Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als je kind een andere weg gaat (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als je kind een andere weg gaat (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het geloof is niet te geef

Het gebeurt in gesprekken met ouderen regelmatig. “Hoe is het met de kinderen?” “O prima, ze doen het goed. Ze zijn gezond, hebben een goede baan en de kleinkinderen doen het ook goed op school. Alleen … ze gaan niet meer naar de kerk.” Achter die opmerking gaat veel verdriet schuil. Onwillekeurig komt dan de vraag boven: Wat hebben we fout gedaan? Een begrijpelijke vraag.

Misschien dat juist de geschiedenis van Eli wel in gedachten komt. Hij werd met zijn kinderen gestraft omdat hij ze niet had terechtgewezen (1 Sam. 3: 13). In 1 Samuel 2: 23-25 lezen we dat Eli zijn zonen wel op hun wangedrag heeft aangesproken, maar ze weigerden te luisteren. Je vraagt je af of Eli strenger had moeten optreden. En als ouder van kinderen die andere wegen gaan, kun je jezelf ook afvragen: Ben ik niet streng genoeg geweest? Wat had ik anders moeten doen?

Naast het voorbeeld van Eli met zijn zonen, is er het voorbeeld van Samuel. Ook hij heeft zonen die niet het voorbeeld van hun vader navolgen (1 Sam. 8:3). Het volk ziet het niet zitten om hen als richters over Israël te hebben. Nergens lezen we wat de Here van het opvoeden van Samuel met betrekking tot zijn zonen vindt. Hij is niet terecht gewezen zoals Eli, maar het is duidelijk dat zijn kinderen niet in de weg van hun vader zijn gegaan.

Uit deze twee voorbeelden leid ik af dat je kinderen niet kunt maken tot mensen die de Here dienen. Er bestaat geen manier van voorleven waardoor ze zeker gaan geloven. Kinderen uit hetzelfde gezin, met dezelfde christelijke opvoeding, kunnen heel verschillende wegen gaan. Geloven is niet maakbaar. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er zeker ook manieren van voorleven zijn waardoor je het Evangelie in de weg staat naar je kinderen toe. Je kunt in dat opzicht je kinderen niet maken, wel breken.

Schuldgevoel

Wanneer je jezelf als ouder schuldig voelt omdat de geloofsoverdracht ‘mislukt’ is, dan is het goed om eerlijk naar die gevoelens te kijken. Het kan zijn dat je denkt misschien te streng geweest te zijn of juist te toegeeflijk. Het kan zijn dat je denkt dat je te druk geweest bent met werk en andere zaken en dat tijd voor geloofsoverdracht erbij inschoot. Belijd die tekorten eerlijk aan de Here en vraag om vergeving. Weet dat de Here in zijn liefde al onze zonden wil vergeven, ook die van ouders die tekortgeschoten zijn.

Naast het belijden van schuld is het ook goed te onderzoeken wat de diepste drijfveer is onder dat schuldgevoel. Het kan namelijk zijn dat we een verkeerd beeld van opvoeden hebben. Ieder mens is uniek en een zelfstandig wezen. Opvoeden is niet van je kind een kloon van jezelf maken. Opvoeden is een kind naar zelfstandigheid laten toegroeien. Het zal moeten leren op eigen benen te gaan staan. Als ouder kun je een ideaalbeeld hebben van hoe je kind later in het leven moet komen te staan, maar het is beslist niet de bedoeling van opvoeden dat je kind wordt wat jij voor ogen hebt. Het mag zijn eigen weg zoeken en gaan en in de opvoeding moet je als ouder juist leren steeds meer los te laten.


‘Kinderen uit hetzelfde gezin, met dezelfde christelijke opvoeding, kunnen heel verschillende wegen gaan’


Zeker heeft opvoeding invloed op de keuzes van een kind, maar er zijn meer invloeden. Alles wat een kind in zijn groei naar volwassenheid meemaakt, heeft invloed; en wat te denken van de eigen instelling, het karakter, de ideeën van het kind. Ik benadruk deze zaken omdat ik de indruk krijg dat een deel van het schuldgevoel van ouders wel eens schaamte tegenover de geloofsgemeenschap zou kunnen zijn, omdat ze hun kinderen niet bij de kerk hebben kunnen houden. Ik herhaal: het geloof is niet te geef.

Opvoeding is van blijvende waarde Wanneer een ouder van de Here houdt en van zijn kind, dan kan het niet anders of het kind heeft liefde meegekregen die van blijvende waarde is. Ik moet denken aan een voorbeeld uit de pastorale praktijk. Een jonge vrouw die al zo’n tien jaar niet meer in de kerk kwam, vroeg een gesprek aan. Ze wilde graag belijdeniscatechisatie gaan volgen om belijdenis te gaan doen. Na een christelijke opvoeding was ze op haar achttiende een eigen weg gegaan van vrijheid, blijheid. Ze ging op zichzelf wonen en trok van het ene feest naar het andere.


‘Voor ouders is het van belang dat ze blijven bidden en wachten’


Ze ging naar uitgaansgelegenheden waar pilletjes geslikt werden om het langer vol te kunnen houden. De muziek die gedraaid werd had vaak antichristelijke teksten. Zo ging het maar door. “Maar”, zo zei ze, “er zat toch altijd een klein stemmetje in mijn achterhoofd dat de Here hier niet blij mee was.” Ze kon niet zeggen dat ze gelukkig werd van dit leven, eerder heel moe, en het voelde leeg. Bij sommige uitgaansgelegenheden werden folders uitgedeeld door christenen. Ze nam zo’n folder altijd aan en gooide die niet gelijk weg. Die bleef dan een hele tijd in de zak van haar jas zitten. Op een keer nam ze zo’n foldertje en las die serieus door. Toen raakte de Here haar hart aan en kwam er verandering. Zo kwam ze weer terug bij de kerk. Dat stemmetje in haar achterhoofd was er door haar opvoeding. Het uitdelen van folders door christenen bij een uitgaansgelegenheid had ook bijgedragen aan de verandering. Maar het diepste was toch dat de Here haar in het hart raakte. Uiteindelijk is Hij het Die het geloof schenkt. ‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God’ (Ef. 2: 8).

Wanneer je kind een andere weg gaat, dan heb je daar verdriet van, maar juist zo’n geschiedenis als hierboven mag hoop bieden dat de Here nog kan ingrijpen en dat in sommige gevallen ook zichtbaar doet! Voor ouders is het van belang dat ze blijven bidden en wachten. Laat de deur altijd open staan voor je volwassen kind en schenk het liefde als een ouder die zelf van de Here houdt. Blijf zelf de Here vasthouden.

Als ouder wil je je kind niet verliezen. De priester Eli durfde niet te veel te zeggen toen zijn kinderen – nota bene priesters! – een loopje namen met de offerdienst en ver over de schreef gingen op seksueel gebied. Hij was kennelijk bang om ze kwijt te raken. Eli’s gedrag is af te keuren, maar ook zo menselijk. Het kan zomaar gebeuren dat je als ouder ziet dat je volwassen kinderen dingen doen die tegen God en gebod ingaan. Daar ben je bezorgd over, maar je zegt er niet te veel van ‘om de lieve vrede wil’. Het kan zelfs zover gaan dat je jezelf gaat aanpassen. Ik denk aan een ouderpaar waarvan een kind ongehuwd ging samenwonen. Voor die tijd waren ze heel duidelijk over de waarde van het huwelijk, maar toen hun eigen kind ging samenwonen werden de opvattingen ineens een stuk genuanceerder en was er ook wel iets voor te zeggen om toch eerst samen te gaan wonen. Het gevaar ligt op de loer dat je dan ineens zo begrijpend bent dat waarden en normen vervagen.

Vast blijven houden

Er wordt heel wat van ouders gevraagd als kinderen een andere weg inslaan. Enerzijds is het van belang om van jouw kant de band met je kind niet te verbreken. Anderzijds is het ook zaak om trouw te blijven aan de richting die het Woord ons wijst. Om in dit spanningsveld staande te blijven is het goed ons in het kind te verplaatsen dat een andere weg gaat en tegelijk het helemaal van de Here te verwachten. In twee vervolgartikelen hoop ik die twee kanten extra te belichten. Voor nu eindig ik met het verlangen zoals Paulus dat in Romeinen 9: 1-3 uitspreekt: ‘Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet en mijn geweten getuigt mee door de Heilige Geest, dat het een grote bron van droefheid voor mij is, en een voortdurende smart voor mijn hart. Want ik zou zelf wel wensen vervloekt te zijn, weg van Christus, ten gunste van mijn broeders, mijn familieleden wat het vlees betreft.’ Het verdriet is intens en blijvend. Tegelijk roemt Paulus in de Here, want vlak voor deze uitspraak belijdt hij dat niets ‘ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere’. Vanuit die liefde mogen gelovige ouders altijd weer hun kinderen benaderen, terwijl ze tegelijk zichzelf in de liefde opgenomen mogen weten.

Ds. D. Dunsbergen is predikant te Enschede-Oost

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 2019

De Wekker | 24 Pagina's

Als je kind een andere weg gaat (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 2019

De Wekker | 24 Pagina's