Tobit en Judith: pareltjes van vertelkunst
Interview met Sam Janse
Dr. Sam Janse, nieuwtestamenticus en emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland, heeft de apocriefe boeken uitgebreid bestudeerd. Hij schreef eerder het boek De Apocriefen. Inleiding op de deuterocanonieke boeken en is betrokken geweest bij de revisie van de Nieuwe Bijbelvertaling. Volgens Janse verdienen de apocriefen een plek binnen de kerk. De boeken vormen een schakel tussen het Oude en Nieuwe Testament en boeken zoals Tobit en Judith zijn volgens hem pareltjes van vertelkunst.
De apocriefen van het Oude Testament zijn bepaalde boeken die niet in de (Joodse en protestantse) canon van de Bijbel zijn opgenomen. De apocriefe boeken stonden wel in de Septuagint, de Bijbelvertaling van het Oude Testament in het Grieks. In de Vroege Kerk was er geen eenstemmigheid over de status van deze ‘toegift’, maar voor veel christenen, onder anderen de kerkvader Augustinus, waren ze goddelijk en gezaghebbend. Tussen rooms-katholieken en protestanten bestaat er nog steeds verschil van mening over de status en het gezag van deze boeken. De Reformatie baseert zich op het gegeven dat de apocriefen niet in de Hebreeuwse Bijbel zijn opgenomen. De Rooms-Katholieke kerk baseert zich op de Vulgaat, de Latijnse Bijbelvertaling, waarin geen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende boeken. Hier wordt de term deuterocanonieke boeken gebruikt; dit betreft bijbelboeken waarvan de canoniciteit pas later in de katholieke kerk werd erkend. De protestantse canon bevat dus minder boeken dan de katholieke. Luther nam de apocriefe boeken wel op in zijn vertaling, maar daarin staan ze apart tussen het Oude en het Nieuwe Testament in, met een waarschuwing dat deze boeken niet gezaghebbend zijn als de andere boeken. Ook tijdens de Synode van Dordrecht in 1618-1619 werd uitgebreid gediscussieerd over de opname van de apocriefen in de Statenvertaling. In de eerste druk van de Statenvertaling werden de boeken voorafgegaan door een waarschuwing aan de lezers van de apocriefen waarin de “onwaerachtige, fabeleuse, ende met de Canonijke boecken strijdende saken” worden benoemd.
Sam Janse is de afgelopen jaren bezig geweest met de revisie van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) waarbij hij ook kritisch heeft gekeken naar de vertaling van de apocriefen vanuit de Griekse grondtekst.
Waarin verschillen de apocriefe boeken van ‘gewone’ bijbelboeken?
“Dat is niet makkelijk te zeggen. Wij zijn gewend aan de canonieke boeken. Je moet de apocriefe boeken ook lezen in de context van die tijd. Ze helpen om het kader van het Oude Testament en het Nieuwe Testament beter te verstaan. Ik denk dat veel dominees zich te veel beperken tot alleen datgene wat in de Bijbel staat, maar ook vanuit de literatuur uit die tijd kunnen ze inzicht krijgen in de Bijbelteksten. Zo lezen we in Hebreeën 11 (vers 32-40) over mensen die gemarteld worden om hun geloof en niet hebben opgegeven. Dit Bijbelgedeelte refereert aan het martelaarschap in 2 Makkabeeën 7. Hier lezen we over de marteldood van zeven broers en hun moeder. Het helpt ons ook om de dood van Jezus en andere martelaren te begrijpen.”
Zou er over de apocriefe boeken gepreekt moeten worden?
“Het hoeft niet expliciet op de preekstoel tijdens de zondagse eredienst te worden behandeld. Het kan een plek krijgen tijdens thema- of leerdiensten. Het is ook interessante materie voor in de studeerkamer. De vraag naar de canon ligt voor veel protestantse gelovigen gevoelig. De Bijbel is
Gods Woord. Als het niet duidelijk is wat daartoe behoort, waar blijven we dan? Maar de strijd over de canon gaat altijd over de rand ervan, nooit over de kern. Nooit over de boeken van Mozes, de Psalmen en profeten, de evangeliën en de brieven van Paulus. Wel over Hooglied en Openbaring. Voor de kern van ons geloof is een boek meer of minder niet beslissend. Dat geldt ook voor de apocriefen.”
Wat heb je als ‘leek’ aan de apocriefe boeken?
“Dat hangt er vanaf hoe geïnteresseerd je bent, of je een brede blik hebt. De apocriefe boeken vormen in verschillende opzichten een brug tussen het Oude en het Nieuwe Testament, bijvoorbeeld over het leven na de dood. Daar wordt in het Oude Testament niet veel over geschreven, in het Nieuwe Testament wel. In de apocriefe boeken ontdek je dat er een inzicht ontstaat dat het met de dood niet ophoudt, bijvoorbeeld in de Wijsheid van Jezus Sirach. De ontdekking van de waarheid en boodschap van God is een groeiproces. Door de leiding van Gods Geest mogen we ontdekken en scherper gaan zien. Dat is een troostrijke gedachte.”
U schreef in 2009 een boek over apocriefe boeken. Is dit boek enthousiast ontvangen?
“Er was nog geen handboek in het Nederlands over de materie, het voorzag dus in een leemte. Er was een brede interesse voor een dergelijk handboek. Het boek is ontstaan na thema-avonden over de apocriefe boeken, toen ik predikant was in de protestantse gemeente Driebergen-Rijsenburg. Het wordt nu onder andere gebruikt bij theologische opleidingen waarbij studenten iets over deze materie moeten weten. Soms word ik ook gevraagd voor lezingen. Met de revisie van de NBV zag ik nieuwe vertaalmogelijkheden en zou ik het boek kunnen herschrijven na nieuwe ontdekkingen, maar dan moet een uitgever een herdruk zien zitten.”
Wat is uw favoriete apocriefe boek?
“Het apocriefe boek Tobit is mijn favoriet. Het boek Tobit is een vertelling; het is in verteltechnisch opzicht knap geschreven. Tobit is in een context geschreven waarin mannen een dominante rol innamen, zoals het in die tijd was. Vrouwen komen er wel in voor, zoals Anna, de vrouw van Tobit, Sara, de bruid van Tobias en Edna, zijn schoonmoeder, maar ze hebben niet veel in te brengen, hoewel Anna haar mannetje staat. En ondanks dat patriarchale karakter is Tobit toch een hartelijke, sensitieve man en dat geldt ook voor Tobias’ schoonvader, Raguel. Het boek spreekt mij aan vanwege de milde ethiek die je ook in de Evangelieverhalen over Jezus aantreft. Tobit is een banneling die leeft in Ninevé en goed zorgt voor zijn volksgenoten en familie.”
Heeft u tips voor beginnende lezers van de apocriefe boeken?
“Mijn advies is om te beginnen met het lezen van de vertellingen, zoals Tobit. Dit is een pareltje qua vertelkunst. Het boek Judith lees je ook snel uit. De wijsheidsliteratuur, zoals Jesus Sirach, is goed te vergelijken met Spreuken. Je zou elke dag een stukje kunnen lezen en overdenken. De boeken 1 en 2 Makkabeeën zijn taai. Deze gaan voornamelijk over veldslagen en overwinningen. Voor protestanten is het in elk geval heerlijk dat ze deze boeken ook kritisch mogen lezen!”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 2022
De Wekker | 24 Pagina's