Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Over tien of vijftig jaar is het misschien nog wel interessanter dan nu’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Over tien of vijftig jaar is het misschien nog wel interessanter dan nu’

De blijvende waarde van het CGK-jaarboek:

5 minuten leestijd

Deputaat Barbera Bikker heeft altijd van het CGK-jaarboek gehouden. “Mijn verzameling is compleet vanaf 1896, het jaar waarin het eerste jaarboek van ons kerkverband verscheen. Ik houd van verzamelen en van gestructureerde informatie. Ik heb de liefde voor het jaarboek van huis uit meegekregen. Mijn vader was preekvoorziener en scriba in de gemeente van Nieuw-Balinge, en als achtjarig meisje wilde ik dat later ook. Zelf ben ik sinds 2006 preekvoorziener en ik heb ruim zes jaar het uitvoerend scribaat gedaan in onze gemeente in Leiden. Toen ik daarmee stopte, had ik tijd over en gaf ik de – overigens vrijblijvend bedoelde – suggestie aan wijlen dominee Quant dat ik best wat voor het jaarboek wilde doen. Toen kwam het verzoek of ik deputaat wilde worden. En zo geschiedde: vanaf 2018 werk ik mee aan het jaarboek.”

Hoe ziet jullie werk eruit?

“Ieder jaar houden we een soort zomerslaap. Het jaarboek is echt een seizoensklus. Uiteraard neem ik bij bijvoorbeeld het overlijden van een predikant contact op met de familie om af te stemmen wie wij vragen voor het ‘In memoriam’. Maar in oktober starten we echt. Dan blikken we terug op de uitgave van het vorige jaarboek en verdelen we de taken. Zo schrijft één iemand het jaaroverzicht en controleren twee deputaten alle gegevens die de scriba’s aanleveren. Begin december, zo rond het verschijnen van deze Wekker, schrijven we de kerken aan: de scriba’s van de kerkenraden en de secretarissen van de deputaatschappen, classes en commissies. We vragen de kerken om cijfers van alle mutaties en de deputaten vragen we om input voor het jaaroverzicht. Vanaf half december begint de informatie binnen te druppelen in ons digitale systeem. De meeste scriba’s zijn keurig op tijd, maar soms is er iets aan de hand waardoor wij hen er aan moeten herinneren. Meestal hebben we eind januari alle gegevens wel binnen. Dan lezen we alles twee keer door en stemmen we wijzigingen af met de auteurs. Daarna lopen we een digitale en papieren drukproef na. In de tussentijd heb ik ook de kleur van het omslag uitgezocht. Een jaarlijks klusje dat ik geinig vind en dat ik samen met mijn zus doe. Onze belangrijkste vergadering is de correctievergadering begin maart: dan worstelen we ons met elkaar door de volledige, laatste drukproef heen. Dat is een stevige vergadering, maar ook het hoogtepunt van ons werk. Van 9 uur ’s ochtends tot 5 uur ’s middags gaan we door alle informatie heen, en daarna gaan we op kosten van uitgeverij Buijten en Schipperheijn uit eten. Aan het einde van zo’n dag voel ik me voldaan: het werk zit er voor dat jaar weer zo goed als op.”

Gaat er ondanks deze vele controlerondes nog weleens iets mis?

“Jazeker, die ‘foutjes’ verwerken we dan het volgende jaar weer. Er staan bijvoorbeeld predikantsweduwen in het overzicht, wij krijgen een verhuizing van hen niet altijd door. Voor iemand persoonlijk is het vervelend, maar het is niet anders. Gelukkig zijn er tegenwoordig veel manieren om achter adressen of telefoonnummers te komen, dat was dertig jaar geleden wel ingewikkelder. Het jaarboek is een prachtige uitgave die elk jaar verschijnt, maar is ook per definitie een momentopname. Op het moment van verschijnen is sommige informatie alweer achterhaald. Maar het jaarboek van 2024 is over tien of vijftig jaar misschien nog wel interessanter dan nu, omdat je dan kunt zien hoe het er in 2024 met de CGK voorstond. Het is van kerkhistorische waarde.”

Wat vindt u zo mooi aan het werk voor het jaarboek?

“Ik vind het mooi om iets voor het kerkverband te doen. Ik houd van overzichten en heb altijd al een brede blik gehad, daar past dit werk wel bij. Het mooiste vind ik dat er een tastbaar boek in de kast staat. Wat ik ook erg waardeer is de fijne samenwerking met de andere deputaten, tot begin dit jaar met Rob Soeters en wijlen Dingeman Quant en nu met Aart Brons en Jan van ’t Spijker. We zetten samen onze schouders eronder.

Ik ben ingewerkt door dominee Quant. Hij had een enorm brede blik. Hij heeft me goed ingewerkt, ik hoop dat ik alles heb onthouden wat ik van hem heb geleerd, ook op detailniveau. Sinds kort nemen we ook gegevens van interne vertrouwenspersonen op. Daar heeft de commissie die zich hiermee bezighoudt om gevraagd. Ik vind het mooi dat dit in het jaarboek een plek krijgt: het maakt dit werk zichtbaar en je kunt desnoods in een moeilijke situatie contact opnemen met een vertrouwenspersoon uit een andere gemeente.”

Is het werk anders geworden sinds de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)?

“We hebben aan twee kanten iets veranderd in onze werkwijze. Aan de verkoopkant zijn we, net als andere kerken, gestopt met de verkoop via de boekhandel. Dat had ook niet zo veel zin: de doelgroep is het eigen kerkverband. Sommige goede doelen kochten het jaarboek (toen nog inclusief een cd-rom) zodat ze makkelijk alle gemeenten konden aanschrijven. Maar daar is het jaarboek niet voor bedoeld. Aan de aanleverkant hebben we de scriba’s gevraagd om te zorgen voor een akkoord van hun gemeenteleden van wie gegevens in het jaarboek staan. Het is niet waterdicht, maar zo gaan we op een pragmatische manier met de AVG om.”

Is er in deze digitale tijd nog behoefte aan een papieren jaarboek?

“Ja, er is voldoende behoefte aan. We hebben met de uitgeverij afgesproken dat zij het aangeven als er zorgen zijn over de continuering. We zien wel dat de oplage minder wordt, maar er is nog genoeg vraag om de uitgave te blijven voortzetten. Naast het jaarboek zijn er andere manieren om aan informatie te komen, bijvoorbeeld via de site van het Dienstenbureau. We zijn geen concurrenten van elkaar, maar bestaan naast elkaar. Als deputaten blijven we gewoon doorgaan met dit werk, zolang er vraag naar is en zolang het kerkverband bestaat.”


Dienen in de kerk

In deze serie brengen we een aantal deputaatschappen voor het voetlicht. Vandaag deel 1: de redactie van het jaarboek.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 2024

De Wekker | 20 Pagina's

‘Over tien of vijftig jaar is het misschien nog wel interessanter dan nu’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 2024

De Wekker | 20 Pagina's