Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Blaffen en bijten op commando

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Blaffen en bijten op commando

6 minuten leestijd

Met een woeste grauw vliegt de hond tegen de boef op. Hij bijt in zijn bovenarm en hangt met z’n volle gewicht aan de man. Die slaat en schreeuwt, maar de hond laat niet los. Pas als de boef stil blijft staan, laat de hond zich vallen. Hij verliest de man geen seconde uit het oog. Cornelis, Anton en Ariëtte kijken toe.

Stoere mannen met blaffende honden. Dat is wat Anton van den Berg (11) uit Ederveen en Cornelis Jansen (11) uit Veenendaal zien als ze het terrein van de politiehondenvereniging in Overberg oplopen. De lentezon schijnt en de honden hebben er zin in. De jongens ook. Vandaag mogen ze een hondentraining meemaken!

Bulderstem

En daar is Joost Bos. Wijdbeens staat de trainer de jongens op te wachten. Met gemak houdt hij zijn hond in bedwang.

„Welkom bij de politiehondenclub!” zegt Joost met een bulderstem. „Hier trainen we honden af voor de politie. We zorgen ervoor dat ze aan alle eisen voldoen om door de keuring te komen. En die eisen, dat zijn er heel wat, dat zul je nog wel zien.”

De jongens maken kennis met de tienjarige Ariëtte van den Dikkenberg uit Overberg. Haar vader traint ook honden en Ariëtte gaat vaak mee.

Koekie

Eerst laat Joost een aantal oefeningen zien op het kleine veld. „Je zult hier niet snel honden zien die het honderd procent goed doen. De meeste moeten nog veel leren, net als mijn hond Gamble. We leren ze dingen door ze te belonen. Voor een koekie doen ze alles.”

Bij een schutting van ruim een meter hoog blijft Joost staan. „Spring!” roept hij. Met gemak springt Gamble erover heen. „Blijf!” En Gamble wacht geduldig op zijn beloning. Een stukje verder is een sloot gemaakt, waar de hond een breedtesprong oefent. Het lijkt hem geen enkele moeite te kosten.

Spring!!!

Dan staat er een schutting van bijna twee meter hoog. Cornelis en Anton kijken er met ontzag naar. Twee trainers zetten een schuine plaat tegen de schuttting. Joost en Gamble staan voor het schutting. Het is even stil. „Spring!”, brult Joost. Gamble zet zich af en springt omhoog. Zijn voorpoten komen boven de schutting, zijn achterpoten zetten nog even af en dan is hij eroverheen. „Springen jullie ook effe?” zegt Joost lachend tegen de kinderen.

Het echte werk begint

Achter de keet is een tent opgezet waar de mannen coronaproof kunnen koffiedrinken. De kinderen zitten met een colaatje tussen de mannen en luisteren naar de verhalen. Ondertussen kleedt een van de mannen zich om. Hij is vandaag de pakwerker, de man die voor boef speelt.

Het omkleden is een hele klus, maar na een tijdje staat de boef klaar met een enorm groot en dik pak aan, dat bestand is tegen scherpe hondentanden.

Als de cola op is, begint het echte werk. Cornelis, Anton en Ariëtte steken de weg over naar het bos. Tussen de bomen loopt een pad. Aan beide zijden staan mannen met hun hond klaar om de boef te zoeken. Die is ondertussen een eind het bos in gelopen en staat verdekt opgesteld achter een boom.

Schreeuw

De drie kinderen gaan kijken waar hij is. Ze mogen niet te dichtbij komen, want het is niet de bedoeling dat de hond de verkeerde boef pakt. Een schreeuw klinkt en hond Astra rent met een noodvaart op de kinderen af. Net voor hij bij hen is, ruikt hij het boevenspoor en rent het bos in. Daar ziet hij de boef staan. Hij bijt in zijn been en laat weer los. Hij blaft, maar zolang de boef niet beweegt, bijt hij niet. „Dat is één van de belangrijkste dingen die de honden leren”, vertelt Joost. „Als ze de boef hebben gevonden en die beweegt, mogen ze bijten. Staat hij stil, dan moeten ze loslaten en blaffen, zodat hun baas weet waar ze zijn. Aanblaffen heet dat. Het is een hele strijd om ze dat te leren.”

Zwaar

De boef begint hard naar de hond te schreeuwen, maar Astra doet niets. Af en toe maakt hij een beweging naar de boef.

„Hij denkt: ik wil bijten”, zegt Anton, die met zijn armen over elkaar staat toe te kijken. De jongens lopen terug naar het begin van het pad. De volgende oefening is het stokstellen. De boef zwaait met een stok en de hond probeert hem te overmeesteren.

„Echt zwaar, als er zo’n hond aan je arm hangt”, denkt Cornelis.

„Morgen zal ik wel wat blauwe plekken hebben”, antwoordt de boef.

Bijt in het gezicht

Een rij oefeningen volgt: het voorwerp bewaken, de werpoefening en het van de fiets trekken.

Ten slotte loopt de pakwerker naar de jonge honden. Hij daagt ze uit om te bijten door te schreeuwen en met een stok te zwaaien. Helaas komt hij te dicht in de buurt van Rudy, die hem een bijt in zijn gezicht geeft. Iedereen schrikt, want het is best een wond.

„Zoiets is niet leuk, maar het kan een keer gebeuren”, zegt Joost.

Wie durft er nu het pak nog aan? De jongens moeten er even over nadenken, maar dan wil Cornelis het wel. Als een volleert trainer houdt hij de stok omhoog. De hond naast hem hapt in zijn pak, maar Cornelis blijft lachen. Als het pak uit is, is de training voorbij. Cornelis en Anton nemen afscheid van Ariëtte en Joost. De jongens hebben bergen respect gekregen voor de politie, de trainers én hun honden.


Ariette

Heel wat zaterdagen is Ariëtte te vinden bij de politiehondenvereniging. Ze vindt het elke keer weer geweldig om mee te gaan. En ze heeft genoeg te doen. Ze mag pijpjes verstoppen die de honden opspeuren. Of een houten kistje neerleggen dat bewaakt moet worden zonder dat de honden er in bijten. Ook zet ze de iets klaar voor de ietsoefening. Een trainer rijdt rondjes, terwijl een hond naast hem aan de lijn meeloopt. Op die manier leert de hond om op goede afstand te blijven en niet te trekken. Voor de trainers is het ijn als Ariëtte hun hond even vasthoudt terwijl zij met iets anders bezig zijn. Wat Ariëtte het liefste doet: puppy’s vasthouden. Want knuffelen met de jonge dieren, dat is toch het ijnste wat er is.

Bijtdrang

Een hond is een hond, zou je kunnen denken. Maar een goede politiehond vind je niet zomaar. De Mechelse herder is een van de meest gebruikte rassen omdat die de juiste eigenschappen bezitten. En dan nog kan het er niet in zitten. Soms hebben ze te weinig bijtdrang en zijn ze niet fel genoeg. Of ze gehoorzamen onvoldoende. Deze honden gaan niet naar de keuring. Als een hond wel geschikt is, is hij meestal in twee jaar klaar voor de training. Daarna kiest de trainer of hij de hond verkoopt of hem houdt. Afscheid nemen is niet gemakkelijk, want het baasje en zijn hond hebben best wat opgebouwd samen. De trainers zijn strenge mannen, maar ze hebben een groot hart voor hun honden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 maart 2021

Kits | 32 Pagina's

Blaffen en bijten op commando

Bekijk de hele uitgave van woensdag 17 maart 2021

Kits | 32 Pagina's