‘Ik vind het belangrijk om naar elkaar om te kijken’
In gesprek met Ria van der Beek-Koomans
Al jarenlang is Ria van der Beek-Koomans (72) coördinator hulpendienst in de CGK van ’s-Gravendeel. Ze vertelt wat deze rol in de gemeente inhoudt. De gemeente bestaat uit ongeveer 415 gemeenteleden. Ria: “Het is een mooie mix van jong en oud.”
Wat houdt de taak van coördinator hulpendienst zoal in?
“Als coördinator hulpendienst zoek ik bij elke hulpvraag naar de juiste mensen in de gemeente en neem ik met hen contact op. Het is nooit een probleem om het rooster compleet te krijgen. ’s-Gravendeel is echt een dorp. Ik ben er geboren en getogen. In de kerkelijke gemeente kijken we naar elkaar om. De hulpendienst gaat uit van de diaconie en is bedoeld om gemeenteleden te ondersteunen waar nodig.”
Waarom past deze taak juist bij jou?
“Ik vind het belangrijk om behulpzaam te zijn, om naar elkaar om te kijken. En ik organiseer graag. Ik zit al mijn leven lang in deze gemeente en daardoor ken ik de gemeenteleden goed en zij kennen mij. Dat geeft vertrouwen. Van tevoren ga ik ook langs bij mensen om te horen hoe de situatie precies is en welke hulp ze kunnen gebruiken. Ik rooster mezelf ook weleens in, want ik kook en bak graag.”
Hoe is de taak op je pad gekomen en hoe lang al?
“De diaconie heeft me gevraagd om deze taak op mij te nemen. De hulpendienst bestaat nu alweer twaalf jaar. Bij de start in 2011 hebben we een formulier rond laten gaan om in te vullen. Denk hierbij aan licht huishoudelijk werk, klusjes in huis, boodschappen doen en koken, een lift bij ziekenhuisbezoek, wandelen met iemand in een rolstoel en het geven van ondersteuning bij de omgang met computers. Hierdoor heb ik een lijstje kunnen opstellen van mensen die ik kan benaderen bij hulpvragen. Er wordt veel gedaan in de gemeente. In het kerkblaadje ‘De Ontmoeting’ staat één keer in het jaar een stukje over de hulpendienst.”
Hoe vind je het om deze taak te doen? Wat maakt het mooi of moeilijk?
“De hulpvraag is niet leeftijdgebonden. Er wordt van jong tot oud hulp aangeboden en gevraagd. Het is belangrijk om eerst te checken of de hulp echt nodig is, want het is niet de bedoeling om hulp op te dringen. Mensen moeten het zelf willen. In principe is de hulp voor zes weken. Het geven van hulp geeft een goed gevoel aan beide kanten: aan wie de hulp gegeven is en wie de hulp geeft. Het contact is leuk en mensen krijgen aandacht. Na zes weken wordt gecheckt hoe de hulpverlening is verlopen en of er nog meer hulp nodig is. In sommige gevallen wordt de hulp verlengd, anders wordt doorverwezen naar professionele hulp. Er zijn ook grensgevallen waarvan we niet zeker weten of het past bij de hulpendienst.
Als de hulpvraag te groot is, leg ik het voor aan de diaconie die ook kan doorverwijzen naar professionele hulpinstanties en/of financieel kan ondersteunen. Je moet ergens grenzen trekken. Als gemeenteleden kun je elkaar ook altijd opdragen in gebed.”
Hoe dien je de gemeente (en God) met deze taak?
“We zijn op de wereld om elkaar te helpen, je bent er voor de ander. God heeft ons voor elkaar gemaakt. Jezus zegt in Mattheüs 22: 37-39: ‘Heb God lief boven alles en uw naaste als uzelf.’ Dit gebod, om om te zien naar elkaar, is een leidraad voor een christen. Je doet wat je oog ziet en wat er op je pad komt. De keuze is aan jou: je kunt wegkijken of het aanpakken.”
Welke ervaring of belevenis blijft je bij?
“In coronatijd hebben vrijwilligers van de hulpendienst soep gemaakt en uitgedeeld aan gemeenteleden, maar ook aan mensen van buiten de kerk. Er werd met name soep gebracht aan ouderen die vanwege de coronamaatregelen geen bezoek mochten ontvangen en steeds eenzamer werden. Bij de soepmaaltijd, die werd gebracht aan zo’n vijftig mensen, was een briefje toegevoegd: ‘In deze bijzondere tijd denken we aan u. Verbonden op afstand. Eet smakelijk.’ Toen de regels werden versoepeld, werd de soepactie afgesloten met een pannenkoekenactie. Jongeren uit de gemeente hebben de pannenkoeken uitgedeeld.”
Heb je nog adviezen richting andere gemeentes en lezers?
“Bij de hulpendienst overleggen we van tevoren met de mensen die eventueel hulp krijgen. Het is belangrijk om te checken bij mensen of ze echt zitten te wachten op de hulp. Mensen zijn autonoom en kunnen zelf beslissen. Je moet jezelf dus niet opdringen.”
Dienen in de kerk
In deze serie vertellen CGK-leden over de manier waarop zij een steentje bijdragen in hun gemeente. Wat maakt hun taak zo mooi, en wat drijft hen?
Vandaag deel 19: Ria van der Beek is coördinator hulpendienst.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 2024
De Wekker | 20 Pagina's