Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrije wil bestaat wél!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrije wil bestaat wél!

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Marc Slors

Dat had je gedacht!

Brein, bewustzijn en vrije wil in filosofisch perspectief

Amsterdam: Boom 2012

201 pagina’s

ISBN 9789461057785

De vrije wil is momenteel een hot topic. En dan met name de ontkenning ervan. Want de neurowetenschap heeft aangetoond dat de vrije wil niet bestaat – dat is meestal de teneur van artikelen in kranten en populairwetenschappelijke tijdschriften. Toch hebben al die kranten en tijdschriften het bij het verkeerde eind. Journalisten weten niet waar ze over schrijven. Dat beweert althans Marc Slors, hoogleraar cognitiefilosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen in zijn boek Dat had je gedacht! Brein, bewustzijn en vrije wil in filosofisch perspectief. Een boek dat ik beschouw als een van de meest originele bijdragen aan het debat over vrije wil en neurowetenschappen van de afgelopen jaren, en één van de beste filosofieboeken die dit jaar verschenen zijn.

Grofweg kun je in discussies over de vrije wil twee kampen ontwaren. De eerste groep, compatibilisten genoemd, stelt dat de vrije wil bestaat én dat onze wereld deterministisch is; determinisme en vrije wil zijn compatibel. Aan de andere kant zijn daar de incompatibilisten, die menen dat vrije wil en determinisme elkaar uitsluiten: ofwel determinisme is onjuist en onze wil vrij (de zogenaamde libertariërs), ofwel determinisme is juist en daarom is onze vrije wil een illusie (veel hersenwetenschappers, zoals bijvoorbeeld Lamme en Swaab). Deze posities zijn al tientallen jaren de standaardposities in de debatten over de vrije wil. De meeste bijdragen aan discussies over de vrije wil zijn dan ook in één van deze posities onder te brengen. Maar niet die van Marc Slors, en dat maakt zijn boek intrigerend. Slors wil niet aan het spelletje meedoen, omdat hij denkt dat de regels van het spel niet deugen.

Twee voorwaarden voor vrije wil

Er zijn twee voorwaarden voor een vrije wil, zo stelt Slors in het begin van het boek. Allereerst: “als we van een handeling willen zeggen dat die uit vrije wil is gedaan, dan moet het om één van meerdere mogelijke handelingen gaan. Er moet sprake zijn van opties waaruit gekozen kan worden” (23). Met andere woorden: als determinisme klopt, dan liggen de uitkomsten van onze overwegingen al vast, dan lijkt het weliswaar alsof er voor ons iets te kiezen valt, maar ons gevoel van vrije wil is dan in feite een illusie. In dat geval vinden de meeste mensen dat er geen sprake is van vrije wil. De tweede voorwaarde is dat een keuze ook echt mijn keuze moet zijn, wil mijn handeling vrij zijn: “Handelingen zijn echt van mij als ik er de bron van ben, als ik ze kan uitleggen en rechtvaardigen, als ik me ermee kan identificeren” (24).

Het is die tweede voorwaarde, zo stelt Slors terecht, die in de meeste debatten omtrent vrije wil centraal staat. Daar gaat het om, want daar spelen de hersenwetenschappers namelijk de stoorzender. Zij stellen immers dat het bewustzijn een illusie is, dat de meeste beslissingen door het onbewuste genomen worden. En daaruit volgt dan de conclusie dat mijn beslissingen helemaal niet mijn beslissingen zijn.

De argumentatie, zo stelt Slors (84), is als volgt:

Ik ben mijn bewustzijn.

Mijn bewustzijn bepaalt niet wat ik doe. (Dit hebben de hersenwetenschappen aangetoond, zo is meestal het argument.)

Dus: Ik bepaal niet zelf wat ik doe.

En dan, zo luidt de conclusie, ben ik inderdaad niet vrij.

Slors laat vervolgens zien hoe het probleem van de vrije wil samenhangt met een van de grootste vergissingen die in het Westen ooit is begaan, namelijk dat we ons “ik”, onze identiteit vereenzelvigen met ons bewustzijn. En daar gaat vervolgens de rest van het boek over.

“Ik” ben niet mijn “bewustzijn”

Slors laat overtuigend zien dat “ik” en “bewustzijn” helemaal niet hetzelfde zijn. Deze identificatie is een filosofische constructie die door neurowetenschappers vrolijk wordt herhaald. In het dagelijks leven denken we echter helemaal niet zo. Met behulp van concrete voorbeelden – van het redden van katten tot een doelpunt van Kuijt – laat Slors zien dat we in het dagelijks leven ervaren dat intentioneel handelen helemaal niet bewust hoeft te zijn en het vaak ook simpelweg niet is. We handelen heel vaak onbewust, als het ware op de automatische piloot – neem bijvoorbeeld fietsen, autorijden of pianospelen – en die handelingen lukken juist omdát ze onbewust gebeuren. Maar dat wil nog niet zeggen dat het niet echt onze handelingen zijn – integendeel!

De conclusie die Slors daaraan verbindt is even dramatisch als verhelderend:

Ik zal niet ontkennen dat veel mensen denken dat ze hun bewustzijn zijn. Weinigen hebben daarbij een concreet idee wat dat bewustzijn dan wel of niet is. De aanname dat we ons bewustzijn zijn, zit diep in onze cultuur verankerd en is terug te voeren op filosofen als Descartes en Locke en psychologen als James en Freud. De onjuistheid van die aanname blijkt zoals we zagen niet alleen uit recente neurowetenschappelijke bevindingen, maar eerst en vooral uit onze eigen dagelijkse ervaring. Voor zover Libet, Haggard, Wegner, Gazzaniga, Lamme en Dijksterhuis hun pijlen richten op onze dagelijkse zelfervaring (die zou illusoir zijn), vechten ze tegen windmolens. Hun probleem is dat ze zelf zozeer in de ban zijn van Descartes, Locke, James en Freud dat ze menen dat deze filosofen en psychologen onze werkelijke zelfervaring beschrijven. (99)

En daarmee veegt Slors de neurowetenschappelijke conclusie dat de vrije wil niet bestaat van tafel: de hersenonderzoeken die meestal geciteerd worden om te laten zien dat de vrije wil niet bestaat, zeggen helemaal niets over de vrije wil.

Maar dat wil niet zeggen dat die hersenonderzoeken van generlei waarde zijn. Integendeel, ze zijn juist heel nuttig! Wat Slors vervolgens doet, is precies in dialoog met de hersenwetenschappen een nieuw model opzetten van hoe ons handelen tot stand komt middels lange- en kortetermijnintenties. Hoe dat precies werkt, ga ik hier niet uit de doeken doen. Dat zou zoiets zijn als de clou van een detective verraden.

Vrije wil en identiteit

Het knappe aan Slors’ model is dat hij in staat blijkt om alle draden bij elkaar te brengen: ons zelfverstaan, de resultaten van de hersenwetenschappen, én de erkenning dat de vrije wil bestaat. Want uiteindelijk lukt het Slors om de cirkel te sluiten en met behulp van zijn model te laten zien dat de vrije wil wel degelijk bestaat. Die conceptuele ruimte om de vrije wil (opnieuw) te erkennen, ontstaat echter omdat Slors het huidige paradigma waarin veel discussies over vrije wil zich afspelen (inclusief de twee voorwaarden voor vrije wil), volledig opblaast. Vrije wil, zo stelt Slors, gaat niet in de eerste plaats over controle, maar draait vooral om de eigenheid van handelen, om authenticiteit, om consistentie en coherentie van je handelingen ten opzichte van wie je bent. Vrije wil heeft vooral te maken met identiteit, en niet allereerst met bewustzijn of met bewuste controle.

Conclusie

Al met al heeft Slors een boek over vrije wil geschreven, maar gaat het ondertussen vooral over ons bewustzijn en de misvattingen daaromtrent in onze cultuur en in de hersenwetenschappen. Slors laat in dit boek zien hoe discussies over vrije wil en hersenwetenschap gevangen zitten in een paradigma dat de vrije wil tot illusie verklaart, maar dat uiteindelijk zélf een illusie blijkt te zijn. De meeste hersenwetenschappers zijn gewoon dualistische cartesianen. Daarnaast laat Slors overtuigend zien hoe de hersenwetenschappen de menselijke persoon en onze zelfervaring intact laten in plaats van ons zelfverstaan tot illusie te verklaren. Daarmee doet Slors meer recht aan de uitkomsten van hersenwetenschappelijk onderzoek dan hersenwetenschappers als Lamme en Swaab zelf doen.

Het is dan ook onbegrijpelijk dat er tot nu toe in kranten en tijdschriften vrij weinig aandacht is besteed aan Slors’ boek. Vermoedelijk komt dat omdat Slors’ boek juist vanwege de genuanceerdheid te ingewikkeld is voor veel wetenschapsjournalisten. De huidige wetenschapsjournalistiek lijkt vooral te draaien om controversiële uitspraken die de nieuwsgierigheid van lezers (of potentiële abonnees) moet prikkelen. Nuance is daarbij uit den boze. Maar daarmee wordt voortdurend hetzelfde – foute – standpunt herhaald, namelijk dat de hersenwetenschap heeft aangetoond dat de vrije wil niet bestaat.

Wie het briljante boek van Slors heeft gelezen en zijn denkstappen heeft meegedacht, zal die denkfout echter niet snel meer maken. Het boek is prettig geschreven, helder gestructureerd en een prachtig afgerond betoog met veel concrete voorbeelden. Het is voor iedere getrainde krantenlezer te behappen, zodat die zich in de toekomst niet meer door misleidende krantenberichten in de luren laat leggen. Daarmee is dit simpelweg één van de allerbeste filosofieboeken van de afgelopen jaren.

Dr. T. (Taede) A. Smedes is godsdienstfilosoof en theoloog en schrijver van o.a. God en de menselijke maat: Gods handelen en het natuurwetenschappelijke wereldbeeld (Meinema 2006) en God én Darwin: Geloof kan niet om evolutie heen (Nieuw Amsterdam 2009). Hij blogt op http://tasmedes.wordpress.com. E tasmedes@gmail.com

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.forumc.nl/radix

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2013

Radix | 104 Pagina's

De vrije wil bestaat wél!

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2013

Radix | 104 Pagina's