Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het verlangen van Abraham

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verlangen van Abraham

‘Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien, en is verblijd geweest.’ Johannes 8: 56 (SV)

4 minuten leestijd

De tekstkeuze voor deze meditatie sluit aan bij het thema van De Wekker. De keuze voor de Statenvertaling heeft te maken met het feit dat in deze vertaling het werkwoord ‘verlangen’ wordt gebruikt. De grondtekst gebruikt hier een werkwoord dat niet zo vaak voorkomt in het Nieuwe Testament en dat inderdaad het beste vertaald kan worden met ‘jubelend verlangen’, ‘met blijdschap verlangen’. Zoals je in spanning, met onzekerheid of zelfs met angst naar iets kunt uitzien, zo spreekt het werkwoord dat Jezus hier gebruikt over een verlangen waarin je je verlustigt. Je ziet met een sterk verlangen naar de vervulling uit. Er zit iets in van de Psalm die zingt: ‘God des levens, ach wanneer …’

Abraham

De Heere Jezus, Die hier in gesprek is met Joden op het tempelplein, gebruikt Abraham, de stamvader van Israël, als voorbeeld. Dat doet Hij niet zomaar. Wanneer we dit gedeelte lezen, voelen we de spanning die steeds sterker wordt. In vers 30 lezen we dat velen, al luisterend naar de woorden van Jezus, in Hem geloven. En in vers 59 lezen we dat ze stenen oprapen om Jezus te doden. Die reactie volgt op de climax in het gesprek, dat steeds feller en vijandiger is geworden. Terwijl de Joden zich nadrukkelijker tegen Jezus keren en er zich vol trots op beroepen dat zij kinderen van Abraham zijn, wijst Jezus hen op die aartsvader en zegt dat Abraham met een intens vreugdevol verlangen heeft uitgezien naar Zijn komst. Ja, Jezus zegt zelfs dat Abraham heeft gezien dat Hij gekomen is en dat hij zich daarin heeft verblijd.

Heeft Abraham Jezus gezien?

Nu krijgen wij ook onze vragen. Heeft Abraham Jezus gezien? Ja, in de brief aan de Hebreeën (11: 13) staat ook zoiets: ‘van verre gezien’, door het geloof in de belofte. Maar zoals Jezus het in Johannes 8: 56 zegt, klinkt het concreter: ‘Hij heeft Hem gezien en is verblijd geweest.’

Verschillende uitleggers wijzen naar bepaalde momenten in het leven van Abraham. Allereerst wijzen ze op het moment van de geboorte van Izaäk, de beloofde zoon. Op dat moment is er sprake van vervulde blijdschap: de zoon in wie de belofte in vervulling gaat. Via deze zoon wordt de belofte vervuld dat alle geslachten op aarde gezegend zullen worden. De blijdschap daarover klinkt door in de naam van de zoon, Izaäk: ‘God heeft gemaakt dat ik lach’. In deze zoon ziet Abraham het beloofde nageslacht komen.

Vervolgens wordt gewezen op de geschiedenis van het offer van Izaäk. Wanneer Abraham en zijn zoon de berg op gaan, waar Abraham zijn zoon moet gaan offeren, en Izaäk vraagt waar het offerlam is, geeft Abraham een antwoord dat vertaald kan worden als: ‘God ziet het Lam al voor Zich.’ Verstaat Abraham wat hij zegt? Nee, maar – met eerbied gesproken – in de hemel kijkt de Vader de Zoon aan en knikt: ‘Daar is het Lam!’

Sommige uitleggers gaan uit van de gedachte dat Abraham na zijn sterven in de hemel betrokken is bij het gebeuren op aarde. Ze wijzen dan bijvoorbeeld naar wat Jezus zegt over Abraham in de gelijkenis van de rijke man en Lazarus (Lukas 16: 19-31). Hoe dan ook, Jezus zegt dat Abraham verblijd is met een jubelende vreugde over de komst van Jezus als Zaligmaker.

En wij?

De grote Zoon van Abraham is gekomen om zalig te maken. Is Hij de vervulling van ons hoogste verlangen geworden? Die vraag gaat klemmen. Hij komt immers nog eens en zal dan de grote scheiding voltrekken tussen de schapen en de bokken. Het gelovige zaad van Abraham mag mee naar het Vaderhuis. Voor de anderen wacht de eeuwige nacht.

U vraagt wat het onderscheid is tussen de een en de ander? Abrahams gelovige kinderen zien met een vreugdevol verlangen in alle tijden uit naar de komst van Hem Die hun heil volmaakt. Zij belijden met een vreugde die sterker wordt naarmate ze zien dat die dag nadert: ‘Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God in Jezus Christus onze Heere’ (art. 37 NGB). Is dit ons adventsverlangen?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 2020

De Wekker | 24 Pagina's

Het verlangen van Abraham

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 2020

De Wekker | 24 Pagina's