Boekbespreking
Henk ten Brinke, Erfzonde? Onvermijde lijkheid en verantwoordelijkheid . Uitgeverij KokBoekencentrum Academic, Utrecht 2018, € 29,99, 409 pagina’s, ISBN 9789023955603
In dit proefschrift onderzoekt Henk ten Brinke de houdbaarheid van de klassieke erfzondeleer, waarin mensen verantwoordelijk worden gehouden voor zonde die ze niet kunnen vermijden. In het historisch deel behandelt Ten Brinke Augustinus, Anselmus en Calvijn. In het Bijbels-theologische deel onderzoekt hij Genesis, collectieve straffen in het Oude Testament, en Paulus. In het systematisch deel stelt Ten Brinke dat mensen verantwoordelijk zijn voor datgene waarvan zij de bron zijn. Ten Brinke wil met twee woorden spreken: zonde is daad én overmacht en dus hebben wij vergeving én bevrijding nodig.
De auteur analyseert helder hoe Augustinus’ erfzondeleer een weg wilde wijzen tussen manicheïsme (fatalisme, we kunnen er niets aan doen) enerzijds en pelagianisme (alles is onze keuze) anderzijds. Intussen probeert hij de discussie tussen realisme (alle mensen hebben zelf in Adam gezondigd) en foederalisme (de schuld wordt ons vanwege het verbondshoofd Adam toegerekend) te overstijgen. Ten Brinke zoekt een creatieve oplossing in een herijking van het concept ‘morele verantwoordelijkheid’: deze zou niet beperkt zijn tot zaken die we bewust willen en weten. Intussen wijst hij de notie van erfschuld af, terwijl hij de erfsmet benoemt als dispositie tot zondigen.
Ten Brinkes proefschrift dwingt respect af. Intussen blijft de vraag, waarom Paulus over Adams oorsprongszonde pas spreekt in verband met de verlossing door Christus (Rom. 5). In Christus lijkt, voor Paulus althans, de sleutel te liggen tot het kennen van de zonde en de oorsprong ervan. Buiten Christus krijgen we daarop geen zicht. Wie toch probeert om de erfzonde te definiëren in termen van algemene menselijke verantwoordelijkheid, buiten de concrete openbaring in Christus om, loopt vast. Ian McFarlands gedachte, door Ten Brinke afgewezen, is het heroverwegen waard: dat de oorsprongszonde in de dogmatiek functioneert om te beschrijven hoe de mens buiten Gods genade is, niet om te verklaren hoe de mens buiten Gods genade is geraakt. Uiteindelijk blijft de erfzonde immers, als alle zonde, een onverklaarbaar raadsel. Ook Ten Brinke heeft het niet opgelost. A. Huijgen, Kampen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 2020
De Wekker | 24 Pagina's