Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Meer zijn mensen nooit waard geweest dan op Golgotha’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Meer zijn mensen nooit waard geweest dan op Golgotha’

5 minuten leestijd

Het is een wonder als iemand je ziet. We kijken veel naar elkaar. Vaak roept dat schaamte op. Als iemand iets in je ziet gebeurt er iets anders. Dan begin je te leven.

Er wordt in het evangelie over het sterven en de opstanding van de Heere Jezus veel gesproken (zeven kruiswoorden, Petrus’ verloochening etc.) Er wordt echter ook gekeken. Petrus komt naar het paleis van de hogepriester ‘om het einde te zien’ (Matt. 26: 58). Daar zit afstand in. Een dienstmeisje ziet in Petrus een Galileeër (Matt. 26: 71). Dat is eng. Jezus kijkt om naar Petrus na zijn verloochening (Luk. 22: 61). Dat is verootmoedigend. En Johannes kijkt in het graf en gelooft (Luk. 20: 8).

Het is misschien zinvol om na te denken over hoe wij kijken en bekeken worden. In de roman Specht en zoon van Willem Jan Otten wordt dat prachtig uitgewerkt. U hoeft het boek ook niet gelezen te hebben. Ik geef graag een aantal zinnen door die het overdenken waard zijn.

Zien wat je niet ziet

Specht is een baggerkoning die een schilder opdracht geeft zijn zoon te schilderen. Het verhaal wordt verteld door het schildersdoek dat dus in de loop van het verhaal een portret van de zoon wordt.

Dat is een bijzonder perspectief. Maar het maakt dat je veel te weten komt over hoe er gekeken wordt. Het portret in wording geeft steeds de reacties van mensen als zij naar hem kijken. En de schilder, die Felix Vincent heet maar ‘schepper’ wordt genoemd, verstaat de kunst om mensen zo te schilderen dat er iets van hen zichtbaar wordt dat je op het eerste gezicht niet zag. ‘In werkelijkheid krijgen ze iets te zien wat ze niet zien’ (p. 12). Kijkend naar het schilderij komt er bij de kijkers dus nogal vaak wat los.

Dat is een vreemde maar misschien wel herkenbare ervaring. Dat je kijkt, beschouwer bent, maar dat waar je naar kijkt jou iets leert. Je wordt als het ware bekeken en gaat met andere ogen naar jezelf kijken.

Dat gebeurt op Goede Vrijdag wel heel bijzonder. Otten vertelt elders over het moment van zijn bekering waar hij iets soortgelijks meemaakt. Op die dag liep hij in de plaatselijke kerk langs de kruiswegstaties. Kijkend naar die afbeelding van het lijden en sterven van de Heere Jezus, kon hij eindelijk verzuchten wat hij sindsdien gelooft: ‘dat Jezus met zijn zelfgezochte dood mijn zonden op zich genomen heeft.’ En, zegt hij: ‘Ik wist mij op mijn plaats gesteld.’ Een zin die bijna letterlijk ook in deze roman voorkomt. De blik vanaf het kruis doet hem iets ontdekken over zichzelf en over Christus.

Schuldig zien

Toch is dat bekeken worden niet louter positief. In dit boek is het veelal problematisch. Als we bekeken worden, roept dat schaamte op. ‘We zijn niet gemaakt om te zien wat we zijn’ (99).

Wat in de weg zit in deze roman, is schuld. Schuld die zich vooral uit in begeerte (om een huis te kopen, naar een vrouw of een jongen) en bedrog. Schepper probeert de zoon zo te schilderen dat er iets van de onschuld van een kind in het schilderij zichtbaar wordt.

‘Mij had schepper willen vangen op het ene laatste ogenblik waarop wij uit onze onschuld opkijken omdat we willen weten wie we in de ogen van de wereld zijn’ (100).

Maar dat lukt niet. ‘Ze denken dat ze scheppen, maar ze maken iets dat niet te hebben is, het ontsnapt ze, ze weten niet wat ze scheppen’ (117). Het doek ziet zichzelf in de spiegel. Het meent dat wat het ziet de ogen zijn van iemand die naar hem kijkt. En het schaamt zich. Op hetzelfde moment pleegt de schilder overspel (zijn vrouw, in afwachting van de bevalling, ligt in het ziekenhuis) én wordt duidelijk dat de opdrachtgever niet de vader van de te schilderen jongen is. Ons leven is niet onschuldig. Onze blik is vervuld met lust, begeerte. Wij zien de ander niet om wie zij of hij is maar om onszelf. Ons kijken is een schuldig kijken. Dat brengt eenzaamheid en isolement.

Blik van de liefde

Het schilderij krijgt nog een andere functie in het verhaal. Het wordt een Christusfiguur. Een aantal keren wordt verteld dat het een kruis in zijn rug heeft. Een doek moet immers opgespannen zijn. En uiteindelijk verbrandt schepper het schilderij. Alsof het nederdaalt ter helle. Nog wel op het moment dat de weeën komen en het kind van de schilder zich aandient.

Wat overblijft is een polaroid van de afbeelding, een beeld van een beeld dus. Dat is ook nog eens doormidden gescheurd.

Maar die afbeelding krijgt Specht te zien. Hij zit met die twee helften van de foto in zijn schoot als een vader met zijn kind. En het portret dat polaroid geworden is, vertelt:

‘Het kan verbeelding zijn geweest, maar ik voelde hoe hij, zonder mij aan te raken, zijn vingertop over mij bewoog, van boven naar beneden, over de scheur, en toen van links naar rechts, van mijn tenen naar mijn hoofd.’

Specht maakt dus een kruisteken. ‘Het kan verbeelding zijn geweest.’ Weer dat beeld, dat je je iets inbeeldt. Maar dat beeld is dan meer werkelijkheid dan taal ooit kan zeggen.

Dit schilderij is daarmee een beeld van wie we zijn na Pasen. Na schuld en boete. Er kan een nieuw begin worden gemaakt. Niet triomfantelijk, maar het gebeurt wel. Er wordt een zoon geboren, de schilder komt in het reine met een jeugdvriend, Specht vraagt de schilder of hij de journaliste die hem verried wil vergeven. En er komt opnieuw een opdracht voor een schilderij.

Er ontstaat ruimte om de zoon te schilderen. ‘Meer zijn mensen nooit waard geweest dan op Golgotha’, zegt Otten. Want daar zien we een mens die niet alleen beweert dat God liefde is, maar die dit ook bewezen heeft door zich te offeren. Christus’ blik vanaf het kruis is dus een blik die ons verraad ontmaskert maar die tegelijk een blik vol liefde is. Een blik die ons iets laat zien van onszelf dat we nog niet zagen. Wij worden, in zijn dood begraven en met Hem opgestaan, nieuwe mensen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2023

De Wekker | 36 Pagina's

‘Meer zijn mensen nooit waard geweest dan op Golgotha’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2023

De Wekker | 36 Pagina's