Technische beheersing en het geheim van Job
Techniek heeft in de afgelopen eeuw een bijzonder hoge vlucht genomen. Onze cultuur en onze economie zijn er nu volledig door bepaald. Ook onze kijk op het leven is ‘technisch’ geworden. Het betekent een nadruk op beheersen. Hoe meer we meten hoe meer we weten, en technische kennis is macht. Maar zullen we ooit ons leven echt beheersen? Job wijst naast het wonder van de techniek juist op het geheim van het leven. Ook voor ons blijft het leven iets van een geheim hebben, hoe ver de techniek ook komt.
Moderne techniek
Vanaf het vroegste begin is er in de Bijbel sprake van techniek. Al in Genesis 4 lezen we van Tubal Kain, ‘een smid, vader van alle koper- en ijzerbewerkers’. De tempel en het paleis van Salomo zijn prachtige technische werken die uitgebreid beschreven worden (1 Koningen 6-7), en God spreekt door de beeldende techniek van een pottenbakker tot Jeremia (Jeremia 18). Van oude tijden af is er dus sprake geweest van techniek, ook bij de Israëlieten. Eeuwenlang bleef het echter een relatief klein onderdeel van het dagelijks leven uitmaken; techniek was niet een heel bepalende factor in het contact en de relaties tussen mensen onderling en tussen mens en natuur. Sinds de opkomst van de moderne wetenschap, enkele eeuwen terug, is dit drastisch veranderd. Techniek heeft diep ingegrepen. Waar techniek vroeger ambachtelijk was, eenvoudig en overzichtelijk, is dat nu heel anders. Techniek is nu een wereldomspannend gebeuren geworden (denk aan internet), dat verweven is met allerlei sectoren, zoals economie, cultuur en communicatie. Ook bepaalt het relaties tussen mensen: denk aan de smartphone, of aan de opkomst van de robot die bijvoorbeeld in de zorg de taken van de verpleegkundige moet gaan overnemen.
Enerzijds is dit een zegen. God de Schepper heeft creativiteit en vindingrijkheid in de mens gelegd die tot ontplooiing komt. En de mens zet dit in tegen de bedreigingen die er sinds de vloek van de zondeval zijn (Genesis 3). Er zijn medicijnen ontwikkeld tegen ziekten en de Deltawerken beschermen ons tegen de woeste zee. Zo is de techniek een door God gegeven instrument om ons te beschermen tegen de ontwrichtingen in de geschapen orde. Maar anderzijds is de techniek in onze tijd ook een bedreiging voor ons geworden. Want deze is zo complex en allesomvattend geworden, dat we haar nauwelijks meer kunnen sturen of beheersen. Professor Egbert Schuurman, die jarenlang hoogleraar in de Reformatorische Wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Delft was, vroeg zich in zijn afscheidscollege af: ‘Met de moderne techniek tracht de mens over alles controle te krijgen. De dringende vraag is alleen: hoe kunnen we die techniek zelf nog beheersen? Hoe kunnen we de technische macht begrenzen en beheersen? In het licht van mogelijke negatieve gevolgen van genomen risico’s is de menselijke verantwoordelijkheid ondraaglijk aan het worden. Hebben we onszelf meer technische macht toegeëigend dan we aankunnen?’ Wie kan overzien wat ons allemaal nog te wachten staat, nu de ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld Kunstmatige Intelligentie of biotechnologie razend snel gaan? Bovendien heeft juist het gebruik van techniek ons met enorme milieu- en klimaatproblemen opgezadeld.
Het technische wereldbeeld
De ontwikkelingen in de techniek gaan hand in hand met de ontwikkeling van hoe we in het leven staan. We staan er nauwelijks bij stil, maar onze hele manier van denken en doen is technisch geworden. We kijken bijvoorbeeld met technische ogen naar de schepping. Wetenschappers ontwikkelen nauwkeurige modellen die ons leren hoe we de natuur zo veel mogelijk kunnen begrijpen, om deze vervolgens maximaal te beheersen en te benutten. De opkomst van de wetenschap, al vanaf de zeventiende eeuw, gaat samen met een besef dat wij mensen de baas zijn (‘autonoom’) over onze omgeving, en deze trots naar onze hand kunnen zetten. We hebben de Schepper niet meer nodig, want door de techniek voelen we onszelf nu schepper. En niet alleen schepper, ook verlosser. Door steeds weer nieuwe technische uitvindingen geloven we echt vrij te zullen worden, echt gelukkig te worden, door ziektes uit te bannen en hopelijk ooit zelfs de onsterfelijkheid te bereiken. Maar zo overschatten wij onszelf, schepselen, mateloos. En in ons technisch optimisme zijn we blind voor de eenzijdigheid van deze kijk op de werkelijkheid. Want is ons technische leefklimaat ook niet de oorzaak van een spirituele leegte, en een schrale, zakelijke kijk op het leven? We hebben nauwelijks idealen meer, we overschreeuwen onze verveling, en ondertussen zadelen we de volgende generatie op met een verbijsterend milieu probleem. Reinier Sonneveld schrijft: ‘Iets in techniek vervult ons met vrees en beven. En tegelijk kunnen we bij elke nieuwe uitvinding weer denken: ‘is dit het dan? Is dit dat ene dat ons nu toch echt gelukkig zal maken? Zou alles inderdaad veranderen?’ Dit is precies de dubbelheid waarmee een heiden vroeger het altaar van zijn godheid naderde. De oude goden konden je geluk schenken, maar ze vertrouwen, dat kon je nooit. Alleen als je grote offers bracht, héél erg grote offers, dan wist je zeker dat ze gehoorzaamden. Even. Alleen al Amerika heeft 5.480 miljard dollar uitgegeven aan kernwapens’ (Het Goede Leven, blz. 48).
We geloven wijs te zijn, maar in werkelijk heid blijkt dit technische wereldbeeld juist beperkend en bedreigend. We willen door middel van de techniek beheersen, maar in feite worden we beheerst door de techniek.
Het geheim van Job
Techniek bepaalt ons leven dus op belangrijke terreinen, maar we zijn ons er nauwelijks van bewust. We weten nu eenmaal niet anders. Alleen als ons leven stevig stilgezet wordt—zoals nu met de Coronacrisis—beseffen we onze kleinheid en kwetsbaarheid, in ieder geval voor even. Wat zou het goed zijn, als deze crisis tot echte bezinning zou leiden.
In de Bijbel komen we iets dergelijks tegen bij Job. De ellende die hem overkomt schopte heel zijn kijk op het leven in de war. Niets is meer vanzelfsprekend of gewoon. ‘In wat voor wereld leef ik eigenlijk?’, zo vraagt hij zich af. Een rijpe vrucht van die bezinning is Job 28. En daar komt techniek ter sprake! Job begint dat hoofdstuk met een prachtige typering van waar de moderne mens in zijn kunnen al niet toe in staat is. Hij wijst namelijk op de techniek van de mijnbouw, die in die tijd tot geweldige resultaten had geleid. Waar in Genesis 1 alleen God de duisternis terugdringt, doet de mens dat nu ook: de diepten van de aarde worden blootgelegd, er wordt door bergen gehakt, en er wordt allerlei kostbaars gedolven: goud, zilver en lazuursteen. En zo overtreft de mens nu het oog van de roofvogel en de kracht van de leeuw:
1 Er zijn oorden, waar men het zilver te voorschijn brengt,
en plaatsen, waar men het goud wast;
2 ijzer wordt uit de grond gehaald,
en steen smelt men tot koper.
3 Men maakt een einde aan de duisternis,
en tot de uiterste diepte doorvorst men het gesteente
in de donkerheid en in de diepe duisternis.
4 Men boort een mijnschacht ver van waar mensen wonen;
zonder steun voor de voet hangen zij,
ver van de mensen zweven zij.
7 Het pad daarheen – geen roofvogel kent het,
het oog van de gier bespeurt het niet;
8 de trotse dieren betreden het niet,
de leeuw schrijdt er niet over.
Het is ronduit indrukwekkend wat de mens door middel van de techniek tot stand brengt. Job spreekt er met ontzag en verwondering over. Maar in de crisis stuit hij op de grenzen van de techniek. Want op de levensvragen die in het lijden opkomen heeft de techniek geen antwoord gevonden. Wat Job zoekt, is geen technische oplossing, maar wijsheid en inzicht om zijn levensweg te kunnen begrijpen, en te ontdekken welke rol de HEERE hierin speelt. Wat is een mens eigenlijk voor God, en heeft het leven eigenlijk überhaupt wel zin? Geeft de techniek het inzicht om uit dit doolhof de weg te vinden? Geeft de techniek de wijsheid om deze duisternis te boven te komen? Job vervolgt:
12 Maar de wijsheid – waar wordt zij gevonden,
en waar toch is de verblijfplaats van het inzicht?
13 De sterveling kent haar waarde niet,
en zij wordt niet gevonden in het land der levenden.
14 De waterdiepte zegt: In mij is zij niet,
en de zee zegt: Zij is niet bij mij.
15 Gedegen goud kan voor haar niet gegeven worden,
en zilver kan niet als haar koopprijs worden afgewogen.
Zie daar de grenzen van de techniek, tot op de dag van vandaag. Onze levensgang blijft ten diepste een geheim, waar elk technisch model op stuk loopt. Noch de natuurkunde, noch de (evolutie) biologie kunnen daartoe door dringen. Technische kennis is nog geen wijsheid. Maar:
23 God kent de weg tot haar,
Hij weet haar verblijfplaats.
24 Want Hij schouwt tot de einden der aarde,
wat onder de ganse hemel is, ziet Hij.
25 Toen Hij voor de wind de kracht vaststelde,
en van het water de maat bepaalde,
26 toen Hij de regen een wet voorschreef
en de bliksemschichten een weg,
27 toen zag Hij haar en verkondigde haar,
Hij stelde haar op haar plaats en doorgrondde haar.
Het gedicht wijst op natuurverschijnselen die wij nog steeds niet in onze greep hebben: de wind en de zee, regen en bliksem. De techniek brengt ze steeds beter in beeld (Buienradar) en vergroot ons inzicht in deze verschijnselen, maar kunnen we ze zelf voortbrengen vanuit het niets? Job wijst op een geheim in deze wereld, dat alleen God kent. Onze wereld en ons leven: ze ontstaan en ontwikkelen zich door Gods oneindig creatieve scheppen, en wij schepsels worden daarbij heel klein. Onze techniek heeft dan wel het wonder van de microscoop voortgebracht, maar wat we er door heen zien blijft Gods raadsel. En we kunnen dan wel sleutelen aan cellen en DNA, en het higgsdeeltje in kaart brengen, maar het wonder blijft. En dat is Gods geheim. In dit alles zijn en blijven wij ‘stervelingen’ (vers 13), zelf onderdeel van die schepping. We moeten onze plaats weten tegenover God, de Schepper en Verlosser. Dat is de boodschap van Job. En zijn gedicht sluit dan af met een aansporing:
28 maar tot de mens zei Hij:
Zie, de vreze des Heren – dat is wijsheid.
Soortgelijke woorden vinden we ook in Spreuken. Het is een grondlijn in de wijsheid van het Oude Testament: Alleen vanuit het kennen en vrezen van de Schepper leert de mens zijn plaats in de schepping, en dat in ootmoed en verwondering. Want al kunnen wij veel, Gods wijsheid is hoger: ‘Er is geen wijsheid, er is geen inzicht, en er is geen raad tegen de HEERE. Een paard wordt gereedgemaakt voor de dag van de strijd, maar de overwinning is van de HEERE’ (Spr. 21:30-31). De HEERE is Schepper én Verlosser! Eeuwen later leerde Jezus Christus: ‘Want wat zal het een mens baten als hij heel de wereld wint maar aan zijn ziel schade lijdt?’ (Mark. 8:36). Met alle technische winst, blijft bij een technisch wereldbeeld de ziel nog buiten beeld.
Het geheim blijft
Techniek is prachtig. Wij mensen zijn tot veel in staat. Maar een technisch wereldbeeld zonder wijsheid is leeg. Job heeft dit pas ten volle beseft toen zijn Schepper persoonlijk tot hem ging spreken (Job 38-41). Job leerde: de dingen houden hun geheim. De vreze des HEEREN werd zijn rustpunt. Dat doet denken aan de titel van een boek van Arie van den Beukel, een andere emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Delft: ‘De dingen hebben hun geheim’. Dit boekje laat zich lezen als een uitwerking van Job 28. Want ook Van den Beukel ziet enerzijds, als natuurkundige, de grote prestaties van de techniek. Maar anderzijds beseft hij, juist als gelovige, dat dat maar een stukje van de werkelijkheid is. Want als God gaat spreken, wordt de mens stil, net als Job. En Van den Beukel citeert dan een gedicht van Nicolaas Beets, dat als volgt begint:
‘De moerbeitoppen ruisten’
God ging voorbij
Neen, niet voorbij, hij toefde;
Hij wist wat ik behoefde,
En sprak tot mij.
Dit is de wijsheid van Job. Niet om de techniek naar beneden te halen, maar om haar de juiste plaats te geven. Het geheim blijft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 2020
De Wekker | 24 Pagina's