Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Student op de kansel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Student op de kansel

7 minuten leestijd

Sjors Bulten (30) is bezig met de afronding van zijn studie aan de TUA voor predikant. Sinds september 2019 staat hij ’s zondags geregeld op de preekstoel. Een gesprek over het maken en houden van een preek.

Op de vraag of hij altijd al dominee wilde worden, antwoordt Sjors ontkennend. Na zijn middelbareschooltijd ging hij naar de pabo, waarna hij een tijdje voor de klas heeft gestaan. “Toch kwam ik erachter dat ik dat niet mijn hele leven wilde blijven doen, en heb ik de overstap gemaakt naar theologie. Toen ik daarmee begon, dacht ik: ik wil geen dominee worden. Maar gedurende de jaren begon ik dat minder hard te zeggen.” Achteraf ziet hij hoe God met hem bezig is geweest, waardoor hij geleidelijk aan tot de overtuiging kwam dat hij geroepen is tot het ambt van predikant. Het leven loopt voor hem en zijn gezin dus anders dan gedacht. “Toen we trouwden waren mijn vrouw en ik allebei docent. Nu word ik ook leraar, maar dan in de kerk. Herder en leraar.”

Een preek als toets

Een belangrijk onderdeel van het ambt van predikant is het maken en houden van de preek. Aandacht daarvoor was als een rode draad door zijn opleiding geweven, vertelt Sjors. Een moment dat hem is bijgebleven is de eerste keer dat hij moest preken voor een groep medestudenten en docenten. “Dat is toch een bijzondere gewaarwording. Je staat op de preekstoel en al zitten er maar tien mensen in de zaal, het is wel serieus. Je bent lang met je preek bezig geweest en dan wordt er kritisch naar geluisterd. Het voelt soms wel vreemd. Je bent bezig een boodschap door te geven die echt door jezelf is heengegaan en dat wordt dan beoordeeld. Niet door een gemeentelid, maar door een professor of klasgenoot. Maar het besef dat dit iets tussen God en jou is geweest, overheerst in deze colleges. Dat geeft rust.”

De voorbereiding

Hoe bereidt Sjors een preek voor? “Als ik een nieuwe preek ga schrijven, denk ik eerst na over de gemeente waar ik naartoe ga en op welk moment van het jaar. Ik houd een schriftje bij met ‘preekideeën’, onderwerpen en teksten waar ik nog eens over wil preken, dat blader ik dan vaak door. Als ik een gedeelte heb gekozen, begin ik met voor mezelf de Bijbel te lezen en overdenken. Wat staat er in de grondtekst, wat is de boodschap toen geweest? Ook bedenk ik welke dingen ik in de preek kan gebruiken voor de mensen van nu.”

Tijdens zo’n proces is hij er eigenlijk voortdurend mee bezig, vertelt Sjors. Als hij wandelt met zijn twee jonge kinderen, maar ook in gebed. Hij heeft ervaren dat het belangrijk is om af en toe stil te worden en het los te laten, bij God te brengen. Sjors vergelijkt het proces met een trechter: “Alle exegese die je doet, stop je daarin en uiteindelijk komt er één druppel uit. Dat is de boodschap die je wilt overbrengen aan de gemeente. Maar die boodschap moet eerst door jezelf heen gaan, anders wordt het een vlak verhaaltje. Dat kan best confronterend zijn. Soms, als ik op de preekstoel sta, denk ik: nu ben je echt tegen jezelf aan het preken, Sjors!”

Het Woord van God tot leven brengen

Als student (en als predikant) ben je dus veel met Gods Woord bezig. Sjors ziet het als een voorrecht om de boodschap die daaruit klinkt te mogen doorgeven aan anderen. Daar draait het volgens hem ook om in een preek: de mensen leren hoe ze kunnen wandelen met God in hun dagelijks leven. “Het Woord van God tot leven brengen in het leven van de mens, dat is, denk ik, geestelijk leidinggeven. Dat is enerzijds mensenwerk, want je bent er zelf mee bezig, maar het is ook heel geestelijk werk.”

Hoe zorg je dat je de verschillende mensen die in de kerk zitten allemaal aanspreekt? Sjors let er bij het schrijven van zijn preek op dat er voor verschillende groepen aandacht is, zoals de kinderen. “Ik denk dat het vooral belangrijk is dat je heldere taal spreekt, of een voorbeeld noemt uit de actualiteit. Het is belangrijk dat het taalgebruik mensen uitnodigt om erbij te blijven. Het scheelt dat ik een paboachtergrond heb: daar heb ik leren presenteren op een heldere manier. Dat zie ik nu dus echt als Gods weg.”

Tijdens de preek

Hoe is het om te preken? Spanning hoort erbij, maar als je op de preekstoel staat, valt die vaak wel van je af, vertelt Sjors. “Dat is iedere keer mijn ervaring. De ene keer zit je er misschien net wat beter in dan de andere keer, maar toch mag ik daar vol vertrouwen staan.” Hij merkt ook dat hij wordt gedragen op het gebed: “Ik vraag altijd of God mij als instrument wil gebruiken. Dat geeft rust. Je weet dat het uiteindelijk niet je eigen woorden zijn, maar dat God door jou werkt. Je geeft het uit handen. Eigenlijk ben je als dominee een spreekbuis: ik word door God gebruikt om Zijn Woord verder te brengen. De kracht zit in Zijn Woord en Hij gaat er vervolgens ook wel mee aan de slag. Soms merk je dat en denk je achteraf: heb ik dat gezegd? Dan is God ermee bezig geweest.” Tijdens de preek is er vaak wel een vorm van interactie met de toehoorders. “Je kijkt hen in de ogen, ziet hen knikken of ingespannen luisteren. Je merkt dat de boodschap overkomt. Dat zijn mooie momenten, die mij ook helpen om in mijn verhaal te blijven. Je merkt het natuurlijk ook als mensen afgeleid zijn, maar van mijn eigen dominee heb ik geleerd om daar maar niet te veel naar te kijken.” De heftige coronaperiode, toen er slechts een ouderling en wat technici in de kerk zaten, mist Sjors dus niet. “Het kon niet anders, maar ik heb wel ervaren dat het een gemis is als er geen of heel weinig mensen in de kerk zitten. Je mist dan ook de gesprekjes met gemeenteleden achteraf, dat is jammer.”

De gesprekken met de kerkenraad na afloop van de dienst zijn ook waardevol, vertelt Sjors. Kerkenraadsleden ver tellen welke boodschap zij hebben mee genomen uit de preek, maar ook welke vragen ze hebben, of wat eraan ontbrak. “Dat is ook goed, het scherpt je aan. Ik pas mijn preek regelmatig aan na zo’n gesprek met de kerkenraad. Vaak is het ook heel bemoedigend.”

De zegen

Aan het eind van ons gesprek komen we op de plaats van de preek in het geheel van de dienst. De eredienst is immers meer dan de preek. Sjors vertelt dat hij onlangs heeft gepreekt over de priesterlijke zegen. “Als je in deze tijden thuis meeluistert, gebeurt het misschien dat je denkt: de preek is geweest, nog even bidden en dan gauw koffie zetten. Maar je moet juist wachten tot God Zijn zegen voor de hele week aan je meegeeft. Dat is zo’n belangrijk onderdeel van de dienst. Het is dus niet alleen de preek die het doet, maar juist het geheel.”

Kijkend naar de toekomst is er soms best spanning, vertelt Sjors: elke week twee preken schrijven, naast alle andere taken, hoe zal dat zijn? Maar bovenal kijkt hij ernaar uit om het Woord te mogen doorgeven als herder en leraar.

‘Je staat op de preekstoel en al zitten er maar tien mensen in de zaal, het is wel serieus’

‘Soms, als ik op de preekstoel sta, denk ik: nu ben je echt tegen jezelf aan het preken, Sjors!’

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 2020

De Wekker | 24 Pagina's

Student op de kansel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 2020

De Wekker | 24 Pagina's