Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

’t Is zonde!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

’t Is zonde!

10 minuten leestijd

Het woord ‘zonde’ wordt in Nederland vaak gebruikt. Denk alleen al aan alle afgeprijsde producten bij de Albert Heijn met een sticker ‘weggooien is zonde’. Of denk aan de keren dat mensen het over ‘zonde’ hebben. Ze hebben het dan vaak over iets dat ontzettend spijtig is, bijvoorbeeld dat een veelbelovend student wordt uitgeloot voor de studie geneeskunde. Of ze gebruiken het als uitdrukking van medelijden, als dat vrolijke ventje, dat iedereen met z’n kromme beentjes vermaakte, op z’n gezicht valt en het op een huilen zet.

In de kerk gebruiken we het woord ‘zonde’ op een heel andere manier. Als het gaat om zonde in het christelijke geloof gaat dat niet over onze gevoelens of ideeën. Het gaat over hoe God de dingen ziet, het gaat over de relatie tot God.

Nergens wordt de zonde zo serieus genomen en wordt tegelijk zo afdoende met de zonde afgerekend als in de Bijbel. In dit artikel daarom aandacht voor wat de betekenis is van zonde in de Bijbel en wat dat voor ons vandaag betekent.

Kern

Waarvoor zijn wij geschapen, wat is ons doel? De Kleine Catechismus van Westminster verwoordt dat prachtig: ‘To glorify God and to enjoy Him forever’ (‘Om God te verheerlijken en ons voor eeuwig in Hem te verheugen’). Zo had God de mens in het paradijs geschapen. En wat was dat goed! Dat zei de Heere Zelf. De Heere had de mens alles gegeven, het ontbrak aan niets. Alle reden dus om God te verheerlijken en zich te verheugen in Wie de Heere was en om wat Hij gaf. Maar de mens is in zonde gevallen door ongehoorzaamheid, opstand en hoogmoed. Als je vanuit Genesis 3 en vanuit de hele Bijbel wilt samenvatten wat zonde nu tot zonde maakt, moet je zeggen dat de kern en de oorsprong van alle zonde is dat we God beroven van Zijn eer en ons niet in Hem verheugen, maar in onszelf. Het doel van ons bestaan is daarmee op een verschrikkelijke manier veranderd in het tegendeel. We zijn door de zonde op onszelf gericht en niet op God en Zijn eer. De Heere Jezus laat daar iets van zien in de gelijkenis van de verloren zoon, als de zoon de erfenis wil voordat zijn vader gestorven is en met de erfenis op zak het huis van zijn vader de rug toekeert en alleen nog maar zichzelf wil behagen. Dat is de zonde ten voeten uit: ons bestaan is van God afgedraaid.

Het probleem met zonde is dat het veel verder gaat dan onze daden alleen. We dóén niet alleen maar zonde, we zíjn zondig. Dat is de werkelijkheid van ons leven. De zonde zit ons in het bloed. In alles wat we denken en doen zit dat er van nature in: God van Zijn eer beroven en onszelf verheffen boven God en boven anderen. Het gaat ook veel verder dan alleen maar ons gevoel: ‘ik voel dat ik zondig ben’ of ‘ik voel niet dat ik zondig ben’. Het gaat over de relatie tussen de Heere en Zijn schepselen die verbroken is. En over wat nu precies zondig is en wat niet hebben wíj niets te zeggen. Dat bepaalt de Heere.

Alle zonden die we doen, zijn in de kern gericht tegen God. Dat lijkt misschien een open deur, maar die moeten we dan ook maar open houden. Veel zondige daden, gedachten en woorden treffen namelijk onze naasten. Maar in die naasten treffen we altijd de Heere. Als David overspel gepleegd heeft met Bathseba, dat met list en bedrog wil verdoezelen, vervolgens een moord pleegt op haar man Uria en daarbij zijn generaal voor zijn karretje heeft gespannen, en zijn volk verkeerd voorleeft, en als hij dan door de profeet Nathan aan zijn zonde ontdekt is, dan belijdt hij zijn zonden in Psalm 51. Maar het wonderlijke is dat hij dan zegt in vers 6: ‘Tegen U, U alleen heb ik gezondigd.’ Al die zonden zijn samen te vatten als zonde tegen God: ‘Ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen, zodat U rechtvaardig bent wanneer U rechtspreekt en rein bent wanneer U oordeelt.’

Veld

In het Oude en Nieuwe Testament kom je verschillende woorden tegen voor zonde. Elk van die woorden geeft een bepaald aspect weer van de zonde waardoor je de ernst en de reikwijdte van de zonde ziet: de shalom van God wordt verbroken in de relatie tot Hemzelf en ook in de relatie tussen mensen. Als we opnieuw luisteren naar hoe David in Psalm 51 zijn zonden belijdt, gebruikt hij drie woorden om het totaalpakket van zijn schuld onder woorden te brengen: ‘Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid, delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid. Was mij schoon van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde.’ Die drie woorden kom je vaker tegen als de schuld voor God onder woorden wordt gebracht, zoals in Psalm 32: 5, Leviticus 16: 21, Jesaja 59: 12 en Psalm 25: 7-11.

In het veld van woorden over zonde heeft het meest gebruikte woord ‘zonde’ de betekenis in zich van ‘doel missen’. Het doel waarvoor we geschapen zijn, missen we als we zonde doen. Zonde is ook in de kern van de zaak ‘overtreding’ of ‘wetteloosheid’. Het is het breken van de norm die de Heere Zelf heeft gesteld. Het is een vorm van rebellie, waarmee je in ‘opstand’ komt, waarmee je het gezag en de eer van God aantast. Weer een ander woord is ‘onrecht doen’, ‘ongerechtigheid’. Het is afwijken van de rechte weg die de Heere wijst in het liefhebben en dienen van de naaste. En er zijn verder woorden die meer beschrijven met welke gezindheid we zondigen: ‘boosheid’ of ‘goddeloosheid’.

Ernst

Waarom heeft de Bijbel het zo vaak over zonde, en waarom zouden wij dat ook moeten doen? Omdat we anders niets begrijpen van de Bijbel zelf, van het Evangelie van Jezus Christus. Alles wat na Genesis 3 volgt is een gevolg van de zonde, een uitwerking en doorwerking ervan, én het is tegelijk ook een uitwerking van wat God er in Zijn genade tegenoverstelt. Dat betekent dat je nergens zo goed ziet hoe ernstig de zonde is dan juist in het kruis van de Heere Jezus Christus.

Om dat te begrijpen moet je eens opletten wat de ernstige gevolgen van de zonde zijn in Genesis 3. Zodra de mens in zonde valt, gaat de relatie tussen God en mens stuk (zodra de Heere komt, verbergen Adam en Eva zich voor God) en gaat de relatie tussen mensen onderling stuk (Adam en Eva verbergen zich voor elkaar en beschuldigen elkaar), om nog maar te zwijgen van de aarde die daardoor vervloekt wordt, wat gevolgen heeft voor de relatie tussen de mens en de aarde. Alles gaat stuk door de zonde. Adam maakt zijn vrouw met woorden kapot. Bezong hij haar nog aan het eind van hoofdstuk 2, nu praat hij alsof ze een stuk ongeluk is: ‘Die vrouw die U gaf.’ De dood doet zijn intrede. Letterlijk als je leest wat er als eerste gebeurt buiten het paradijs (de moord op Abel), maar vooral geestelijk. De band tussen God en mens is kapotgescheurd. Daardoor zijn wij van nature mensen die levende doden zijn (Efeze 2: 1-3). Als er niets in ons leven verandert, gaan we aan onze zonden kapot: tijdens ons leven, als we sterven, en ten slotte als we voor eeuwig het oordeel van God moeten dragen in de hel. Paulus zegt later in Romeinen 6: 23: ‘Het loon op de zonde is de dood.’

Wie de zonde bagatelliseert en zegt dat het wel meevalt, heeft er niets van begrepen. Wij zijn zondaars die de dood en het oordeel van God verdiend hebben. Paulus vat het in Romeinen 3: 9-20 zo samen dat niemand rechtvaardig is, dat allen onder de zonde zijn en dat de hele wereld doemwaardig is voor God. We zijn dood in onszelf en geen dode kan zichzelf redden. Al zou iemand maar één enkele zonde gedaan hebben, dan nog heeft zo iemand Gods eeuwige straf verdiend.

Gethsémané

Als je wilt weten hoe erg de zonde is, hoef je alleen maar te letten op de zware zielenstrijd van de Heere Jezus in de hof van Gethsémané (Lukas 22: 42-44). De Heere Jezus ziet de beker van de toorn van God over de zonde voor Zich en voelt het gewicht van het oordeel op Zijn ziel wegen, en Hij schrikt terug. Dat is niet zozeer omdat de kruisdood een lichamelijk gruwelijke dood was. Het gaat Jezus om het oordeel over de zonde dat Hij aan het kruis moet dragen, namelijk dat Hij zonder het vriendelijke aangezicht van Zijn Vader moet zijn en dat Hij het dan uit zal moeten roepen: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Moet je nagaan: Hij is in alle eeuwigheid verbonden geweest aan Zijn Vader in volmaakte liefde en vreugde. Dat zal Hij moeten missen, want dat is het oordeel dat onze zonden verdienen. Dat is wat Jezus ziet en Hij worstelt. Hij wil verlossing brengen, de wil van Zijn Vader doen, maar als het Hem dat gaat kosten …? Het geeft Hem zoveel innerlijke strijd en angst dat de arts Lukas beschrijft dat Zijn zweet als grote druppels bloed werd.

Hebreeën 5: 7 zegt van die worsteling: ‘In de dagen dat Hij op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen.’ Als je ergens wilt lezen hoe verschrikkelijk de zonde is, elke zonde, en hoe ernstig het oordeel over de zonde, dan hier. Jezus heeft in Gethsémané in de beker van de gramschap van Gods toorn gekeken en gezien wat onze zonden verdienen. En Hij heeft het uitgeschreeuwd! Hij heeft gehuild, geroepen, gesmeekt, gebeden. Zo verschrikkelijk erg is de zonde dat het de Zoon van God het bloedige zweet uitperst. Hij zal van Zijn Vader verlaten worden, het oordeel moeten dragen aan het vervloekte kruis, en Hij vraagt als het ware: ‘Is er geen andere weg, Vader?’

In die worsteling is Hij het opnieuw met de Vader eens geworden: er is geen andere weg om zondaars te verlossen, te bevrijden, te verzoenen en aan te nemen tot kinderen van God dan via het kruis en via de Godverlatenheid. Daarom is Hij gegaan. In gehoorzaamheid. Vrijwillig. Uit diepe zondaarsliefde. Als je Hem dan ziet hangen aan het kruis van Golgotha, dan zie je hoe verschrikkelijk God de zonde vindt. Het kruis toont ons eerst de ernst van de zonde en de diepte van het oordeel en de vloek. God kan geen enkele zonde ongestraft laten. Hij moet ze straffen en doet dat aan Zijn lieve Zoon. Maar dat is dan tegelijk de plek waar God volmaakt afrekent met de zonde door in Zijn diepe zondaarsliefde Zijn eigen Zoon te straffen, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Geloof

Wie van die liefde weet, leeft in permanente oorlog met de zonde. Die kan geen zonde meer tolereren. Die haat de zonde. Een gelovig christen grijpt elke zonde, alles wat in zijn leven tegen Gods heilige wil ingaat, vast, sleept die mee naar het kruis van Christus en zegt tegen die zonde: ‘Ik haat je, want kijk eens wat er door jou is gebeurd, mijn lieve Heiland moest hangen aan het kruis’, en doet vervolgens de zonden uit zijn leven weg. Tenminste, als het goed is … We moeten daartoe telkens weer worden opgeroepen. Lees het maar na in Romeinen 6-8.

Door het bloed van Christus zijn de kinderen van God wel bevrijd van de verdoemende kracht van de zonde, maar nog niet van de realiteit van de zonde. Met de zonde is het als stoppels: als je ze niet scheert, komen ze telkens weer terug. Maar geen nood: wie in Christus gelooft, mag wandelen door de Geest. Door de Geest mag de strijd gestreden worden en zal in plaats van het onkruid van de zonde de vrucht van de Geest gaan groeien. ‘Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven’ (Romeinen 8: 13).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 2020

De Wekker | 24 Pagina's

’t Is zonde!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 2020

De Wekker | 24 Pagina's