Jona, de opstandige profeet

Jona is een inspirerend boekje voor mij geworden sinds ik geroepen werd naar Rotterdam om in de stad en onder de zeevarenden te werken. Jona krijgt de opdracht naar Ninevé te gaan. Hij moet verkondigen dat God genoeg heeft van alle goddeloosheid in de stad. God zal komen om hen te oordelen. Verschrikkelijk!

Jona is het niet eens met God. Hij weet hoe het er in de grote stad Ninevé aan toegaat en hij kent de dreiging van het wrede Assyrische rijk richting Israël. Jona denkt: laat het oordeel maar komen, het wordt tijd dat deze mensen aangepakt worden. Hij gaat per schip de andere kant op.

Er komt een hevige storm op zee. De storm is zo heftig dat de zeelieden echt bang worden en hun goden aanroepen. Maar Jona ligt te slapen in het laadruim. De kapitein maakt hem wakker en beveelt hem te bidden. Nota bene de profeet ligt te slapen en de zeelieden zijn in gebed! De kapitein moet hem oproepen om te bidden. Pas in hoofdstuk 2, als hij overboord is gegooid en in grote nood, lezen we dat Jona bidt!

Als de zeelieden de goden vragen waarom hun dit overkomt, valt het lot op Jona. Hij vertelt dat hij een profeet is van de God van hemel en aarde. Hij vertelt ook dat hij gevlucht is voor Hem. De zeelieden worden ontzettend bang. Ze gaan bidden tot de HERE, die de zee en het droge gemaakt heeft (Jona 1: 9). Ook offeren ze met diep ontzag voor de HERE! Want wie is die God, die zulke dingen doet?! Die Zijn dienaar zo in de storm brengt? Wie is die God die de zee in Zijn macht heeft?

Iedere zeeman weet uit ervaring hoe machtig de zee, de wind en de golven zijn!

Jona wil het evangelie niet verkondigen in Ninevé. Hij vertelt aan de zeelieden alleen dat hij voor God op de vlucht is en vervolgens gaan zij bidden tot God en krijgen zij diep ontzag voor Hem! Als Jona zegt dat ze hem overboord moeten gooien, doen ze dat niet eerder dan dat er geen andere oplossing lijkt en ze de HERE om vergeving hebben gebeden voor wat ze deze man aandoen. Ze doen de HERE zelfs geloften. Dan denk je: wat zijn Gods wegen toch wonderlijk! God werkt op een manier die wij nooit hadden kunnen bedenken. Jona gaat de verkeerde kant op. Maar ondertussen komen die zeelieden ertoe God te aanbidden. Wonderlijk. En wat denk je dat er thuis gebeurd is bij deze zeelieden? Zij zullen thuis verteld hebben wat ze meegemaakt hebben. Zij zullen verteld hebben van God de Heer, die macht heeft over de zee!

Jona had er geen zin in. Misschien herken je dat. Maar God weet Jona tegen wil en dank, in al zijn koppigheid en eigenwijsheid, toch te gebruiken! Wij kunnen mensen niet tot geloof brengen. Het enige wat nodig is, is dat wij spreken over de grootheid van God. Zelfs als we dat op een manier doen die niet oké is, kan God dat gebruiken en zegenen, zodat mensen tot geloof komen en Hem gaan dienen!

Later, als Jona toch naar Ninevé gaat, komen die mensen daar ook tot geloof. Wij spreken en oordelen over ‘die ongelovigen’, maar Jezus zegt: De velden zijn wit om te oogsten en de oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Dat is vandaag nog zo!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen