Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De diacones

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De diacones

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de correspondentie, over het stemrecht voor de vrouw in de kerk, kwam de vraag naar voren of de kerk ook het ambt van diacones voor de vrouw kent en wat haar positie is.
Met diacones bedoelt men dan de vrouwelijke diaken, met een ambtelijke positie.
Wie nauwkeurig het N. Testament raadpleegt zal daar nergens een dergelijke ambtelijke positie voor de vrouw vinden.
Ik geef toe dat dit wel zo schijnt. Men denkt hier dan aan de bekende Febe, die door Paulus, in Hom. 16 : 1 , genoemd wordt een dienares der gemeente. In deze aanduiding „dienares" heeft men willen lezen, dat zij een vrouwelijke diaken was. Immers in het Grieks vindt men hier een vrouwelijke vorm van het woord, waarmede overigens de diaken genoemd wordt, het woord diakonos. Nu heeft het N.T. echter dit woord in tweeërlei zin. Als aanduiding van de ambtelijke positie van de diaken, maar ook in de zin van een dienaar.
Nu heeft terecht de Statenvertaling in Rom. 16 :1 vertaald dienares en niet diacones. En vrijwel alle vertalingen volgen daarin.
Wij hebben dus in Febe te zien een hulp in de gemeente, die zich bijzonder verdienstelijk maakte. Haar werk zal te zien zijn in dezelfde lijn als waarin in. de eerste brief aan Timotheus sprake is van hulpen of behulpsels, waarvoor naar 1 Tim. 5 : 9 waarschijnlijk bij voorkeur een bejaarde weduwe genomen werd.
Paulus vermaant dan Timotheus er op toe te zien, dat dit werk niet ontaarde en dat aan deze weduwen of hulpen bijzondere eisen te stellen zijn.
Hun taak bestond voornamelijk uit de zorg voor zieken, armen, gevangenen, wezen en jonge weduwen, die het moeilijk hadden, bij te staan.
Ook verleenden deze hulpen veelal assistentie bij de doop van volwassen vrouwen.
Hier is dus niet van een ambtelijke positie sprake, maar meer van algemene vrouwelijke hulp, in gevallen, waarin deze te verkiezen is boven die van de man.
De vrouwelijke diaken kent het N. Testament dus niet.
Later heeft zich deze positie niet op deze wijze kunnen handhaven. In de ontwikkeling der kerk is deze hulpdienst vrijwel teloor gegaan en is daarvoor in de plaats gekomen de religieuse zoals de Roomse kerk deze kent in zusters en nonnen, die een bijzondere orde vormen en derhalve een gans andere positie kregen.
Na de Reformatie heeft men wel weer terug trachten te grijpen naar het oude gebruik, maar gaf men er tegelijk een ambtelijke plaats aan. Zo heeft b.v. het bekende Convent van Wezel de mogelijkheid gesteld voor de verkiezing van vrouwelijke diakenen. Maar later heeft de Synode van Middelburg in 1581 dit weer terug genomen omdat men blijkbaar tot de overtuiging gekomen was dat men de N. Testamentische gegevens niet juist gehanteerd had.
En zo is in onze Nederlandse gereformeerde kerken de positie van de vrouwelijke hulp niet recht tot ontwikkeling gekomen.
Wel is later de figuur van de diacones in andere verschijning gekomen. Theodoor Fliedner, de man van de inwendige zending in Duitsland, heeft de diacones als ziekenverpleegster doen herleven. In gereformeerde kringen rezen echter tegen deze zeer bijzondere positie bezwaren, vooral omdat men hier een semi-ambtelijk karakter aangaf en een zekere religieuze wijding.
Het komt mij voor dat vele diaconieën nu weer op het rechte pad zijn, nu zij hun „diaconale hulp" weer in het leven roepen.
Vooral als een gemeente groter wordt, is het voor de broeders diakenen onmogelijk om voor alle zaken, die in verband met het diakonaat belangstelling vragen, te zorgen. Er komt dan zo weinig van het hier en daar de helpende hand te bieden. Er zijn zieken, ouden, gezinnen, die op een moment hulp nodig hebben of voortdurend toezicht. Kortom er is zoveel dat zich niet precies laat omschrijven maar dat toch gedaan moet worden zullen zij, die het moeilijk hebben voortdurend de steun der gemeente gevoelen.
Hiervoor een hulp te hebben moet ideaal zijn voor elke diaconie van een grote gemeente. Dit is geen ambtelijke positie. Eerst gaf men zulk een zuster de naam van sociale werkster. Deze naam voldoet echter niet. Terecht heeft daarom een conferentie van onze diakenen uitgesproken dat het beter is te spreken van diaconale hulp of diakonale assistente.
Hier ligt een prachtige taak voor de vrouw en er is op dit terrein nog veel te doen.
W. Kremer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1950

De Wekker | 4 Pagina's

De diacones

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1950

De Wekker | 4 Pagina's