Mij komt de wraak toe
Na de aanslagen op de Twin Towers op 11 september 2001 en de opkomst van IS, is de vraag naar de verhouding tussen geloof en geweld in onze samenleving gevoeliger komen te liggen. Het christendom is niet uitgezonderd: verschillende historische gebeurtenissen zijn gewelddadige smetten op het christelijk blazoen. Dieper gaat de kritiek als de Bijbel voor het voetlicht wordt gehaald. Hoe kan al het geweld in de Bijbel verklaard worden? Is het christendom alleen al vanwege het geweld in zijn heilige geschrift niet een gewelddadige religie?
Gelovigen kunnen niet volharden in de mening dat alleen het Oude Testament geweld bevat en het Nieuwe Testament een einde aan het geweld maakt. Geweld en gewelddadige taal is ook in het Nieuwe Testament aanwezig.
Mijn masteronderzoek heeft zich gericht op een specifieke woordgroep (ekdikein) die in het Nieuwe Testament als ‘wraak’ of ‘wreken’ vertaald wordt. Daarbij heb ik onderzocht welke achtergrond en betekenis deze woordgroep heeft en wat de theologische betekenis van deze woordgroep in de nieuwtestamentische teksten ons te zeggen heeft.
Achtergrond
In de Griekse literatuur komt de woordgroep niet heel vaak voor. De woordgroep vindt zijn oorsprong in het rechtsleven. De betekenis varieert van ‘het zoeken van recht’, ‘een verdachte verdedigen’, ‘voldoening zoeken’ tot ‘wreken’. Bij de laatstgenoemde betekenis is de wraakhandeling vaak een reactie (retributief): een slachtoffer van een kleine of grote misdaad (van laster tot moord) mag gewroken worden.
De Griekse vertaling van het Oude Testament (de Septuaginta) gebruikt de woordgroep meer dan de Griekse literatuur, maar met minder betekenissen (‘wreken’, ‘vergelden’ of ‘bezoeken’). Daarnaast worden, naast het juridische en reagerende (retributieve) aspect, ook andere facetten benadrukt. Wraak en vergelding fungeren tegen de achtergrond van het verbond. Vooral in profetieën is te zien dat God zich wreekt aan Israël of de volkeren vanwege de schending van het verbond of de verbondspartner (Lev. 26: 25; Jes. 59: 17; Ez. 25: 11-16). God is een Wreker die het onrecht door Zijn wraak teniet doet (Ps. 18: 48; 58: 11; 94: 1). De wraak van God is dus zowel positief (herstel) als negatief (oordeel). De woordgroep heeft een bepaalde toekomstgerichtheid: op de Dag des Heeren zal Gods wraak komen (Ps. 149: 7; Joël 3: 21; Zef. 1: 8-12 en Joël 3: 21).
In de intertestamentaire literatuur (de geschriften tussen het Oude en Nieuwe Testament) komt ekdikein ook terug. Geschriften als Judith en de Maccabeeënboeken staan in het teken van de wraak. Alle aspecten die in de Septuaginta te vinden zijn, zien wij hier ook terug. De wraak in de toekomst krijgt wel een grotere plaats: in de wederkomst zal God zich wreken aan zijn vijanden (bijvoorbeeld Jezus Sirach 5: 1-8, 1 Henoch 25: 4 en op verschillende plaatsen in het Testament van de Twaalf Patriarchen).
Het Nieuwe Testament
De woordgroep ekdikein komt gespreid in het Nieuwe Testament voor. In het evangelie van Lukas wordt het zelfstandig naamwoord gebruikt om de vergelding van God in de toekomst (Luk. 18: 7-8) of de val van Jeruzalem als de dag van Gods wraak (Luk. 21: 20) aan te duiden. Stefanus gebruikt het woord in zijn rede om de doodslag van de Egyptenaar door Mozes te karakteriseren (Hand. 7: 24). Paulus maant de gemeente van Rome zich niet te wreken, omdat de wraak bij God ligt (Rom. 12: 19). God bemiddelt Zijn wraak door de overheid die het wraakzwaard draagt (Rom. 13: 4; 1 Petr. 2: 14). De betekenis ‘tucht’ gebruikt Paulus om de gebeurtenissen rondom dwaalleraars in de gemeente van Korinthe te beschrijven (2 Kor. 7: 11; 10: 6). Paulus ziet Jezus ook als een Wreker (1 Thess. 4: 6) en Hij zal de verdrukte gemeente in de toekomst wreken (2 Thess. 1: 8). In Openbaring zien wij een roep om wraak van de zielen onder het altaar (Op. 6: 10) en de lofzang op Gods wraak na de val van Babylon (Op. 19: 2).
Het Nieuwe Testament gaat in het spoor van het Oude Testament als het gaat om de wraak. Wraak is Gods zaak (Lev. 19: 18; Rom. 12: 19) en fungeert tegen een achtergrond van het verbond tussen God, Israël en de kerk. Het Nieuwe Testament legt meer nadruk op de toekomst: de wraak wordt hier op aarde door de overheid uitgeoefend, maar in de toekomst neemt God zelf de wraak ter hand. Tot die tijd moet de gemeente hier op aarde volharden als zij verdrukt wordt (Luk. 18: 1-8; Op. 6: 10-11). Gods wraak is oordeel, maar ook redding voor de verdrukten (2 Thess. 1: 8). Gods wraak is zelfs een lofzang waard (Op. 19: 2).
Wraak vandaag
De vervolgvraag is wat het Bijbelse wraakbegrip ons vandaag te zeggen heeft. Staat de Bijbel bloedvergieten toe op basis van het principe ‘voor wat, hoort wat’? Nee, de Bijbel geeft geen goedkeuring aan deze houding. Een aantal korte opmerkingen.
Het Nieuwe Testament legt de wraak puur en alleen bij God. Het Oude Testament bevat deze visie op wraak al (Lev. 19: 18; Jes. 59: 17), maar in het Oude Testament is te zien dat de wraak alsnog door mensenhanden aangevat wordt (Gen. 4: 24; 2 Sam. 4: 8). Het Nieuwe Testament beschouwt de wraak als Gods zaak en niet die van mensen (Rom. 12: 19).
De focus van het Nieuwe Testament op wraak als Gods zaak komt door het leven en werk van Jezus Christus. Hij droeg het oordeel en de toorn van God over de zonde. Christus’ lijden en sterven kunnen wij niet aanmerken als wraak van God, maar het wraakbegrip krijgt wel een andere invulling door Hem. Er is in Hem uitredding voor Gods komende oordeel en wraak over de mensheid, en de volgelingen van Christus zullen de wraak ook bij de Heere zelf laten.
Het Nieuwe Testament beschouwt de wraak als positief en negatief. Waar wij, westerlingen, vaak alleen oog hebben voor het negatieve karakter van wraak, heeft de Bijbel ook oog voor het positieve aspect van Gods wraak. Gods wraak is niet willekeurig, maar doelgericht. Door de wraak van God in het oordeel zal er herstel zijn, een uitredding uit de benauwdheid en verdrukking van het bestaan (2 Thess. 1: 3-8). Veelzeggend is dat de wraak in de toekomst geplaatst wordt: op dat moment zal God zijn schepping ontdoen van het kwaad en vernieuwen door de wraak.
Zoals gezegd stuit de wraak bij westerlingen vaak tegen de borst, vanwege onze opvatting van wraak als ongebreideld bloedvergieten. Juist in situaties van onrecht en conflict is de wraak echter een troost: deze tijd is misschien een tijd van pijn en moeite, maar eens zal God de vijanden en het onrecht tenietdoen. De Kroatische theoloog Miroslav Volf (zelf overlever van de Balkanoorlog) roept westerlingen op om uit de comfortzone van het veilige Westen te komen en in oorlogsgebieden met mensen over deze zaken te spreken. Dan is er een gesprek met mensen die hun huizen verloren hebben, van wie familieleden zijn vermoord, die leven in gebieden waar verkrachting en marteling alomtegenwoordig zijn. Dan is de wraak van God een houvast: eens zal er gerechtigheid zijn.
Laten wij daarom de wraakteksten niet uit onze Bijbels scheuren of negeren, maar deze teksten vasthouden met de kerk van alle tijden en alle plaatsen.
Arjan van den Os is predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerk in Spijkenisse en promovendus Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Bij het schrijven van zijn masterscriptie werd hij begeleid door dr. M.C. Mulder.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 2018
De Wekker | 24 Pagina's