Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vergeven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vergeven

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Handelsblad van 15 Dec. komt het volgende voor:
»In zijne brochure vergaf Dr. Kuyper ongevraagd een tegenstander, die er zich volstrekt niet van bewust is, dat hij iets tegen hem misdreven had, waarvoor hij vergiffenis behoefde. En na dus, niet stilzwijgend in de binnenkamer, maar luidruchtig in een brochure als per omroeper een tegenstander vergeven te hebben, schreef Dr. Kuyper: »Gelukkig dat ons Christenen het vergeven altoos Licht valt”. Gevoelt Dr. K. niet, dat hij door het openbaar bekend maken van het feit, dat men ongevraagd vergiffenis aan zijn tegenstander heeft geschonken, dien tegenstander een kaakslag geeft, hem onduldbaar krenkt? Wie vergiffenis geeft, pardon schenkt, verleent niet als tijdelijk meerdere, aan iemand die schuld bekent en zich verootmoedigt. Dus verleent een souverein pardon of kwijtschelding van straf aan veroordeelden. Dus vergeeft een vader zijn berouwhebbend kind. Maar men vergeeft niet per brochure tegenstander die zich geen kwaad bewust zijn.”
De Nieuwe Sprokkelaar voegt er bij » Gelijk Dr. E. luchtig is in het schenken van vergiffenis, verlangt hij dat ook van anderen. Hij wil dat de Hervormden vol strekt geen rekening meer zullen houden met al de ergerlijke dingen, die door hem en op zijn voorbeeld door anderen gedebiteerd zijn aan ’t adres van de Ned. Herv Kerk en de Hervormden zonder dat hij er ook maar in ’t minst aan denkt om schuld te bekennen. Dat nu gaat niet. Zoo leert de Schrift niet. Iemand voor wien hoonen en vergiffenis schenken even gemakkelijk valt, voelt zeker niet diep.”
Tusschen vergeven en vergeven is onder scheid en ook hierin is het spreekwoord zoo waar: »als twee hetzelfde doen is het niet hetzelfde”. Kaïn en Abel offerden beiden: Farizeeër en Tollenaar gingen beide naat den tempel om te bidden. Ook is er onderscheid tusschen schuldbelijden en schuld. belijden, en ’t is mij wel eens meermalen voorgekomen of in onze Kerk niet wat a te licht met dat schuldbelijden wordt gehandeld. Als men maar schuld beleden heeft, dan is de zaak uit en er wordt niet meer gevraagd, hoe dat is geschied, ’t waar, wij zijn geene harten kenners, ma er zijn vaak zulke bekentenissen, die duidelijk getuigen, dat ze niet diep gaan, of alleen door den nood zijn afgeperst. Dat al een in onecht geboren of vóór het huwelijk verwekt kind moet worden gedoopt, ouders op een vraag in ’t openbaar of hunne zonden belijden, even knikken of zij zeggen, is zeker al weinig beteekenend, ook al is het niet te loochenen feit voor de kerkeraad met een »peceavi« erkend. Het gaat soms zoo gevoelloos, dat wij aan verharding en niet aan berouw denken, zijn menschen, die het ieder oogenblik kunnen, omdat ze niet »diep gevoelen«. Wij hadden eens te R. een lid der gemeen voor den kerkeraad, die een ouderling zwaar beleedigd had, en nu voor den kerkeraad gelijk van hem was geëischt, schuld belijden kwam. Hij deed het, maar ging in ’t redeneeren voort en braakte nog veel ergere beleedigingen uit. Toen hem hierover berisping werd toegediend, was dadelijk woord: »nu, dan zal ik maar weer schuld bekennen«, en, indien hem niet het zwijgen ware opgelegd, zouden waarschijnlijk wee nieuwe beleedigingen uit zijn mond zijn gehoord, waarover hij dan zeker wel weer even gemakkelijk zou hebben schuld belede; Zulke karakters zijn diep te beklagen, zou bijna zeggen: te verachten, vooral wam neer ze dan nog vroom op den koop te willen zijn, en zich voor waarlijk bekeerd; uitgeven, zich willende dekken met de wonden Gods. Wel mogen onze kerkeraden ook in dezen toezien en om de gave van onderscheiding der geesten bidden, want sommige Christenen (?) valt het vergeven altoos licht. Meer vertrouwen heb ik op het vergeven van hen, wien het zwaar viel, maar die de worsteling in het gebed gekomen zijn tot een: »ik moet; ik kan niet anders, God is mij te machtig geworden.«

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1896

De Wekker | 6 Pagina's

Vergeven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1896

De Wekker | 6 Pagina's