‘Ik dacht: om dat te snappen, daar moet je evangelisch voor zijn’
Enthousiast, openhartig en bevlogen. Een gesprek met missionair veldwerker Martin Bobeldijk gaat niet lang over koetjes en kalfjes – vol passie vertelt hij over zijn roeping om Jezus radicaal te volgen en te dienen in Zijn Koninkrijk. Maar ook over onbegrip en weerstand die hij daarbij ondervond.
De 48-jarige Martin Bobeldijk werkt sinds afgelopen najaar als missionair veldwerker voor stichting Gave, een organisatie die vluchtelingen in Nederland opvangt en begeleiding biedt op verschillende manieren. De voornaamste werkplek van Bobeldijk bevindt zich in en rond het asielzoekerscentrum van Amersfoort. Daar bezoekt hij vluchtelingen op hun kamers en initieert – samen met een grote groep vrijwilligers – allerlei doelgroep-activiteiten in het naastgelegen House of Joy. Zo wordt taalles gegeven, maar zijn er ook praatgroepen, naailessen, is er een wekelijkse kinderbijbelclub en wordt met de jongens gevoetbald. Binnenkort start een activiteit die speciaal gericht is op de circa zestig alleenstaande minderjarige jongens die verblijven in het azc.
Het werk ligt Bobeldijk na aan het hart. Dat spat ervan af als hij vertelt over bijzondere ontmoetingen en buitengewone gebeurtenissen. Toch lag niet direct voor de hand dat hij als missionair veldwerker aan de slag zou gaan. Met een opleiding in communicatie en PR werkte hij lange tijd voor tal van overheidsinstellingen in Den Haag en runde hij jarenlang zijn eigen communicatiebureau. Ondanks zijn zakelijke succes ging hij óók door diepe dalen.
Zicht op God kwijt
Bobeldijk vertelt daarover openhartig: “In 1999 overleed ons zoontje, hij was een van een tweeling. Onze andere zoon werd ternauwernood gered door een spoedkeizersnede en heeft daar een lichamelijke handicap aan overgehouden. De twee jaren die volgden waren voor mij als een woestijn. Ik had al jong mijn hart aan Jezus gegeven en we bleven ook naar de kerk gaan, maar ik was het zicht op God kwijt. Het enige dat ik die jaren tijdens de kerkdienst echt meedeed was het stil gebed. ‘Heer, ik ben er weer – geen idee of U bestaat. Maar als het zo is, hoor ik het graag een keer.’ Dat ging zo twee jaar door. Totdat Bobeldijks schoonvader hem op een keer uitnodigde om mee te gaan naar een conferentie voor christelijke zakenmensen. Die eerste avond ging de preek over Jesaja 58: 11. God zegt daar eigenlijk: ‘Ik heb je wel gezien, daar in je geestelijke woestijn; maar Ik haal je eruit en maak je tot een waterbron.’ Dit moment was eigenlijk mijn tweede bekering. Toen kreeg ik echt een relátie met God en ging ik leven vanuit de gedachte: Hoe kan ik U volgen, Heer?”
Diamantjes op de vloer
We maken een sprong in de tijd als Bobeldijk vertelt hoe die tweede bekering verder gestalte kreeg. “In 2018 was ik depressief. Een goede Engelse vriend nodigde me uit naar hem toe te komen. We volgden samen een driedaagse Bijbelcursus, waar keer op keer bevestigd werd dat God mij riep in Zijn dienst. Het meest bijzondere voorbeeld was op de eerste ochtend van de Bijbelcursus. We werden wakker in onze hotelkamer, en toen lagen er vier diamantjes op de vloer. Ik had zoiets van: ‘Wat is dít nou?’, maar mijn evangelische vriend zei: ‘God is bezig, de Heilige Geest wil je iets duidelijk maken.’ Ik was dat zó niet gewend, ik dacht: om dat te snappen, daar moet je evangelisch voor zijn.”
Diezelfde ochtend stuurde zijn vrouw hem een kaartje toe dat ze via Facebook had gelezen. Daar stond op: ‘God maakt van rupsen vlinders, en van zwarte kolen maakt Hij onder druk diamanten.
Zo is God ook met jou bezig.’ “Nou, als iemand zich een zwart kooltje voelde, dan was ik het wel. En verder tijdens de Bijbelcursus werd het steeds weer bevestigd, door wat mensen tegen me zeiden en wat ik hoorde in de kerkdiensten daar. Zo kwam er een vrouw naar me toe die zei: ‘Ik heb je bezig gezien; volgens mij moet jij je eigen gemeente stichten.’”
Terug in Nederland
Teruggekomen in Nederland stuitte Bobeldijk op onbegrip en weerstand vanuit zijn omgeving. “Een eigen kerk beginnen, hoezo? Ga jij eerst maar eens studeren dan.” Dat deed Bobeldijk. Na de afronding van de studie theologie kwam de vraag opnieuw heel concreet op zijn pad: ‘Waar heeft God me toe geroepen?’ Hoewel hij op allerlei mogelijkheden en vacatures gewezen werd, besloot Bobeldijk te wachten en te bidden. “Ik dacht: God heeft me geroepen, dus Hij mag Zelf ook wel iets op mijn pad brengen.” Ook deze beslissing kon op oordeel en weerstand rekenen. “Mijn familie zei: ‘Het is toch bid én werk?’ Zij waren meer gericht op het werken, ik op het bidden.”
Na enige tijd bracht God stichting Gave op zijn pad. “Ik kon dat niet direct zo matchen met het werk als kerkplanter, maar nu zie ik toch de overeenkomsten. Wat ik nu doe bij Gave is ook bij kerkplanting nodig: met allerlei culturen omgaan, het opzetten van initiatieven en het laagdrempelig praten over God.” Dat óók de keuze voor dit werk met onbegrip en kritiek gepaard ging, verklaart Bobeldijk uit de inhoud van het werk onder vluchtelingen enerzijds en de opnieuw in financieel opzicht onzekere stap anderzijds. Voor zijn inkomsten is Bobeldijk namelijk afhankelijk van giften vanuit zijn achterban.
Pionieren
Toch is dat andere vuur ook blijven branden. Inmiddels bereiden Bobeldijk en zijn gezin zich namelijk voor op een verhuizing naar het Brabantse Veghel, om in die weinig kerkelijke regio te gaan pionieren en een huisgemeente aan te sturen. Opnieuw een radicale keuze zonder financiële zekerheid, ‘bizar’ zelfs volgens sommige mensen. Geëmotioneerd en fel voegt Bobeldijk eraan toe: “We zijn zo op zoek naar zekerheid. Als we maar ons geld, ons huis of genoeg spullen hebben. Maar volgen we Jézus nu eigenlijk? Je hoopt dat mensen je bemoedigen en ondersteunen met gebed in plaats van kritiek leveren. Gelukkig gebeurt dat ook wel vanuit de achterban, hoor. En mijn vrouw steunt mij hier helemaal in, het is echt onze gezamenlijke roeping geworden. Maar toch: zoeken we onze zekerheid niet veel te veel op de verkeerde plek? Het gaat in de kerk vaak over bekering, maar voeden we onze mensen wel op in het leven in het Koninkrijk van God? Je hébt autoriteit, je bént geroepen, laten we dan ook gaan.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 2023
De Wekker | 36 Pagina's