Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roelof van Asselt: ‘De dood is ook een doorgang’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roelof van Asselt: ‘De dood is ook een doorgang’

Begrafenisondernemer Roelof van Asselt over zijn werk

5 minuten leestijd

De gebrokenheid na de zondeval wordt haast niet zichtbaarder dan in de dood. Voor begrafenisondernemer Roelof van Asselt (36) is de dood een dagelijks terugkerend thema. Toch ziet hij ondanks het vele verdriet ook mooie momenten in zijn werk. “Soms heerst er een bepaalde rust bij binnenkomst, omdat de diepe overtuiging er is dat de overledene het nu beter heeft.”

Als kind en puber had Roelof van Asselt niks met het vak dat hij nu beoefent. “Ik durfde niet eens te kijken als er iemand was overleden. Dat veranderde langzaam toen ik een jaar of vijftien was. Mijn broer werkte al in de uitvaartbranche. Op een dag belde hij mij op of ik kon helpen omdat het zo druk was. Ik dacht: moet dat nou? Toch ben ik meegegaan.”

Toewijding

Het bleef niet bij die ene keer. Van Asselt: “Na verloop van tijd was het min of meer mijn bijbaan geworden. Na mijn schoolperiode ging ik fulltime aan de slag. Ruim 12,5 jaar geleden startte ik mijn eigen onderneming. Mijn vrouw Jennine groeide er ook langzaam in en neemt steeds meer werk uit handen. Al blijft ze in de eerste plaats moeder van onze drie zoons. Ze is de stabiele factor in ons gezin. Het is mooi en dankbaar werk, en we doen het met veel toewijding. Het mooiste vind ik dat we echt iets voor mensen kunnen betekenen. In hun verdriet weten ze vaak niet waar ze moeten beginnen. We willen rust brengen en de familie compleet ontzorgen. Nabestaanden krijgen daardoor tijd om te rouwen en kunnen terugkijken op een waardig afscheid. We zijn dankbaar voor het vertrouwen dat we van hen krijgen.”

Rust

Elke dag met de dood bezig zijn, is dat niet confronterend? “Dat is het zeker weleens. Vooral als het jonge mensen betreft. Dan komt het ineens heel dichtbij. Dan denk ik: dit kan mij ook overkomen. Ik probeer me op zo’n moment dan vast te houden aan de gedachte dat ik er ben om te ontzorgen. Ook kinderen begraven is moeilijk.

Eigenlijk heeft iedere begrafenis wel z’n moeilijke en confronterende kant. Soms kan ik er als een berg tegenop zien. Als ik bijvoorbeeld moe ben, grijpen dingen mij sneller aan en word ik eerder emotioneel. Ik heb een fantastische vrouw op wie ik kan terugvallen. Soms kom ik thuis en lopen de tranen over mijn wangen. Dan is ze er voor me, bij haar kan ik mijn verhaal kwijt. En bovenal: ik geloof en vertrouw erop dat er een God in de hemel is, Die voor mij zorgt. Ik weet ook dat er gebed is. Ik zeg weleens dat ik er tegenop zie. Dan krijg ik als reactie: ‘Dat hoeft niet, want ik heb voor je gebeden.’ Als de begrafenis dan zover is, valt er een rust over me.”

Doorgang

Wie aan de dood denkt, denkt waarschijnlijk in de eerste plaats aan verdriet. En dat is er zeker. Toch ziet Roelof ook mooie momenten. “De dood blijft allereerst een vijand; ieder mens moet er persoonlijk doorheen gaan. Maar ik mag ook veel begrafenissen doen van mensen die zijn gestorven met een fantastisch vooruitzicht. De dood is dan ook een doorgang naar het eeuwige leven. Familieleden kunnen soms ondanks het verdriet getuigen van Gods genade. Dan hoop ik maar dat anderen jaloers worden op de manier waarop die persoon is heengegaan. Ondanks het diepe verdriet mag er blijdschap zijn, want een geliefd familielid is bij God in de hemel. Gods aanwezigheid wordt merkbaar gevoeld. Er is zo’n rust in de kamer. Ik word daar zelf ook door bemoedigd. Tegelijk blijft degene die is overleden een geliefde man, vrouw of een andere dierbare die losgelaten moet worden.”

Ongrijpbaar

Sinds zijn werk in de uitvaartbranche denkt Roelof meer na over de hemel. “Ik ben bewuster van de eindigheid van mijn leven. Soms probeer ik me een voorstelling van de hemel te maken, maar dat kan helemaal niet. De Bijbel zegt er wel iets over, maar het blijft ongrijpbaar. Hoe ziet de hemel eruit? Ben je er direct na je sterven? Onze predikant noemt het een wachtkamer en een kleedkamer. Wachtend op de jongste dag, maar je krijgt al wel nieuwe, witte klederen. Een mooi beeld. Als ik om me heen kijk en zie hoeveel lijden en ellende er in de wereld is, dan vliegt het me soms aan en kan ik wel verlangen naar de hemel. ‘Daar geen rouw meer en geen tranen in het nieuw Jeruzalem’, zoals een lied zingt. Tegelijkertijd vind ik het moeilijk te geloven dat die plek ook voor mij is bereid.”

Troost

Ook tijdens het werk kunnen de gesprekken zomaar over de hemel gaan. “Er kwam vroeger wel eens een voorganger bij ons thuis die vond dat ik eerst met de familie moest spreken over hoe de persoon was heengegaan en of het goed met hem of haar is. Dat doe ik niet. Als iemand erover wil praten, sta ik daar voor open, maar ik vind het vooral een taak van de predikant. Onkerkelijke mensen vragen weleens aan mij waar hun geliefde nu is. Dan sta je met je mond vol tanden. Ik zeg dan dat ik geloof dat er een God is die daarover oordeelt en dat ik hoop dat ze hun troost en rust bij Hem mogen vinden. Want ook deze God wil in hun verdriet voor hen zorgen. Begrafenissen van onkerkelijke mensen vind ik vaak moeilijker. Ik doe het met net zoveel liefde, maar het is zo leeg. Er wordt een hoop gezegd, maar weinig wat echt troost en waarmee je verder kunt. Het besef dat er een hemel is, is voor mij een troost, zeker wanneer ik weet dat iemand daar naartoe is gegaan. In de dienst probeer ik dan ook vanuit de Bijbel bemoedigende woorden mee te geven aan de nabestaanden.”

Ieder mens moet sterven. Daarom drukt Roelof graag op ieders hart om na te denken over je eigen sterfelijkheid. “Bereid je er geestelijk, maar ook praktisch op voor. Zet dingen op papier. De tekst op de kaart, de preektekst, de liederen of psalmen. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Ook ik moet sterven. Tijdens mijn uitvaart mag er best iets over mij gezegd worden, maar bovenal hoop ik dat het Evangelie verkondigd wordt. Dat is het allerbelangrijkste!”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 2022

De Wekker | 24 Pagina's

Roelof van Asselt: ‘De dood is ook een doorgang’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 2022

De Wekker | 24 Pagina's