Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitvaart van Prof. J.W. Geels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitvaart van Prof. J.W. Geels

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En gans Israël vergaderde zich en zij bedreven rouw over hem, en begroeven hem in zijn huis te Rama. 1 Sam. 25 : 1 . m.

De Heere heeft zijn beminden dienaar thuisgehaald. Als een Samuël mocht hij den Heere dienen; profetisch en reformatorisch werk heeft hij verricht. Het leven van prof. Geels was, als dat van Samuël, voor ons volk een leven „van getuigenis en troost". Maar de Heere nam hem weg; de levenslamp ging uit. Er ging een schok door onze kerk en door zeer velen daar buiten, toen gehoord werd dat prof. Geels was gestorven. Wij hebben elkaar over hem gesproken; wij hebben anderen verteld wat de Heere in onzen vriend en broeder had geschonken. Er werd rouw bedreven over hem. Iemand heeft geschreven dat een mens pas bij zijn dood wordt geopenbaard en gekend. Natuurlijk gaat dit niet in elk opzicht op, maar het komt wel eens sterk uit. Zeker is dat er van de dodensponde wel eens „een geest van opwekking" kan uitgaan. Bij de begrafenis van Samuël zullen velen getuigen geweest zijn in diepe rouw. De Heere had een groot man uit Israël weggenomen en het is te begrijpen dat de rouw diep en waar was. De begrafenis van Samuël was voor Israël een openleggen van Gods werk door hem. En zo werd het volk geconfronteerd bij dit graf.
Samuël werd begraven in zijn huis te Rama. Bij zijn huis zal wel een groeve gemaakt zijn, waarin hij begraven werd. Te Rama woonde en werkte hij. Een groot man werd daar begraven; groot in geloof en werkkracht, groot in ootmoed en zelfvernedering en dit alles door de genade Gods.
Prof. Geels heeft te Apeldoorn als predikant gewerkt en daarna als hoogleraar. In zijn „Rama" is hij ook begraven. Daar hebben wij hem weggelegd, de man die door de genade Gods zo groot was in zijn kleinheid. En daar hebben wij gezien hoe over hem wordt gerouwd.
Het was ons niet mogelijk in het vorige nummer van De Wekker een artikel te schrijven. Wij waren van huis en op reis om elders te arbeiden. Daarom zijn wij dankbaar iets te schrijven over „de uitvaart" op vriendelijk verzoek van de hoofdredacteur. En wij doen dat in het licht van het bovenstaande Schriftwoord.
Op Donderdag 8 Juni werd het stoffelijk overschot van prof. Geels begraven. Ongeveer 's middags 1 uur waren met de familie Geels vele genodigden in het sterfhuis samengekomen. Ds W. Kremer, de dienaar der gemeente van Apeldoorn, las 2 Kor. 4 : 16 en 5 : 1—10. Daarna ging hij voor in gebed. Het voorgelezen Schriftgedeelte was uitgangspunt bij de bediening van het Woord Gods in het sterfhuis. Dit rijke Schriftgedeelte biedt overvloedig stof. Hij wees ons allereerst op ons „naar buiten gekeerde en ons naar binnen gekeerde leven". Dit doelt niet op ziel en lichaam, maar op ons gehele leven. Nu is er veel dat verbroken wordt en dat is lijden. Maar wat blijft is meer, is eeuwig. Veel is er te danken als wij zien op wat de Heere gaf; dat vooral is zo rijk aan vertroosting. Op de hem eigene wijze liet hij het Woord Gods spreken. Wie het leven Gods kent, is getroost, ook in het sterfhuis. Wat is het toch een weelde wanneer wij mogen weten dat onze dierbaren in Christus zijn ontslapen.
De dienaar des Woords droeg bijzonder de familie op in het gebed.
Toen was het ogenblik genaderd voor vertrek naar het graf. Het stoffelijk overschot van prof. Geels was in het ziekenhuis gebleven en tegen 2 uur naderde de lijkwagen met de lijkkist onder het rouwkleed. De stoet werd nu opgesteld en rustig reden wij naar het kerkhof, de plaats waar ook de eerste vrouw van onze overleden broeder begraven ligt. In het zelfde graf werd hij nu begraven. Op dit kerkhof wachten ook op de jongste morgen de overleden hoogleraren van der Heyden, Lengkeek en de Bruin.
De studenten der Theol. School waren er allereerst om hun geliefden leraar de laatste eer te bewijzen. De theologische studenten, die dit jaar en zo de Heere wil en wij leven, het volgende jaar candidaatsexamen zullen doen, kregen hun plaats naast de dragers; de andere studenten volgden de stoet. Maar dat gans Israël rouw bedreef over hem, bewees de grote schare op het kerkhof. Ondubbelzinnig bleek hoe bemind hij was. De familie schaarde zich allereerst om het graf; verder de praeses en de secretaris van het Curatorium der Theol. School; eveneens de hoogleraren en lectoren dier School. Velen van onze predikanten werden er gezien. Van het Centraal Comité der A.R. Partij, waarvan prof. Geels lid was, was de voorzitter de heer J. Schouten, zelf aanwezig. Voorts waren er aanwezig afgevaardigden van de kerken, welke Ds Geels eens diende; afgevaardigden van de Kon. Wilhelminaschool, wier Bestuur prof. Geels jaren bezat als voorzitter; afgevaardigden van het Ned. Bijbelgenootschap, van de Protestantse Ziekenverzorging in Nederland, enz. Dat er zeer velen van de kerk te Apeldoorn naar de dodenakker gekomen waren, spreekt van zelf; ge kunt telkens weer beluisteren hoe bemind dominee Geels was.
Ds W. Meijnhout, pres. curator, was de eerste die sprak. Zeer juist liet hij uitkomen dat prof. Geels de van God ontvangen talenten met brandende liefde heeft gebruikt. Prof. Geels heeft ook de liefde voor de School der kerken weten te wekken en wakker te houden. De rector, prof. J. Hovius, herinnerde bijzonder aan de afscheidsrede van prof. Geels; de titel er van was: „Het charisma der wijsheid". Dat charisma was prof. Geels bijzonder geschonken. Prof. J.J. v.d. Schuit, die namens vele deputaatschappen en organisaties dankte voor wat de Heere ons in prof. Geels had geschonken, wees er op dat wat prof. Geels schreef en sprak profetische taal was. De heer J. Schouten, de voorzitter van het Centraal Comité, wees er op dat juist omdat prof. Geels dienaar van het Woord was, hij zo goed verstond dat dit Woord richtsnoer is voor het hele leven. De heer B. M. Karreman sprak namens het Bestuur der Wilhelminaschool een warm woord dat ook getuigde van grote dankbaarheid voor wat de Heere gaf. Kort en duidelijk wees de praetor de studenten er op dat prof. Geels een vaderlijke vriend was voor de studenten; hij gaf op de colleges iets van zichzelf.
De pastor loci wees er op dat wij een mens hebben begraven die veel voor anderen betekende, maar zich zo heel klein wist voor God. In hem hadden wij een gave Gods; al wat hij bezat was gave. Ds J.P. Geels van Den Haag dankte in hartelijke woorden namens zijn moeder en heel de familie allen, die op één of andere wijze hun meeleven toonden. Toen zongen wij Ps. 73 : 13. De pastor las de Geloofsbelijdenis en daarmee was de plechtigheid afgelopen. In het sterfhuis eindigde, op verzoek van den pastor, ondergetekende; hij las 1 Sam. 25 : 1 (behalve het laatste gedeelte) en 1 Thess. 4 : 13—18. Daarna ging hij voor in gebed.
In het sterfhuis en bij de groeve is geen mens verheerlijkt. Duidelijk bleek dat er grote droefheid was om wat werd gemist, maar ook grote blijdschap om wat de Heere had geschonken. Zo terecht wees de pastor er op dat wij die genade van God moeten leren kennen, waardoor wij klein worden, steeds kleiner. Dan schreien wij onze armoede en schuld voor God uit bij alles wat Hij ons schenkt in Jezus Christus.
Het sterven van Samuël was een preek tot het geweten en het hart van Israël. Niet altijd was geluisterd naar het woord van dezen richter in Israël. Laat het sterven van prof. Geels een preek zijn tot ons aller geweten en hart. Hebben wij allen geluisterd naar de boodschap Gods door hem gebracht en gehandeld en gewandeld naar het Woord des Heeren, dat richtsnoer moet zijn voor heel ons leven?
Deze „grote" is gevallen en gans ons volk treurt om hem.
Laat dit treuren geen „morgenwolk" gelijk zijn, maar geboorte van een nieuw of vernieuwd leven.
De Heere blijve sterken de weduwe en de familie bij het grote verlies.
L.H. van der Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1950

De Wekker | 4 Pagina's

De uitvaart van Prof. J.W. Geels

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1950

De Wekker | 4 Pagina's