Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gij geheel anders …

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gij geheel anders

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Anders zijn - en anders doen. Anders dan eertijds. En anders dan de anderen. Dat lijkt nogal hautain. Maar het is niet minder dan gebod van God. Paulus wijst ons erop.

Er is mij gevraagd in ons blad iets te schrijven over “Gij geheel anders …”, met een verwijzing naar Efeze 4: 20. Opmerkelijk: in een aantal onder ons gebruikte Bijbelvertalingen vinden we deze woorden zo niet terug. In de Statenvertaling lees ik op die plaats: “Doch gij hebt Christus alzo niet geleerd.” De Herziene Statenvertaling (i.w.) heeft: “Maar u hebt Christus zo niet leren kennen.” Het is de vertaling van het NBG die hier leest: “Maar gij geheel anders; gij hebt Christus leren kennen.” Blijkens hun kanttekeningen hebben de Statenvertalers deze tekst gelezen met het oog op: “de leer van Christus en van de gemeenschap met Hem.” Het zal duidelijk zijn dat de vertaling van het NBG de oorspronkelijke tekst wat anders leest. Hier niet een verwijzing naar de ìnhoud van de kennis van Christus, maar eerder naar het feít als zodanig. “Gij hebt Christus leren kennen!” En die adeldom brengt verplichtingen mee. Noblesse oblige! Daarom: “gij, Efeziërs, gij geheel anders!”

Zegeningen
De vraag ligt voor de hand: anders?, wat dan anders? Waarin moet de gemeente van Efeze dan anders zijn? Ten opzichte van wie anders? En waarom anders? Het verband van de tekst geeft op die vragen een duidelijk antwoord.

De Efeziërs aan wie Paulus schrijft, hebben van de Heere heel veel voorrechten ontvangen. Uitvoerig beschrijft de apostel die in de hoofdstukken 1, 2 en 3 van zijn zendbrief. Zijn brief zet hoog in: “Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in de hemel in Christus.” (1: 3). Het is een stroom van hooggestemde woorden die Paulus vervolgens schrijft om die zegeningen en voorrechten concreet aan te duiden. De Heere heeft hen uitverkoren vóór de grondlegging van de wereld – in Christus. Ze zijn aangenomen tot kinderen van God – in Christus. Ze hebben ontvangen de verlossing door Zijn bloed, de vergeving van de zonden. Ze zijn verzegeld met de Heilige Geest der belofte.
Dat zijn nogal even voorrechten. De drieenige God kwam eraan te pas – in verkiezing, verzoening en verzegeling. Het zijn ook geen tijdelijke weldaden, maar ze gaan mee, de eeuwigheid in. De Efeziërs hebben door genade uitzicht op de volkomen verlossing in heerlijkheid. Ze zijn dus van een uiterst duurzaam gehalte, deze zegeningen. Is het een wonder dat de apostel dit gedeelte aan het slot van hoofdstuk 3 afsluit met opnieuw een lofzegging: “Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot alle eeuwigheid. Amen.” (3: 21).

Vermaning
Direct hierna wijzigt Paulus zijn toon. De vermaning komt in de plaats van de lofzegging. Het begin van hoofdstuk 4: “Zo bid ik u dan – ik, de gevangene in de Heere – dat gij wandelt waardiglijk aan de roeping met welke gij geroepen zijt.” Al de voorrechten die de christenen van Efeze hebben ontvangen, wijzen op een roeping. Paulus herinnert hen daaraan. In vers 17 herhaalt hij zijn vermaning. Maar nu nog wat toegespitster. “Ik zeg dan dit en betuig het in de Heere, dat gij niet meer wandelt gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid van hun gemoed.”
Ze moeten zich dus onderscheiden van de heidenen, de mensen die de afgoden dienen. Let eens op die subtiele toevoeging: “de àndere heidenen …” Het is nog niet zo lang geleden dat ze zelf ook behoorden tot degenen die zo genoemd worden. Het is alleen maar door Gods genade dat het nu anders is geworden in hun leven. Paulus schroomt niet om de levenswandel van het heidendom te tekenen, van de mensen die los van de ware God leven. Ze wandelen in de ijdelheid van hun gemoed, dat is: hun denken en hun doen is leeg en inhoudsloos. Ze zijn verduisterd in hun verstand, dat is: ze hebben het vermogen niet om te onderscheiden tussen goed en kwaad. Ze zijn vervreemd van het leven met God, dat is: de band met de levende God is verbroken. Ze zijn onwetend, dat is: ze beschikken niet over de ware kennis. En dat alles komt door de verharding van hart, dat is: ze zijn afgesloten voor de indrukken van Gods Geest en Woord (4: 18).
Dat is de toestand van de heidenen. Het is een beklagenswaardige toestand. Niet te benijden. Want ten gevolge van dit alles zijn ze ongevoelig geworden voor het goede. Ze hebben zich overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven (4: 19).

Ander mens
Wat Paulus hier schetst is niet minder dan de ruïneuze toestand van de mens na de zondeval. De mens los van God. “Zo tekent Paulus in dit gedeelte de drievoudige duisternis, die ligt over een mensenleven, waarover het licht in Christus nog niet is opgegaan: de verduistering van het verstand, de verharding van het hart en de verloedering van de levenswandel” (C.G. Vreugdenhil). Zo ernstig is de aantasting van het menselijk leven door de zonde. De mens, geroepen om Zijn Schepper te eren en te dienen, mist zijn doel ten enenmale. Hij is geneigd God en zijn naaste te haten.

Welnu, het is in dit verband dat de apostel tot de Efeziërs zegt: “Maar gij geheel anders; gij hebt Christus leren kennen.” In hun leven heeft zich een wonder voltrokken. Zij hebben Christus leren kennen. En door Christus, God hun Schepper. En daarom zíjn ze anders en dóén ze anders.
Gij geheel anders …” Dat wijst er allereerst op dat een christen een ander mens is geworden. Hij heeft een andere levensbron en een ander levensdoel ontvangen.
Er heeft zich in zijn leven een fundamentele wijziging voltrokken. Paulus schrijft in het volgende hoofdstuk: “Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in de Heere.” (5: 8). Dat is even een verandering! In plaats van duisternis nu licht. Zelfs: licht in de Héére! Dat wil volgens de Statenvertalers in hun kanttekening zoveel zeggen als: “door Gods Geest verlicht om het goede van het kwade te onderscheiden en anderen met een goed voorbeeld als lichten voor te gaan.”

Dat brengt me bij het tweede. Een christen ìs niet alleen andersgeheel anders, maar hij dóét ook andersgeheel anders. Het komt tot uiting in zijn leven. Het kan niet anders. En het zal niet anders. Als je Christus hebt leren kennen, dan is er een nieuwe wereld voor je opengegaan. Dan is jouw wereld niet meer die van bedrog, arglistigheid, verharding, ontucht en begerigheid – allemaal woorden uit Paulus’ kenschets van het heidendom in dit hoofdstuk. Maar dan is jouw wereld die van ootmoed, zachtmoedigheid, geduld en verdraagzaamheid in liefde (4: 2). Dan zul je zoeken te behouden de enigheid des Geestes door de band des vredes (4: 3).

Wie in Christus is, die is een nieuw schepsel. Die legt af “de vorige wandeling, namelijk die van de oude mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheid der verleiding” (4: 22) en die doet aan “de nieuwe mens, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid” (4: 24). En dat niet uit dwang. Maar gewillig en volgaarne! Van binnenuit. “Wie genade bij God heeft verkregen, die bedwingt zijn vlees en zijn lusten en leeft in de vreze Gods, niet gedwongen, maar vrijwillig. Hij zegt niet: ‘Ja, als de wet het maar niet verbood, maar nu moet ik het wel laten! Ik zou het anders wel gaarne doen, maar ik mag niet!’ Nee, maar er is vrijwilligheid en vrijheid van beweging in de vreze Gods, zodat men niet in toom behoeft gehouden te worden als een paard of een muilezel, maar men is blij en vrolijk en vol goede werken in de vreze Gods.” (H.F. Kohlbrugge).

De vraag is: kan mijn leven deze toets doorstaan?

J.M.J. Kievit
Ds. J.M.J. Kievit is predikant van Dordrecht-Centrum.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

De Wekker | 20 Pagina's

Gij geheel anders …

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

De Wekker | 20 Pagina's