Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Job

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Job

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er was in het land Us een man, wiens naam was Job, en die man was vroom en oprecht, godvrezend en wijkende van het kwaad. Job 1:1

Overal en altijd wordt de vraag naar de zin van het lijden gehoord. Het is een bittere klacht, een uiting van vertwijfeling, een schreeuw om hulp. Ook de kinderen van God kennen deze vraag. David zei: Thans vraag ik God, mijn rots: „Waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in rouw en heeft mijn vijand macht?" Mij rakend in het hart honen mijn kwellers mij, waar elk van vroeg tot laat mij zegt: „Waar is uw God" (Ps. 42).
Een antwoord op hun klacht krijgen de kinderen van God niet altijd. Zij verwachten de HERE, maar geen sluitend antwoord. Wij mogen de HERE niet tot verantwoording roepen aangaande de teleurstellingen die onze gedachten in beslag kunnen nemen. Wel is in dit alles rust te ontvangen in ons hart. De wortel van bitterheid zal dan niet gaan groeien en geen vrucht dragen. Wij mogen onze klacht brengen voor het aangezicht van God. Dat is voldoende. De klacht van de kinderen van God is opgenomen in de uitroep van de Zoon van God hangende aan het kruis: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Dit kruiswoord neemt de angel van bitterheid uit onze vragen weg. Het bepaalt ons bij de ernst van de gebrokenheid ten gevolge van de zonde en de grootte van onze schuld tegenover de HERE.
Het evangelie luidt: Christus werd van zijn Vader verlaten, opdat u nimmer door Hem verlaten zou worden. Deze boodschap geeft rust. Door het geloof mogen wij met Christus verbonden zijn en ware rust ontvangen. Met de dichter van een van de Psalmen is dan te zeggen: Bedaren liet ik, verstillen mijn ziel als een kind bij zijn moeder geborgen; als dat kind, zo voel ik mijn ziel (Ps. 131).
Ook Job werd tot zwijgen gebracht. Hij werd stil voor God. Zijn lijden bracht hem dichter bij God. Hij moest aan het einde van zijn lijdensweg zeggen: Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aanschouwd (Job 42:5). De weg van de HERE is voor ons vaak niet te doorgronden (Ps. 77:20). Maar zijn woord is gerechtigheid. Hij blijft trouw aan hetgeen Hij heeft gesproken. De HERE verlost zijn kinderen niet van het lijden, maar wel door het lijden heen. Hij weert niet alle smart, maar heiligt wel alle smart.
Deze heiliging (van de smart) vindt niet bij iedereen plaats, maar alleen bij de kinderen van God. Daarvan is Job een duidelijk voorbeeld. Hij was „vroom". Zijn hart was onverdeeld. Een man uit één stuk. Onberispelijk. Daartoe had hij zichzelf niet opgewerkt. Hij had dit ontvangen van de HERE. Hij was ook „godvrezend". Hij had ontzag voor de HERE en had Hem lief. Hij wandelde met God. In een preek over deze tekst zei wijlen ds. A.W. Drechsler: „Job let op de ogen van de HERE, waar liefde en genade van uitstralen. Hij let op de mond van God, die van ontferming spreekt. Hij let op de handen die hem zegenen. Op Gods voeten, die hem voorgaan en hem de weg wijzen. Hij laat zich helemaal door de HERE leiden". In de Psalmen lezen wij:
„D' ogen houdt mijn stil gemoed opwaarts om op God te letten" (Ps. 25). Het opzien naar de HERE brengt ook oprechtheid met zich mee. Job hield zich niet bezig met slinks gedraai. Hij bewandelde rechte wegen. Zijn hart wees hem de rechte wegen. Zijn woord en wandel waren één. Daarom week hij van het kwaad. Hij kon door genade onderscheid maken tussen goed en kwaad. Van het kwade hield hij zich ver. Vroomheid, oprechtheid en godvrezendheid schermden hem van het kwaad af.

Zijn vroomheid kwam overigens ook in zijn gezinsleven tot uiting. Godsvrucht was bij hem geen schone schijn. Zij bleef niet tot het innerlijke leven beperkt, maar uitte zich in concrete daden. Vooral in de concrete daad van voorbede voor zijn kinderen. Af en toe hadden zijn zonen en dochters een feest, bijvoorbeeld na de oogst of bij het scheren van de schapen. Dergelijke feesten duurden misschien wel zeven dagen achtereen. Het zijn vast en zeker geen losbandige feesten geweest. Maar de mogelijkheid bestond dat zijn kinderen een ondoordacht woord hadden gesproken en in hun hart God vaarwel hadden gezegd. De voorspoed en welvaart zou hen gemakkelijk God kunnen doen vergeten. Daarom riep hij (op de achtste dag) zijn kinderen bij zich en reinigde hen. Vervolgens bracht hij een offer voor hen. Zijn godvrezendheid kwam in zijn gehele leven tot uiting. Zo mogen wij nu en elke dag van het nieuwe jaar wandelen in de vreze des HEREN.
De boodschap van het boek Job is dat de HERE diegenen bewaart die Hem vrezen. Het is zo nodig te letten op de HERE. Alleen de zijnen worden bewaard. Zij die op niets en niemand anders hun vertrouwen willen en kunnen stellen dan op de HERE alleen.

De HERE zal naar zijn belofte de zijnen bewaren in kwade dagen. Hij zal hen bewaren, zelfs al gaan hun wegen door een dal van diepe duisternis. Over hen straalt een licht (Jes. 9:1). De boodschap van advent en de geboorte van Christus is ons verkondigd! Dan is te zeggen met David: D' ogen houdt mijn stil gemoed opwaarts om op God te letten. Hij, die trouw is zal mijn voet voeren uit der bozen netten.

D.J. Steensma

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1993

De Wekker | 16 Pagina's

Job

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1993

De Wekker | 16 Pagina's