De een vernederd, de ander verhoogd
Lezen: Ester 6 en 7
Een van de taken van een burgemeester is dat hij namens de koning burgers, die zich verdienstelijk hebben gemaakt, een onderscheiding uitreikt. Hij moet er waarderende woorden aan toevoegen. Hoe zou het voor een burgemeester zijn, als hij dat moet doen bij een persoon aan wie hij een bloedhekel heeft? Hij moet dan zijn persoonlijke voorkeur en ambtelijke verantwoordelijkheid goed kunnen scheiden!
Iets dergelijks is Haman overkomen. Hij heeft de Jood Mordechai, die hij het liefst vandaag nog uit het veld zou ruimen, de hoogste koninklijke onderscheiding moeten verlenen door hem als ereburger door de stad te begeleiden. Hoe hij zich eronder voelt, lezen we in 6: 12.
Toeval
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Er ligt een driedubbel ‘toeval’ aan deze gebeurtenis ten grondslag:
1. Een slapeloze nacht van koning Ahasveros. Die dag was koningin Ester onverwacht in de koningszaal verschenen. Hoogst ongebruikelijk. Het moest wel een belangwekkende kwestie zijn waarom zij dit had aangedurfd. Zij had de koning samen met Haman uitgenodigd voor een maaltijd. Tijdens de maaltijd had ze als wens te kennen gegeven dat de koning en Haman opnieuw tot haar feestmaaltijd zouden komen. Wat dat het enige dat ze wenste?
2. De koning had zich laten voorlezen uit de kronieken van de koning, om te horen hoe machtig hij zelf is. Maar laat nu net de passage gelezen worden waarin beschreven wordt hoe het leven van de koning bedreigd werd door een samenzwering en dat ene Mordechai het leven van de koning heeft gered. ‘Hoe hebben we die man beloond?’
‘Helemaal niet, koning.’ ‘Wie is er op dit moment in de voorhof; ga eens kijken.’
3. En laat nou net op dat moment Haman in de voorhof lopen op weg naar de koning om het over de executie van Mordechai te hebben, voor wie hij een metershoge paal heeft opgericht.
Haman moet de koning adviseren welke onderscheiding een van zijn onderdanen te beurt zal vallen. Hij denkt dat het hemzelf betreft, maar ondertussen gaat het over zijn aartsvijand die hij van plan was die morgen uit de weg te ruimen. Het loopt erop uit dat Mordechai die morgen, ja weliswaar wordt verhoogd, alleen niet aan de paal, maar met het hoogste koninklijke eerbetoon dat Haman maar kon bedenken en waar Haman zelfs leiding aan moet geven.
Eerder merkten we al op dat Gods naam in het boek Ester nergens expliciet genoemd wordt. Ook wordt nergens een gebeurtenis expliciet als een daad van God benoemd. Maar het is de Here die de slaap van Ahasveros laat wijken, Hij bestuurt de hand en het oog van de voorlezer van de kronieken en bestuurt de voeten van Haman op het bepaalde moment in de voorhof. Het is de bedoeling van dit boekje om ervan te getuigen dat de Here, de God van Israël, regeert. Dat is waarom God de Heilige Geest ervoor gezorgd heeft dat dit boekje in de Bijbel is opgenomen.
Haman komt na die ochtend thuis, uitgeput van het lopen en roepen, vernederd, in rouw. Hoofdstuk 6 eindigt met deze woorden van zijn raadgevers (‘wijzen’ worden ze genoemd!) en zijn vrouw: Als Mordechai een Jood is, en je bent begonnen voor hem te vallen (dus Haman die voor Mordechai heeft gebogen en niet andersom!) dan is het een verloren zaak; vallen zul jij, neervallen voor zijn aanschijn.
Er is een wet van Meden en Perzen dat de Joden zullen worden uitgeroeid. De paal om de Jood Mordechai aan op te hangen staat al opgericht. Maar hier klinken woorden van wijzen: Iemand van het Joodse volk – daar kunnen wij niet tegenop.
Bedenk dat Mordechai in Perzië hoort tot een minderheid. Hij is een gewone burger, weliswaar met connecties met de koningin, maar nergens blijkt dat dat hem speciale voorrechten opleverde. En na het eerbetoon staat er dat hij zijn gebruikelijke plekje in de poort weer inneemt (6: 12). En dan toch deze woorden van Hamans raadgevers.
Ontknoping
Tijd om deze woorden op zich te laten inwerken krijgt Haman niet, want daar zijn de dienaren van de koning al, die hem meenemen voor het tweede etentje bij koningin Ester. Wat een eer die Haman te beurt valt!
Als de drank op tafel komt, stelt de koning weer dezelfde vraag als de dag daarvoor: ‘Wat wil je, koningin Ester? Wat is je verzoek? Al is het de helft van mijn koninkrijk!’
Je voelt de spanning … Zal het hoge woord er nú bij Ester uitkomen?
Ja! ‘Mijn wens is: geef aan mij het leven, en ook aan mijn volk.’ Welk volk dat is, zegt ze niet. Maar het hoge woord is eruit: leven!
Bovendien wijst Ester aan dat de koning zélf schade lijdt: ‘Wij zijn verkocht’. Haman is de koper. Hij heeft de koningin en haar volksgenoten gekocht van de koning. Het mocht hem een lieve duit kosten (3: 9)! Alleen: beseft de koning wel wat de deal precies inhoudt? Zij, de koningin en haar volksgenoten zijn niet slechts door Haman aangekocht om tot slaaf gemaakt te worden. ‘Dan had ik u niet lastig gevallen, want dan had u geen schade geleden’ (7: 4). Nee, ze zijn verkocht om vernietigd te worden, en dat kost de koning zowel zijn koningin als duizenden onderdanen! Esters uiteindelijke argument is niet dat zij en haar volk te beklagen zijn, maar dat de koning benadeeld wordt. ‘Wie en waar is hij?’
Het is Haman, die daar zit aan de gezamenlijke maaltijd en samen met de koning en de koningin de wijn drinkt.
Haman is verbijsterd. De koning is verbijsterd. Opvallend dat hij Ester meteen gelooft.
Ahasveros verwijdert zich een ogenblik. Wat zal er die momenten dat hij in de paleistuin rondloopt in hem zijn omgegaan? Zal hij aan zelfonderzoek gedaan hebben en zich de vraag gesteld hebben: wat gebeurt hier onder mijn ogen, terwijl ik niets heb gemerkt?
Of de koning na dat moment in zijn tuin bedaard is, of hij toen besloten heeft nader onderzoek te doen, we zullen het nooit weten, want als hij de dinerzaal weer betreedt, ziet hij Haman op het rustbed van de koningin liggen. De koning interpreteert dat als een aanranding en dat bezegelt Hamans lot.
Voor de tweede keer is Haman het slachtoffer van een misverstand. Eerst was er het misverstand van wie de koning wil eren, nu is er het misverstand als hij de koningin om genade smeekt. De man wordt veroordeeld voor een misdaad die hij niet begaat.
Een van de hovelingen onderstreept het doortrapte van Haman nog eventjes en daarmee de juistheid van de beslissing van de koning: ‘U wist nog niet dat Haman een paal heeft opgericht, waar hij Mordechai, die uw leven heeft gered en die gisteren door u is geëerd, aan zou hangen. Die paal is zo immens hoog dat hij vanuit het paleis te zien is.’ Hij laat de koning zelf de conclusie trekken: ‘Hang Haman daaraan’. En zo neemt Haman de plaats in van Mordechai. En Mordechai krijgt de positie die Haman had (8: 1-2).
Omkering
De Here keert het om. Het kwaad wordt uitgeroeid, de rechtvaardigen worden verhoogd. De paal, bestemd voor de Joodse man die het leven van de koning heeft gered, dient uiteindelijk het rechte doel, dat wie onrecht beraamt eraan sterft. We weten van nóg een paal in de Bijbel. De paal die stadhouder Pilatus opricht op Golgotha, bestemd voor eveneens een Joodse man: Jezus. In dat gebeuren handelt de Here. Hij regeert. Het kruis van Jezus is de paal waarmee de Here Zijn oordeel voltrekt. Dat is Gods verwonderlijke omkering. Jezus aan het kruis in plaats van ons, waardoor ons het leven wordt gegeven.
GESPREKSVRAGEN
Vertel eens over een toevalligheid in uw leven. Kunt u voorbeelden van toeval noemen waarin u Gods leiding opmerkt?
Overdenk de woorden van de raadgevers en de vrouw van Haman in 6: 13. Wat is de betekenis voor vandaag? Betrek er Zacharia 2: 8 (of 12) bij.
In Ester geschiedt recht: de vijand Haman wordt veroordeeld en de rechtvaardige Mordechai wordt verhoogd. Hoe kun je spreken van een rechtvaardig oordeel van God als de onschuldige Jezus wordt gekruisigd? Lees hierbij 2 Korintiërs 5: 21.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2022
De Wekker | 24 Pagina's