Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bijbel: humor in alle ernst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bijbel: humor in alle ernst

10 minuten leestijd

Geloven en humor blijken vaak een lastige combinatie in de kerk. Want bij de ernst van het Evangelie past toch geen mop? En hoe vaak komt humor niet eerder uit de oude dan uit de nieuwe mens voort? Kunnen we humor dan maar niet beter achterwege laten? Toch kent juist de Bijbel in alle ernst een goede dosis humor.

Als het om geloof en humor gaat, zijn het in het bijzonder de Calvinisten die met deze combinatie moeite lijken te hebben. Want wanneer je naar de Joden of de katholieken kijkt, dan blijken zij veel vrijmoediger geloof en humor te combineren in een grap. En ook binnen de traditie van de Reformatie staat bijvoorbeeld Luther veel meer als grappenmaker bekend dan Calvijn en zijn volgelingen. Is het daarom tijd dat wij Calvinisten wat humoristischer leren zijn, of zou het juist goed zijn dat ‘de rest’ eindelijk eens wat meer ernst zou leren in het geloof? Of misschien allebei. Want in de Bijbel komt juist in alle ernst ook de humor boven.

De ernst
In de Bijbel is het ernst. De boodschap is die van een Schepper die worstelt om het behoud van Zijn schepsels, maar ze luisteren zelden. God is de Verlosser, maar alleen Noach en zijn gezin luisteren, en de rest van de wereld komt om door de zondvloed. En zelfs als het ware Licht in de duisternis schijnt, zo zegt Johannes van Jezus, heeft de duisternis het niet begrepen. ‘Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen’ (Joh. 1: 5,11). Na zoveel ongeloof op Zijn prediking moet Jezus uiteindelijk zelfs constateren: ‘Velen zijn geroepen, maar weinig uitverkoren’. Tegen die achtergrond van de ernst om voor eeuwig verloren te zullen gaan, staat Paulus’ smeekbede: ‘Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen!’ (2 Korinthe 5: 20b).
Kortom, de boodschap van de Bijbel is: we staan op een zinkende Titanic. Het einde is nabij. En wie zou dan lachen en grappen maken? De eindtijd waarin wij leven lijkt bepaald niet het juiste moment voor humor.

De humor
Toch is daar niet alles mee gezegd. Het klopt inderdaad dat het in de Bijbel ten diepste om verlossing gaat, met de spanning van hemel of hel. En dat is een zeer ernstige zaak. Maar toch wil dat niet zeggen dat er in de Bijbel daarom geen plaats voor humor zou zijn. Op een wonderlijke manier kunnen ernst en humor juist samen opgaan. Want wat is humor ten diepste? Het heeft veelal daarmee te maken dat door een manier van vertellen we eerst helemaal in een bepaalde zaak worden meegenomen en deze ernstig nemen. Maar plots geeft de verteller een wending aan het verhaal, waardoor we ineens buiten het verhaal komen te staan, en deze niet meer ernstig nemen. In onze hersenen ontstaat dan een zogenaamde ‘dubbele binding’: We nemen ernstig en relativeren tegelijk, en dan kunnen we niet anders dan lachen. Humor ontstaat dus vanuit een bepaalde ‘dubbelheid’. Onze hersenen kunnen dat alleen maar verwerken door te lachen.
Als humor met dubbelheid te maken heeft, is de Bijbel dan niet het boek bij uitstek dat vol is van ogenschijnlijke tegenstrijdigheden en dubbelheden, die ons doen lachen?

Want ten eerste: als het om de relatie tussen God en mens gaat, is daar direct een dubbelheid. Aan de ene kant: God heeft de mens bijna Goddelijk gemaakt, zodat zelfs de engelen er zijn om hem te dienen (Psalm 8, Hebreeën 1). Zo kan de mens zelfs wandelen met God (Henoch). Maar aan de andere kant: hoe diep zinkt de mens als hij dan stelt: ‘Kom, laten we een toren bouwen die tot in de hemel reikt, om voor ons een naam te maken!’ (Gen. 11). Dat is al iets dubbels dat op je lachspieren werkt, want hoe dwaas is dit ernstige voornemen, en hoe absurd tegen de achtergrond van de ware bedoeling van de relatie tussen God en mens. De Bijbel benadrukt die dubbelheid vervolgens door bewust te spreken van God die dan ‘afdaalt’ om die toren eens te gaan bezien, die de mensen bouwen. Wat een dubbelheid: de mens denkt door zijn inspanning op te stijgen en aan God gelijk te zijn, maar God komt naar ons afdalen alsof wij in Madurodam leven. Het is ernstig, maar door de dubbelheid toch ook humoristisch.
Ten tweede: er zit zelfs een zeer wonderlijke dubbelheid in Gods verlossingsplan dat in de Bijbel getekend wordt. Okke Jager schrijft in zijn boek ‘De Humor van de Bijbel’ hoe die lijn bij Jozef al duidelijk wordt: wat mensen ten kwade denken wordt door God ten goede gebruikt. Deze dubbelheid werkt zelfs door tot in het verlossingswerk van de Heere Jezus. Hij zegt in Johannes 8 tegen Zijn vijanden: ‘Wanneer u de Zoon des Mensen verhoogd zult hebben, zult u inzien dat Ik het ben’. Dat betekent: God laat de mens meewerken aan zijn verlossing … doordat hijzelf Christus kruisigt! Wij denken door onze positieve inzet en ijver iets van verlossing te bewerken, maar het enige van ons dat God heeft ingezet in Zijn verlossingsplan is onze haat … door Jezus te kruisigen hebben we Hem onwetend verhoogd. Okke Jager haalt dan Kaj Munk aan die ergens iemand laten zeggen: ‘Vroeger was ik altijd ernstig, maar nu ben ik steeds blijmoedig, want nu fluistert Christus mij in het oor: laat ze ons op Goede Vrijdag maar doodslaan, we houden ze op Pasen toch voor de gek! En sindsdien raak ik nergens meer van in de war!’. De dubbelheid in Gods verlossend handelen in deze wereld, hoe ernstig ook, doet de verloste lachen en blijmoedig in het leven staan.
Ten derde is er een grote dubbelheid in de mens zelf. De mens is een vat vol tegenstrijdigheden, en juist door de humor wordt dat blootgelegd. De filosoof Simon Critchley schreef een boek over humor, en ziet het ook die functie hebben: een vorm van bevrijding of verheffing van de mens in zijn menselijkheid. Hij citeert toneelschrijver Trevor Griffiths: ‘Een ware komiek, dat is iemand met lef. Hij heeft het lef om te zien waar zijn luisteraars voor terugschrikken, wat zij niet durven zeggen. En wat hij ziet is een soort waarheid over mensen, over hun toestand, over wat hun pijn doet of hen bang maakt, over wat moeilijk is en, bovenal, over wat zij willen. Een grap ontlaadt de spanning, zegt het onzegbare, dat is wat zo ongeveer elke grap doet. Maar een ware grap, de grap van een komiek, moet meer zijn dan het ontladen van spanning, zij moet de wil en het verlangen bevrijden, zij moet de toestand veranderen’.
Om bij de diepte van het mens-zijn uit te komen, heeft volgens Critchley de mens een komiek met grappen nodig. Maar lees dit citaat nog eens een keer, en lees in plaats van komiek en grap de woorden prediker en Evangelie. Waar de wetenschap zegt dat humor de mens tot zelfkennis brengt, doet bij de gelovige de Bijbel dat. Nog meer dan de cabaretier vangt de Bijbel de dubbelheid van de mens, met ‘de wil en het verlangen om te bevrijden, de toestand te veranderen’. En laat het dan niet vreemd zijn dat de Bijbel daarbij humor gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan de prediking van Jezus. Met een schok bepaalt hij de Schriftgeleerden bij hun dubbelheid, wanneer Hij zegt: ‘Blinde leiders, die de mug uitzift maar de kameel doorslikt’! (Mattheüs 23:24). En mannen die vrouwen alleen maar op hun uiterlijk beoordelen worden door Salomo met een grap tot zelfkennis gebracht: ‘Een mooie vrouw zonder inzicht is een gouden ring in een varkenssnuit’.
Humor is dus een van de instrumenten in Gods hand om de mens tot bevrijding te brengen uit zijn dubbelheid van de zonde.

Goede scheppingsgave
Er is dus humor in de Bijbel. Al heeft het tot nu toe wel een ernstige toon. Is er dus alleen maar ‘serieuze’ humor in de Bijbel, in het kader van de ernst van zonde en verlossing? Is er dan niet ook ruimte voor wat ontspanning en vermaak, en in dat kader ook een grap? Dan is het goed om er op te wijzen dat humor ook nog op een andere manier in de Bijbel terugkomt. Niet alleen op de hoofdlijn van de verlossing, maar ook in de breedte van Gods goede schepping. God heeft namelijk in Zijn scheppen de mens een rijk palet van gaven en talenten meegegeven, en humor is er daar één van. Want er is niet alleen de ernst in het leven, er is volgens Salomo ook de tijd van lachen en huppelen (Prediker 3: 4). En humor is een middel om daar te komen. Humor, een goede grap, geeft ontspanning. Zo is er de ontspanning van de humor in Genesis 20: 16, wanneer Abimelech bij het vertrek van Abraham en Sara, tegen Sara Abraham nog steeds ‘haar broer’ noemt, terwijl hij nu natuurlijk weet dat dat een leugen was. Daar zit een knipoog in, en de Bijbel laat ons van die humor meegenieten. Of denk aan de profeet Elia, die bij de schreeuwende Baälpriesters zijn gevoel voor humor gebruikt door zich hardop af te vragen of Baäl misschien niet toevallig op reis is, of net even op de wc zit (dat betekent het ‘zich afzonderen’ in 1 Koningen 18: 27)! Als Bijbellezer moet je toch echt even lachen.
Als goede scheppingsgave heeft humor zo ook een sociale functie, want als we met elkaar een grap begrijpen, zijn we opeens dichter bij elkaar. We voelen even hoe we met elkaar dezelfde wereld delen, en dat schept een band. Hoe kan humor zo zelfs niet door de Heilige Geest gebruikt worden wanneer door één enkele opmerking de negatieve stemming onder de maaltijd gekeerd wordt, of de hoogmoed op een vergadering gebroken. Hoe vaak humor ook opkomt uit de oude mens wanneer bijvoorbeeld seksistische of discriminerende grappen worden gemaakt, het moet ons er niet van weerhouden om ook ons gevoel voor humor voor de Heere open te leggen, om het door Hem te laten gebruiken als vrucht van Zijn Geest.

Relativering
De humor als scheppingsgave is tot slot in het bijzonder geschikt als middel om te relativeren. En dat is nodig ook, want welk een tegenstelling ligt er niet tussen onze kleine krachten en onze grote opdracht. Hoe verantwoordelijker onze positie is, des te minder kunnen wij dan de humor missen. Okke Jager schrijft: ‘Een diaken zonder gevoel voor humor krijgt het moeilijk, een ouderling zonder gevoel voor humor raakt overspannen, maar een dominee zonder gevoel voor humor wordt zenuwpatiënt. De humor moet met onze verantwoordelijkheid meestijgen’. Zo krijgt de humor als goede scheppingsgave een plek in de praktijk van het geestelijke leven, ook in het ambt van alle gelovigen. Het helpt relativeren. Het brengt je tot de levenskunst van het worden als een kind. Zoals Elisabeth Cheixaou dicht:

O HUMOR GODS
O humor Gods, o fijne lach,
Die oplicht na de zware dag!
O meesterlijke, kleine daad,
Die mij mijn dwaasheid proeven laat
Met zoveel milde, ted’re spot,
Dat ik terug moet lachen, God,
Mij in Uw armen stort: een kind,
Dat onverwachts de Vader vindt,
Zijn toegebogen warmte voelt
En blij begrijpt wat Hij bedoelt, -
Verlossend klein wordt, - dan bevrijd
Afglijdt, tot spelen in de tijd!

De kerk
Dit gedicht staat op de eerste pagina van Jagers boek over humor. Bewust benadrukt hij in dit werk deze relativering die humor bewerkt, juist als middel voor in de kerk. Want hij schrijft dit boek in 1954, midden in een periode waarin de synodes en professoren van zijn kerkverband (de Gereformeerde Kerken) intern felle theologische discussies voeren, met veelal hete hoofden en koude harten. Jager mengt zich nu in dit debat, niet met een boekje dat inhoudelijk aansluit bij die debatten, maar met een boekje over humor. Tegen die achtergrond is het raak wanneer hij schrijft: ‘Zouden de professoren wel zulk zwaar geschut gebruiken tegen elkaar, als de humor hen bedenken liet, hoe hun geachte opponent ook bretels nodig heeft om in het publiek toonbaar te blijven?’ Wanneer wij ook vandaag in onze kerken in allerlei discussies verzanden … hebben we misschien dan voor alles niet nodig dat we gezamenlijk onze eigendunk laten afbreken door de humor, voordat we inhoudelijk aan een debat beginnen?
Laten we zo als Calvinisten in alle ernst toch ook streven naar deze onmisbare scheppingsgave van de humor!

M. Bot is predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Maassluis

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 2018

De Wekker | 20 Pagina's

De Bijbel: humor in alle ernst

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 2018

De Wekker | 20 Pagina's