de kerk en nog wat andere dingen. Tenslotte noemde ik mijn naam. Ze reageerde meteen: ‘O, dominee Westerink van Urk’, terwijl ik al jaren geleden van Urk vertrokken was! Ik liet het zo. Het ijs was gebroken en er kwam een goed gesprek. Ze heeft nog een paar jaar geleefd en elke keer begon het met dezelfde kennismaking. Zelfs toen ze stervende was en ik haar voor de laatste keer bezocht, fluisterde ze nog: ‘van Urk’. Ik heb het nooit gecorrigeerd. Voor haar gaf het iets vertrouwds en daardoor was er ruimte voor een geestelijk gesprek. U begrijpt: naast de bekende Psalmen en de bekende vertaling is het ook belangrijk dat het een bekende pastor of ouderling is die op bezoek komt. Dat zal niet altijd kunnen, maar het is goed daar zoveel mogelijk rekening mee te houden. Het is een voorrecht wanneer er binnen de kerkenraad een broeder is, die zich wat verdiept heeft in het bijzondere van deze bezoeken en die de gave heeft om te luisteren naar wat iemand zegt en wat hij bedoelt te zeggen.
Dat in de ontmoeting en het gebed de verzorgenden niet vergeten mogen worden, zal duidelijk zijn. Zij zijn in hun werk geroepen om de barmhartigheid te bewijzen, die in Christus zo heerlijk zichtbaar is geworden. Ooit hoorde ik iemand zeggen: ‘Misschien geeft de Heere ons zulke mensen om ons te leren barmhartig te zijn zoals Hij het was. Zalig zijn die barmhartigen.’

Tenslotte: in de Hervormde Gemeente van Putten heeft men een ‘Herinneringsboek’ gemaakt dat ambtsdragers meenemen op bezoek bij dementerenden. In dat boek staan foto’s van het kerkgebouw waar iemand kerkte; wat onderdelen van in- en exterieur. Verder foto’s van doopvont en avondmaalsschaal en –beker en nog meer. Het zijn hulpmiddelen om een gesprek op gang te brengen met demente broeders en zusters¹.

¹ In Putten heeft men de mogelijkheid om ook zo’n ‘herinneringsboek’ te maken voor andere gemeenten. Ik kan het kerkenraden van harte aanbevelen. Nadere inlichtingen zijn bij de schrijver van dit artikel te krijgen. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met mw. Martine Pieters-de Wit, p/a Hervormde Gemeente Putten

J. Westerink
Ds. J. Westerink is emeritus-predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken en woont op Urk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 2018

De Wekker | 20 Pagina's

Dementie in Bijbel en pastoraat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 augustus 2018

De Wekker | 20 Pagina's